Categorieën

Service

Vrijwilligers doen het om het plezier

Vrijwilligers doen het om het plezier
Uit

Vrijwilligers doen het om het plezier

  • Redactie
  • 09-01-2016
  • Uit
Vrijwilligers doen het om het plezier

Op de Y-as de mate van persoonlijke of minder-persoonlijke doelen, op de X-as de intrinsieke of extrinsieke motivatie


SCHIEDAM - Jonge en oude vrijwilligers blijken niet veel te verschillen in hun motivatie waarom zij zich inzetten bij Schiedamse erfgoedinstellingen. Zij zetten zich vooral in vanwege 'de sociale interactie' en het plezier dat zij eraan beleven. Ook woorden als 'passie' en 'waarden die worden gedeeld' komen er aan te pas om aan te geven waarom vrijwilligers zich inzetten.

Dit vertelde Lisa Baas vanmiddag in Het Verhaal van Schiedam. In het verenigingslokaal van de Historische Vereniging Schiedam deed zij uit de doeken tot welke conclusies zij in haar onderzoek voor haar master Culturele Economie gekomen is.

Het zijn vooral persoonlijke en intrinsieke motieven die mensen aanzetten om zich bij een instelling aan te melden als vrijwilliger - en dit vaak jarenlang te blijven. “Ik verwachtte zelf dat jongeren meer extrinsieke motieven zouden noemen”, aldus Baas. Intrinsiek betekent zo veel als je dat doelen realiseert in het vrijwilligerswerk zelf, bijvoorbeeld 'een doel in de dag hebben', of 'een passie kunnen volgen'; extrinsiek wil zeggen dat de resultaten vooral een gevolg zijn van de inzet, bijvoorbeeld 'vaardigheden ontwikkelen' of 'waardering van anderen'. Het lag voor de hand dat jongeren vrijwilligerswerk gebruiken om een ander doel te bereiken, zoals te netwerken, maar dat blijkt niet het geval.

Baas ondervroeg twaalf vrijwilligers bij het Jenevermuseum, het St. Anthoniusgilde, de Schiedamse Molens en stichting Calorische Werktuigen. Zij koos de gesprekspartners in twee leeftijdsgroepen: van 20 tot 35 en van 55 tot 70. Deze twee categorieën bleken weinig van elkaar te verschillen. “Ook jonge mensen blijken zich hier in te zetten vooral gedreven door passie, normen en waarden die worden gedeeld met de organisatie of andere vrijwilligers.” Een afgeleid resultaat als 'publieke erkenning' blijkt ook van belang, maar toch veel minder dan de persoonlijke voldoening en de sociale interactie.