Wat Nederland de wereld geeft: de molenaar

SCHIEDAM / AMSTERDAM - En inderdaad, het is zoals de persvoorlichter van het ministerie eerder vanmiddag meldde: hoor de bekendmaking en je snapt waarom. Het ging en gaat om het molenaarsambacht. Vorige week als aankondiging in Schiedam verwacht, door omstandigheden zojuist gebracht in Amsterdam. Nu ja, als de nood hoog is, moet het maar wat armoediger... Zie ons artikel van eerder vanmiddag.

Nederland stelt dus het molenaarsambacht voor als 'onze' bijdrage aan de Unesco-lijst voor immaterieel erfgoed. Minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap maakte dit zojuist bekend op D'Admiraal in Amsterdam, een krijtmolen. Het is voor het eerst dat Nederland een traditie voordraagt voor de Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid bij Unesco.

Daarmee is het nog niet gedaan: het is nu aan het Gilde van Vrijwillige Molenaars, Vereniging De Hollandsche Molen, het Ambachtelijk Korenmolenaarsgilde en het Gild Fryske Mounders om een zogenaamd nominatiedossier samen te stellen. Dat zal komend voorjaar worden ingediend bij Unesco.

Bussemaker zei zojuist in Amsterdam: “Molens zijn al sinds eeuwen met Nederland verbonden. Molenaars zijn nodig om de molens te laten draaien. Ook in de toekomst moeten we kunnen blijven genieten van de werking van deze dynamische monumenten. Door het molenaarsambacht voor te dragen bij Unesco, gaat het vakmanschap van werken met molens niet verloren voor volgende generaties en blijft Nederland hét molenland bij uitstek.”