Categorieën

Service

Vijf gevelteksten van 'Schiedamse' schrijvers, dat smaakt naar meer...

Vijf gevelteksten van 'Schiedamse' schrijvers, dat smaakt naar meer...
Nieuws

Vijf gevelteksten van 'Schiedamse' schrijvers, dat smaakt naar meer...

  • Kor Kegel
  • 26-09-2022
  • Nieuws
Vijf gevelteksten van 'Schiedamse' schrijvers, dat smaakt naar meer...

Hans Overheul en Jan van Bergen en Henegouwen hebben een beroemd tekstfragment van Gerard Reve gekozen. Foto: Jan van Kampenhout

SCHIEDAM – Het is een ongeloofwaardig verhaal, maar de kracht van J.M.A. Biesheuvel (1939-2020) was dat hij het ongeloofwaardige geloofwaardig kon maken. Met zijn kolderieke vertellingen is hij een van de bekendste Nederlandse schrijvers geworden. De in Schiedam geboren schrijver componeerde ‘Brommer op zee’ in 1972 en het verhaal verscheen in zijn eerste bundel, ‘In de bovenkooi’.  

Vijftig jaar later verschijnt een fragment uit ‘Brommer op zee’ op een gevel van een gebouw in Schiedam, geboortestad van Maarten Biesheuvel. In negentien regels staat het sinds een paar weken op de zijgevel van het Blauwhuis aan de Lange Nieuwstraat. Een prima plek. Dit voorjaar werd het Art Centre Schiedam op twintig meter afstand geopend. Het trekt een nieuw publiek naar dit nieuwe centrum van beeldende kunst en een literaire tekst vlakbij vergroot de pret.  

   ‘Hoe is het mogelijk 
   dat u op het water 
   rijden kan?’ 
   vroeg Isaäc verbaasd.
   ‘Dat is een kwestie 
   van oefenen,’ 
   zei de man. 
   ‘Ik ben begonnen met
   een speld plat op het 
   water te leggen. Als je 
   dat heel voorzichtig 
   doet, blijft hij 
   drijven. Op de lange 
   duur nam ik steeds 
   zwaardere 
   voorwerpen. Het was 
   mij natuurlijk om 
   mijn brommer te doen 
   en tenslotte reed ik 
   mijn eerste schamele 
   rondjes op de 
   stadsvijver.’ 

‘Brommer op zee’ was zo’n ongewoon verhaal dat de VPRO er zelfs zijn vermaarde boekenprogramma naar noemde. Na zijn succesvolle debuut zou J.M.A. Biesheuvel nog ruim 35 boeken schrijven. Twee jaar geleden kwam hij op 81-jarige leeftijd te overlijden. Zijn tachtigste verjaardag was nog gevierd in de Korenbeurs, waar de mooiste bibliotheek van Nederland is gevestigd.  

Gerard Reve
Tegelijk met het fragment uit ‘Brommer op zee’ verscheen op de gevel van een ander gebouw in Schiedam een kortere tekst uit een boek van Gerard Reve (1923-2006). Op een witte gevel in de Overmaassesteeg staat het volgende citaat uit ‘De avonden’: 

   ‘Het is gezien, 
   het is niet 
   onopgemerkt 
   gebleven.’ 
   Hij strekte zich uit 
   en viel in een diepe slaap.  

‘De avonden’ is de debuutroman van Gerard Reve, die toen nog de schrijversnaam Simon van het Reve gebruikte. Hij boek verscheen vijfenzeventig jaar geleden en met het aanbrengen van de geveltekst is het een eerbetoon op een toepasselijk moment. Gerard Reve heeft jarenlang in de Nassaulaan gewoond, waar het hoekhuis op naam stond van zijn vriend Joop Schafthuizen. In de binnenstad ging hij de boodschappen doen en geregeld ging hij er naar het café. 

Met de fragmenten uit de boeken van Biesheuvel en Reve is het Literair Gezelschap Schiedam gekomen op een aantal van vijf gevelteksten, die ontleend zijn aan het oeuvre van schrijvers die uit Schiedam kwamen of op andere wijze een relatie met Schiedam hadden. Ook nu weer zijn de gevelteksten ontworpen door Skizzie, het bedrijf van vormgeefster Tessa Schlechtriem. De teksten zijn direct op muur geschilderd door reclameatelier Leo Mineur. De eerdere teksten verschenen in 2015, 2017 en 2018 en ze komen uit het literaire werk van respectievelijk Ida Gerhardt, François HaverSchmidt en Willem Elsschot. 

Ida Gerhardt
De gekozen tekst van Ida Gerhardt (1905-1997) prijkt op het pand Overschiesestraat 44. Dat was ooit een woonhuis. In de zomer van 1908 verhuisde het gezin Gerhardt van Gorcum naar Schiedam. Ze woonden er slechts twee jaar en verhuisden naar Plein Eendragt. Het pand aan de Overschiesestraat 44 werd later een jongerensociëteit, De Tempel, en daarna kwam er Stichting Eigen Werk. Op de zijgevel van het pand prijkt Ida’s gedicht ‘Het egeltje’. 

   De egel komt in 't eendere schemeruur 
   schuifelen langs de plavuizen van de schuur. 

