Schiedammers echte autorijders - maar niet in deelauto

SCHIEDAM - Schiedammers zijn echte autorijders; het liefst nemen zij de auto om zich te verplaatsen, zowel naar bestemmingen buiten de stad als in de stad. Het delen van een auto zien ze niet erg zitten.

Als een Schiedammer naar een bestemming in een andere dan zijn eigen wijk gaat, neemt hij of zij in 35 procent (bestemmingen in het centrum) tot 59 procent (bestemmingen in Spaland/ Sveaparken) van de gevallen de auto of motor. Dit blijkt uit het mobiliteitsonderzoek van de gemeente Schiedam, waaraan vorig jaar ruim 5400 deelnamen.

De Schiedamse binnenstad, winkelcentrum Hof van Spaland en station Schiedam-Centrum zijn de meest bezochte plekken in de stad. Bij de eerste twee bestemmingen is het autogebruik hoog, maar naar het station gaan relatief veel inwoners toch met het openbaar vervoer, met de fiets of lopend.

Voor reizen naar bestemmingen buiten de stad kiezen Schiedammers nog vaker voor de auto. De meest bezochte plek buiten Schiedam is Rotterdam-Centrum, gevolgd door Vlaardingen. Bij reizen naar het centrum van Rotterdam en andere grote steden, zoals Den Haag, Utrecht en Amsterdam, is het gebruik van het openbaar vervoer relatief hoog.

Bijna 85 procent van de Schiedamse huishoudens heeft één of meer auto’s. Het gemiddelde aantal auto’s per huishouden is 1,1. Ruim zestig procent van de huishoudens in de stad heeft één auto, maar bij ruim een of de vijf huizen staan er twee voor deur, en in drie procent van de huishoudens zelfs drie of meer.

Het autobezit is het hoogst in Spaland/Sveaparken (97 procent) en Woudhoek en Kethel (91 procent). In deze wijken komt ook het bezit van meer dan één auto vaak voor, vooral in Spaland/Sveaparken, waar 41 procent van de huizen twee auto's voor de deur heeft staan. Het laagst is het autobezit in Nieuwland (74 procent), Oost (76 procent) en het centrum (80 procent).

Niet meer dan twee procent van de Schiedammers maakt gebruik van een deelauto. Maar liefst 55 procent van hen wil geen deelauto gebruiken. Als reden daarvoor geven zij op (in 56 procent van de gevallen) dat zij de auto altijd tot hun beschikking willen hebben. Vooral stellen – met of zonder thuiswonende kinderen – noemen dit bezwaar. Verder vindt 33 procent van de inwoners het een vervelend idee dat ook anderen de auto gebruiken en 29 procent vindt het gebruik van een deelauto te veel gedoe, zo blijkt uit het mobiliteitsonderzoek.

Drie procent is van plan een auto te gaan delen, negen procent denkt daar over na en bijna een derde van de mensen heeft eenvoudigweg nog nooit nagedacht of een deelauto hen verder zou helpen. Het concept van de deelauto blijkt het meest populair onder automobilisten die niet zo veel te besteden hebben, zoals jongeren en alleenstaande ouders.

Om het gebruik van deelauto's te stimuleren zou dat goedkoper moeten worden en de beschikbaarheid van deelauto’s in de buurt verder verbeterd.