Categorieën

Service

"Het kost goud, jongen¨

"Het kost goud, jongen¨
Nieuws

"Het kost goud, jongen¨

  • Han van der Horst
  • 18-09-2022
  • Nieuws
"Het kost goud, jongen¨

Beeld uit het tijdschrift de Beatrijs


COLUMN - "Het kost goud, jongen¨, zeiden mijn moeder en mijn oma als ik weer eens het licht op de wc had aan gelaten. Ze hielden daar allebei toezicht op want mijn ouders hadden inwoning bij opa en oma. Wij deelden het toilet. 

¨Het kost goud, jongen¨. Dat lag net zo in hun mond bestorven als: ¨In de oorlog zou je er naar snakken¨.

Nu kosten gas en licht écht goud. Daarom moet ik de laatste weken vaak aan hun uitspraak denken. 

Er hingen in de zoldervertrekjes, die mijn vader tot een voor- en achterkamer had herschapen, twee lampen aan het plafond. Daarnaast stond er één schemerlamp. Ook bij de trap, in mijn kamertje en in het mini-keukentje bevond zich een lichtpunt. Daar kookte mijn moeder op een twee pits gasstelletje. Dat deden de meeste Schiedammers in die dagen. 

Voor langdurig sudderen hadden mijn ouders net als alle gezinnen een petroleumstel in huis. 

Aan het eind van de jaren vijftig begon Philips grote campagnes voor sfeerverlichting. In de Katholieke Illustratie stonden advertenties van interieurs vol schemerlampen die indirect strijklicht op de muren gaven. Dat was gezellig. En de kinderen hadden natuurlijk een bureaulamp nodig. Anders bedierven zij hun ogen bij het maken van het huiswerk. Zo wist Philips de verkoop van gloeilampen tot ongekende hoogte op te schroeven en ook het elektriciteitsbedrijf had er baat bij.

Schiedam had zijn eigen Gemeentelijk Energie Bedrijf maar dat betrok zijn stroom uit Rotterdam. Die zal wel opgewekt zijn in de centrale met de grote pijpen vlakbij het Marconiplein. Gas werd uit steenkool gedistilleerd in een gigantische gashouder tussen de Hoofdstraat en de Dwarsstraat. Eens in de week kwam iemand van de gemeente het geld ophalen voor gas en licht. Oudere Schiedammers kennen nog wel de spraakzame Guus Klepke met zijn schoudertas vol kwitanties en kleingeld. Hij wist alles van iedereen. Dat kwam hem later van pas toen hij als geheid socialist namens de PvdA toetrad tot de gemeenteraad. Guus Klepke is al sinds mensenheugenis met pensioen, maar je ziet hem nog steeds overal in de stad opduiken.

Toen het aardgas kwam, werd alles anders. De gashouder maakte plaats voor woningen. De kolenkachels verdwenen en de Aladdin- en Beskacheltjes voor bijverwarming op petroleum werden voorgoed opzij gezet. Niet meer verscheen wekelijks de olieboer met zijn bakfiets vol rechthoekige kannen petroleum.

Guus Klepke en zijn vele collega´s in den lande werden nooit vervangen. Het contact tussen klant en energiebedrijf is anoniem geworden. Ze weten je alleen nog te vinden als je te laat betaalt.

Gemeentelijke energiebedrijven bestaan niet meer. Die zijn eerst ondergebracht in grote fusieondernemingen en vervolgens aan de meestbiedende verkocht. Zo kwamen de grootste in Duitse, Zweedse of Japanse handen. Dat laatste is het geval met Eneco, dat tot voor een paar jaar nog in bezit was bij 44 gemeentes. 44 olie- en nog eens oliedomme colleges verkochten het aan Mitsubishi en Chubu Electric Power in Japan. Daar hebben ze nu dik spijt van uiteraard, maar destijds klopten die bestuurders zich op de borst. Ze waren spekkoper, juichten de media. Ze haalden 2,5 tot 3 miljard binnen. De overheid zal nu een veel groter bedrag moeten investeren om klanten die door de explosie van de energieprijzen met hun rug tegen de muur staan, van de ondergang te redden. 

Allemaal zondegeld. ¨Het kost goud jongen¨.