Categorieën

Service

In de wiek geschoten maar tevreden molenmaker

In de wiek geschoten maar tevreden molenmaker
Nieuws

In de wiek geschoten maar tevreden molenmaker

  • Redactie
  • 02-06-2015
  • Nieuws
In de wiek geschoten maar tevreden molenmaker

Er was vandaag te veel wind en regen om de laatste hand te leggen aan het nieuwe staartwerk van De Nieuwe Palmboom. Morgen kan de molen weer als vanouds draaien

Gisteren is het vernieuwde staartwerk van De Nieuwe Palmboom met een hoogwerker en een kraan op de molen geplaatst. Vandaag had het team van Restauratie Werkplaats Schiedam de laatste hand willen leggen aan het gerenoveerde staartwerk. Dat was onbegonnen werk door de regen en de wind. Morgenochtend wordt het karwei afgemaakt, zodat volgens molenmaker Rob Batenburg De Nieuwe Palmboom woensdagmiddag weer kan draaien.

Molen De Palmboom dateert uit 1781. Brand minimaliseerde de molen in 1901 tot een stomp. Jarenlang deed de molen dienst als garage, eerst voor paard en wagen, later voor de vrachtwagen van de toen verderop aan de Noordvest gevestigde machinefabriek Pompfontijne. Begin jaren negentig werd de molen opnieuw opgebouwd en in 1993 werd de molen heropend, met de toevoeging ‘Nieuwe’ in de naam. Nieuw was ook de functie die hij kreeg: museummolen.

De wieken zijn de bekendste uiterlijke kenmerken van een molen. Honderdtachtig graden verder vinden we de staart, waarmee de wieken op de wind gezet kunnen worden. De eikenhouten onderdelen van het staartwerk gaan zo’n twintig tot vijfentwintig jaar mee. De middenbalk - de staart genoemd - en een lange schuine balk, een zogenoemde lange schoor, waren door bruinrot aangetast en moesten worden vervangen. Vervangende onderdelen zijn gemaakt. Het staartwerk is er afgehaald en gedemonteerd, waarna dit er gisteren weer met de nieuwe onderdelen is opgezet. “We hadden in verband met de veiligheid speciaal voor de maandag gekozen omdat dan het molenmuseum dicht is en de fluisterboot niet vaart. De werkzaamheden verliepen geheel volgens de planning en om halfeen ’s middags had de molen zijn staartwerk terug.” Batenburg kijk aldus tevreden op de hele operatie terug.

“Waar ik alleen een vervelend gevoel van heb, is dat RTV Rijnmond, toen wij gisteren met de laatste kleine handelingen van die dag bezig waren, kwam filmen en er zo’n kleine handeling heeft uitgelicht en opgeblazen. ‘Nieuwe staart Schiedamse molen iets te lang’, zegt Rijnmond. Dan lijkt het net of wij ons werk niet goed hebben gedaan. Wij waren juist heel tevreden”, zegt de in zijn wiek geschoten molenmaker, die op Schiedam24 graag wat molentechniek doceert zodat de inwoners van deze stad ‘hun molens’ nog beter doorzien. “We meten het oude staartwerk van de molen op terwijl deze op de molen zit. Zo’n staartwerk bestaat uit een staart, ofwel de middenbalk van twaalf meter lengte, die meer dan een ton weegt. Daarnaast zijn er de schoren. Er zijn twee lange schoren van vijftien meter lengte en twee korte schoren van elf meter lengte. Je kunt op basis van de oude situatie nooit precies bepalen hoe lang de nieuwe korte schoor precies moet zijn. Het oude werk kan getordeerd (gedraaid) zijn, er zitten krommingen in, er zitten bochten in. Op basis van de metingen maken we in de werkplaats het nieuwe werk. Dat was al enkele weken klaar. Vorige week hebben we het complete staartwerk eraf gehaald, gisteren zijn we alle onderdelen er dus weer gaan opzetten. Je kunt het zien als een bouwpakket. Er zit weinig beweging in zo’n constructie. De korte schoor is als een laatste onderdeel van een bouwpakket. Dit laatste deel past nooit helemaal precies, maar wij zijn er als timmermannen aan gewend dat we ter plekke maatwerk leveren. Dat is het mooie van het werken met een ‘levend’ materiaal als hout. In dit geval hebben we van de korte schoor, die een afmeting heeft van elf meter lang, en van vijftien bij vijftien centimeter doorsnee, een stuk van minder dan een centimeter moeten afzagen, zodat de schoor precies in de keep viel.”

Morgen maakt het team van de Restauratie Werkplaats Schiedam de klus af. “We hebben gisteren alles vastgezet met spanbanden. We gaan gaten boren en zetten vervolgens alles definitief vast, met bouten en moeren. We zetten er ook nog wat klossen op, waaraan de touwen bevestigd kunnen worden. En dan is hij klaar; draaien maar”, zo is Rob Batenburg nog even enthousiast als toen hij ruim veertig jaar geleden als molenvrijwilliger al zijn vrije tijd besteedde aan zijn grote liefde, de molens van Schiedam. Nu is hij bedrijfsleider van Restauratie Werkplaats Schiedam, waar hij met zes man, onder wie zijn zoon Bas, werkt aan restauraties van allerlei aard, bijvoorbeeld ook aan kerktorens, kunstwerken of kademuren, maar met specialisatie molenonderhoud. Inmiddels is het molenmaken ook een Schiedams exportproduct. Erik, de tweelingbroer van Bas, is in Denemarken gevestigd als molenmaker.