   De ademsporen van zijn spitse snuit 
   gaan op de kille stenen aan en uit 

   omtrent de stille mens, die met geduld 
   zijn schuwheid went en de aarden schotel vult 

   en wacht, totdat een kleine ruige hand 
   zich tastend vastgrijpt een de schotelrand. 

   Dan drinkt het dier. Even, als in verstaan 
   zien twee bevredigden elkander aan.  

François HaverSchmidt
Op de zijkant van een huis aan de Nieuwe Sluisstraat 16 staat een tekst van François HaverSchmidt, die gedichten publiceerde onder de naam Piet Paaltjens. Dit pand is in de nabijheid van hervormde pastorie op Lange Haven 134,  HaverSchmidts woonhuis waar hij zich in 1894 het leven benam. 

   Dat heertje met zijn witte das 
   Was eertijds een minnezanger; 
   Doch sinds het die witte das aanheeft, 
   Minnedicht het niet langer. 

   Nu preekt het en doet huisbezoek, 
   En voor de variatie, 
   Houdt het ’s winters met, driemaal in de week, 
   Lidmatencatchechisatie. 

   Ik bezweer u, mijn allerliefste vriendin! 
   De draak hier niet mee te steken; 
   Er zit wezenlijk zo iets aandoenlijks in, 
   Dat een hart er wel van mocht breken.  

Willem Elsschot
In het Schiedamse museumkwartier prijkt een tekst van Willem Elsschot, pseudoniem van Alphonsus Josephus de Ridder (1882-1960). Bekende boeken van hem zijn ‘Lijmen/Het been’ en ‘Kaas’. Hij werkte van 1908 tot 1911 bij scheepswerf Gusto als handelscorrepondent; daarna was hij elders werkzaam in de reclame. Het gekozen fragment komt uit een brief, die Elsschot in 1959 schreef aan een jonge bewonderaar en is aangebracht op de gevel van het hoekpand Hoogstraat/Appelmarkt. 

   Wees gerust. Wie eenmaal een drang naar het schone heeft gekend zal nooit 
   tot alledaagsheid vervallen. En dat is toch ook al iets. 

Literair Gezelschap

Het Literair Gezelschap Schiedam kiest de fragmenten in samenwerking met Bibliotheek Schiedam. Bij beide organisaties is Jan van Bergen en Henegouwen betrokken. Voor alle stappen daarna is de afdeling cultuur van de gemeente verantwoordelijk. Zij geeft de opdracht aan de vormgever en regelt de verdere uitvoer van het project.  

“We zoeken natuurlijk naar plekken waar de teksten in het oog springen. Vanzelfsprekend is ook toestemming van de eigenaren nodig. Gaat het om monumenten, dan moet Monumentenzorg akkoord gaan. Het is uitgesloten dat er een tekst op de Korenbeurs zal verschijnen, hoewel het natuurlijk een geschikte plek zou zijn omdat de bibliotheek er gehuisvest is.” 

Er zijn meer schrijvers in wier leven Schiedam een rol speelde. Jan Noordegraaf en Anne Takens woonden hier. Adriaan van der Veen en Miep Racké-Noordijk (met pseudoniemen Maria Oomkens en Scheherazade) groeiden op in Schiedam. Ferdinand Bordewijk en Annie M.G. Schmidt werkten hier. Daan van der Zee, Jan de Zanger, Wim Meuldijk en Raoul de Jong hebben hier gewoond. Louis Lehmann ging hier naar de H.B.S. Geert Mak schreef over Schiedam, Joris Karl Huysmans schreef over de Schiedamse heilige Liduina. En dan zijn er nog Jan Campert, Simon Carmiggelt, Arie den Doolaard, Herman de Man en Albert Helman die voor het tijdschrift van distilleerderij Rynbende schreven. Willem Duys, Louis Lehmann, Hans Sleutelaar, Heinz Polzer (Drs. P.), Cornelis Bastiaan Vaandrager en Hans Ferrée werkten voor het interne reclamebureau van Unilever aan de Nieuwe Haven.  

En dan zijn er nog schrijvers die Schiedam noemen, onder wie Nico Dijkshoorn, Godfried Bomans en Edmondo de Amicis. Sanneke van Hassel schreef acht portretten van bewoners van de Gorzen. Maarten ’t Hart kwam hier naar de bibliotheek. Op de website van het Gemeentearchief staat een hele lijst met schrijvers die iets met Schiedam hebben, onder wie Thea Beckman, Jules Deelder, Eduard Douwes Dekker, Hans Dorrestijn, Henriëtte Roland Holst, Hubert Lampo, Bob den Uyl, Levi Weemoedt, Paul Verlaine, Betje Wolff en Aagje Deken, Koos van Zomeren. Het is een imposante lijst.  

Het voert te ver om van allemaal citaten op Schiedamse gevels aan te brengen, maar het verlanglijstje van het Literair Gezelschap begint met Annie M.G. Schmidt, Ferdinand Bordewijk en Jules Deelder, de laatste omdat hij met burgemeester Reinier Scheeres de eerste paal van Theater aan de Schie sloeg. 

Er wordt nu naar geschikte gevels gezocht. “Na een oproep op Facebook hebben al verschillende mensen interesse getoond. Ze denken erover om een gevel van hun huis beschikbaar te stellen. We zijn met hen in gesprek, want de keuze”, zegt Jan van Bergen en Henegouwen, “wordt uiteraard gemaakt in samenspraak met de eigenaren.”