Categorieën

Service

Stéphanie Beijnes begeleidt in rouw en verlies: ‘De ander is een uitnodiging – en dat helpt’

Stéphanie Beijnes begeleidt in rouw en verlies: ‘De ander is een uitnodiging – en dat helpt’
Gezond

Stéphanie Beijnes begeleidt in rouw en verlies: ‘De ander is een uitnodiging – en dat helpt’

  • Redactie
  • 25-02-2020
  • Gezond
Stéphanie Beijnes begeleidt in rouw en verlies: ‘De ander is een uitnodiging – en dat helpt’

Stéphanie Beijnes: "De west, de ander, is een uitnodiging."


SCHIEDAM - Rouwen, omgaan met verlies. Het blijft een van de moeilijkste opdrachten aan een mens, een van de grote vragen van het mens-zijn waar we met elkaar maar heel beperkt antwoorden op weten te geven. Op 4 maart gaat het erover in De Wilgenburg, de zaal achter de Liduinakerk.

Op de avond spreekt Stéphanie Beijnes. Zij werkt als rouw- en verliesbegeleider. Ze wil mensen leren ‘navigeren met verlies’. Waar zit ik, waar moet ik heen bewegen, als ik vast zit in mijn verdriet. Voor dat navigeren gebruikt zij een kompas. Om de weg te vinden tussen verleden en toekomst, tussen jezelf en anderen.

“Bij een verlies kun je je verdwaald voelen”, zegt Stéphanie Beijnes op haar kantoor in Good Place 2 Work, in het Rotterdamse Kleiwegkwartier. “Ik hoop met mijn werk mensen hoop te geven, in beeld te brengen dat ze kunnen bewegen en hoe ze kunnen bewegen.” Naar een nieuwe toekomst. Want als er iets is dat verlies – en dat kan het missen van een geliefde zijn, maar ook het verlies van werk of andere belangrijke elementen van het leven – met mensen doet, is het over het algemeen dat het mensen teneerslaat, dat het mensen tot stilstand brengt. "Er is een basisdynamiek van verlies”, aldus Beijnes. “Je verliest vertrouwen in jezelf en in de ander. Dat maakt dat het ook moeilijker blijft zelf in balans te blijven.”

Uit balans kan bijvoorbeeld betekenen dat je blijft steken in het verleden, in het zuiden van het kompas. “Dan blijft oude pijn opspelen. En om die te ontlopen ga je je afsluiten, of ga je vechten: dan ga je je vasthouden aan het verdriet.” Het zijn ook die twee mechanismen die de belangrijkste oorzaken zijn van ziekteverzuim in het bedrijfsleven: “Depressie, mensen gaan ten onder in emoties, zijn doorgeschoten in het vluchten. Of burn-out: doorschieten in vechten.”

Beide opstellingen werken niet, zo is de ervaring van Beijnes. “Er is een tweestap te maken: zien wat pijn doet, die voelen, en er vervolgens betekenis aan geven.” Pijn kan zorgen voor afsluiten, niet hechten, niet verbinden, verlies ontkennen, niet voelen, zinloosheid. “Dat zijn overlevingsmechanismes.” Pas na het onderkennen is een beweging voorwaarts, naar het noorden, mogelijk. Om liefde te ervaren, moet je ook rouw kunnen voelen. "Rouw is de achterkant van liefde.”

Praten over verlies in een groep helpt; mensen herkennen elkaar in hun leven, in hun ervaring. Maar kunnen in gesprek ook ontdekkingen doen die ze concreet verder helpt. “Een vrouw, we noemen haar hier Linda, zat bij mij in een groep. Drie jaar eerder was haar man overleden. Ze had een hondje om voor te zorgen, haar twee dochters hadden hun gezinnen. Linda voelde zich verdrietig, daar met haar hondje op veldje achter haar huis. In de groep hadden we het erover dat je als mens een overlevingsmechanisme hebt, dat kan verschillen: er zijn er die vechten, andere vluchten of bevriezen, sluiten zich af. Linda herkende zich daarin. ‘In plaats van op het afgesloten veldje ga ik voortaan door de wijk.’ Dat stond voor dat ze zich weer openstelde.” Een belangrijke stap. “In een rouwproces is dat een van de belangrijkste uitdagingen: dat je je weer openstelt om verbinding met anderen te zoeken – hoe verdrietig je ook bent.”

