OM: het was noodweer toen Schiedammer mes trok

ROTTERDAM/SCHIEDAM – Hij stak iemand neer in het Rotterdamse Lijnbaangebied, maar toch wil het Openbaar Ministerie dat Hasan M. uit Schiedam niet wordt gestraft voor die steekpartij. De officier van justitie vroeg de rechtbank vandaag om de 33-jarige verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging. Volgens haar ‘was er actie nodig’ van M. toen zijn zwager door meerdere mannen tegen zijn hoofd werd geschopt. “Ik keur gebruik van een mes ten strengste af, maar dit was noodweer.”

“Heb je een sigaretje voor me? Dan geef ik je geld.” Met dat simpele verzoek stapt de zwager van Schiedammer Hasan M. (33) in de nacht van zaterdag op zondag 30 oktober op de Korte Lijnbaan af op een groepje dat voor een winkelruit hangt.

Het blijkt de verkeerde tijd en plaats. De hangjongeren zijn vlak ervoor uit een nabijgelegen café gezet. Een van hen is daardoor volgens anderen al ‘behoorlijk opgefokt’. De vraag schiet hem in het verkeerde keelgat. “Hij begon te schelden, daarom gingen wij weg”, vertelt M. als hij vrijdag in de rechtbank verschijnt. “Hij schold mijn moeder en zus uit, maar wij liepen gewoon weg.”

Bewakingsbeelden in het uitgaansgebied, die tijdens de rechtszaak worden afgespeeld, tonen hoe de agressieveling blijft roepen in de richting van het duo. Als de camera draait, is te zien hoe de zwager naar drie jongens uit het groepje rent. Beide kampen vliegen elkaar in de haren.

De zwager delft het onderspit en belandt op de grond. Daar wordt hij door twee uit de groep tegen hoofd geschopt en gestampt. Dan komt H. in beeld die zwaaiende bewegingen maakt. Naar eigen zeggen met een sleutel die hij uit zijn broekzak heeft gehaald. “Ik probeerde mijn zwager te helpen en verdedigde hem. Zij sloegen hem tegen zijn hoofd. Hij had hulp nodig. Er kon van alles gebeuren. Ze wilden hem kwaad doen. Mijn enige bedoeling was om ze op afstand te houden. Ik had helemaal geen mes, maar een sleutel. Die was om ze bang te maken, zodat ze op afstand bleven.” “Dat kan toch ook zonder sleutel in uw hand?”, vragen de rechters zich af. “Zij waren met vijf man, want er stonden er ook nog twee op afstand”, zegt M.

Nadat hij de mannen probeert te verjagen bij zijn zwager, komt de scheldende man achter hem aan. Nogmaals zwaait M. om zich heen, maar weer wordt hij op de beelden achtervolgt. Vlak voor de politie arriveert, is volgens de aanklager te zien hoe de Schiedammer iets inklapt. In haar beleving een mes, dat ook een dame uit het groepje zegt te hebben gezien. Het slachtoffer heeft steekwonden in buik en hand.

“Ik denk dat u beter eerlijk kunt zijn”, zegt de officier tegen de verdachte. “Er zat geen druppel bloed op uw sleutels en dat voorwerp past ook niet bij verwondingen. Waarom zouden mensen bang worden van een sleutel?” M. houdt vol: “Ik heb nog nooit van mijn leven een mes vastgehouden.”

Hoewel het OM de steekpartij ziet als een poging tot doodslag, vindt die het de vraag ‘of M. de grenzen te buiten is gegaan’. “Was het proportioneel dat hij zijn zwager zo beschermde?” Volgens de officier is het antwoord daarop in de ‘heel moeilijke zaak’ uiteindelijk ‘ja’. “M. kon de hulp van de politie niet inroepen. Voor een zeer prangende situatie vanwege het kopschoppen. Alles was er op gericht om de mannen van zijn zwager af te krijgen. Er was actie nodig van de verdachte."