Dat kan de kracht zijn van de groep. Het is de ambitie om in parochie De Goede Herder, in Schiedam, Vlaardingen en Maassluis, enkele groepen te starten die rond het thema Verlies bij elkaar komen. Die groepen worden idealerwijze geleid door vrijwilligers uit de parochie, getraind op dit gebied. Dat trainen kan met het kompas in de hand. “Een vrijwilliger kan veel betekenen. Het eerste wat een mens nodig heeft, is gezien worden. Dat herkend wordt wat er is. Dat kan een vrijwilliger brengen.”

Het kompas helpt mensen verhalen te delen: “Dus zo ziet het er bij jou uit! Als begeleider zoek ik naar: waar ligt keuze, wat kun je anders doen? Het belangrijkste is compassie: herkennen, erkennen en expressie.” Dat laatste vooral door met rituelen betekenis te geven.

De relatie met de ander vormt de andere as van het kompas. “De west, de ander, is een uitnodiging. Het helpt bij het verwerken van rouw zeer als je wordt uitgenodigd.” Oost, dat ben je zelf. En een west, dat ben je weer voor de anderen in de groep.

West, dat kan ook de Ander zijn, God, voor wie gelooft. “Ook je geloof kan je roepen, zelfs op je allereenzaamst.”

Beijnes,Schiedamse van geboorte, vertelt over een man, vader van drie pubers, die zijn vrouw verloor. “Toen hij jong was leerde hij van zijn moeder en vader: ‘jongens huilen niet’. Emoties hou je bij je. Rug recht en doorgaan. Als hij nu verdriet voelt, vindt hij dat moeilijk om te laten zien. Dat doe je niet. ‘Ik moet door, er is iets mis met me dat ik nog zo verdrietig ben, na het overlijden van mijn vrouw’.¨ De crux in wat er dan te brengen is, zegt Stéphanie, is te laten zien dat hij wel een goede vader is als hij wel zijn emoties toont.

“We leren nergens hoe je omgaat met verlies. Ook niet hoe je met het verlies van anderen om kan gaan.” Wat Beijnes betreft is het daarbij ‘care en dare’: compassie tonen, maar ook keuze bieden. Blijf niet naast iemand staan, zonder initiatief. “Blijf in de uitnodiging dat iemand beweegt.” Dat is weer de gang van zuid naar noord. “Zichtbaar in resultaten. Bijvoorbeeld dat iemand weer openstaat, of een relatie herstelt.” Maar het is wel de ander die het zelf moet doen.

Zoals de man deed die zijn angst uit het Jappenkamp overwon. Dat was getriggerd door het verlies van zijn vrouw. Maar door niet de angst te laten regeren, maar de liefde voor zijn vrouw, ‘liep hij er weer bij als een verliefde Charly Chaplin’.

Of de ‘jonge vent’ die in een garage werkte en daar de boel kort en klein timmerde toen hij mot kreeg met zijn baas. “Als zesjarige was zijn moeder overleden maar hij mocht niet bij de uitvaart zijn, zoals dat hoorde in die tijd. Hij had de ervaring dat als hij voor hommeles zorgde, hij de aandacht van zijn moeder kreeg. Dus maakte hij in zijn leven hommeles, ‘want dan krijg ik misschien aandacht – van mijn moeder’.” Met dat inzicht werd verandering mogelijk.

Of zoals de bruggenbouwer die haar baan kwijtraakte. Op haar werk was ze altijd en eeuwig de bruggenbouwer, zoals ze dat thuis tussen pa en ma was geweest. Tot ze er een burn-out van kreeg. “Ze heeft pas besloten nog maar twee dagen in week te werken.”

Zo heeft ieder mens haar of zijn ervaring van verlies, en een persoonlijke omgang daarmee. En ook zijn of haar persoonlijke antwoorden. De kracht zit hem erin naast elkaar te gaan staan en de ander uit te nodigen in beweging te komen.

Op 4 maart presenteert Stéphanie Beijnes in Schiedam haar kompas, voor ieder die verlies te verduren heeft of die anderen daarin bij wil staan. Meer informatie is in te winnen en aanmelden is mogelijk via E: [email protected].