Categorieën

Service

Wiens naam genoemd wordt, sterft niet

Wiens naam genoemd wordt, sterft niet
Nieuws

Wiens naam genoemd wordt, sterft niet

  • Ted Konings
  • 26-02-2016
  • Nieuws
Wiens naam genoemd wordt, sterft niet

SCHIEDAM - “Een mens is pas vergeten als zijn of haar naam vergeten is.” Die troost wilden de Schiedammers elkaar en de stad bieden, die gisteren in totaal negentien 'Stolpersteine' plaatsten op verschillende plekken in het centrum van de stad.

De Stolpersteine, vierkante, goudkleurige steentjes, zijn gewijd aan Joden die in de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd en omgebracht. De steentjes dragen ieder een naam. En waar bekend drie data: die van geboorte, wegvoeren en overlijden van de Schiedammers. Ze worden geplaatst in de stoep voor de deuren van de huizen waarin de nazi-slachtoffers ooit woonden. Initiatiefnemer is de stichting Stolpersteine, die nu voor het derde jaar deze steentjes legt. Naar inspiratie van de kunstenaar Gunter Demnig. Die ook naar Schiedam was gekomen om zelf de steentjes te leggen, zoals hij al op zo ontzetting wel plekken zo ontzettend vaak deed. Naar verluidt al 56.000 keer.

Het is ook de stichting die het speurwerk doet om de namen en levensverhalen van de Schiedamse slachtoffers van de Jodenvervolging boven tafel te krijgen. Zij nodigen ook nabestaanden uit om de legging van de steentjes mee te maken.

Zo ook gisteren. Een dag met meerdere gezichten, zoals spreker Josua Ossendrijver signaleerde tijdens de herdenkingsdienst voorafgaand aan de rondgang door de stad voor het leggen van de stenen. “In de eerste plaats is vandaag een dag van confrontatie, een dag van stille woede. Een dag waarop we opnieuw oog in oog staan met het onvoorstelbare leed van de sjoa.” Waarvan de mensheid maar betrekkelijk weinig leert. “Vandaag laat opnieuw zien tot welke gruwelijkheden haat, vooroordelen, onverdraagzaamheid en superioriteitsgevoelens leiden.”

Een ander gezicht van de dag is de herdenking. Ceremonie. “Een dag waarop we een aantal Joodse Schiedammers persoonlijk herdenken.” En er is de herinnering, 'waarbij we het leven vieren', aldus Ossendrijver. “Een dag van vreugde, want de doden zijn nog onder ons.” Een zestig mensen hadden zich voor de viering gemeld.

Mensen sloten zich aan en gingen. Er reed een bus mee voor mensen die echt moeilijk ter ben waren. Op de Rotterdamsedijk werden de eerste steentjes gelegd, voor Samuel, Annie en Michiel Hijmans. Bij de ingang van de Passage, in de Tuinlaan en op Plein Eendragt volgden andere Stolpersteine. Op het plein verzamelde zich de familie Brücker, bij het huis waar Mozes en Rossetta Brücker-Eijl in de oorlog kort hebben gewoond. Kleinzoon Rob Brücker spreekt kort over hoe zijn opa zo'n sterke wil had dat zijn zoon de oorlog uiteindelijk kon overleven, waaraan Rob zijn leven te danken heeft. “Opa was Roemeen, vluchtte daar in 1914 in de Eerste Wereldoorlog weg, maar had gezien hoe het er in de wereld aan toegaat. Hij wist wat er dreigde en heeft gevochten om geld te verdienen om zijn kinderen te kunnen laten onderduiken.” Want zo hard was het ook; rijke Joden hadden betere kansen dan arme Joden. Toen hun kleding- en stoffenzaak in Rotterdam in 1940 werd weggebombardeerd, kwamen de Brückers met hun vier kinderen naar Schiedam. “Opa werd meerdere keren opgepakt, net als mijn vader, maar ontsnapte ook verschillende keren.” Maar niet vaak genoeg: uiteindelijk werd opa op het Amsterdamse station gepakt, met zijn vrouw. Zij overleden op 6 maart 1944. Zijn kinderen waren echter ondergedoken en overleefden. Zodat op Plein Eendragt hún kinderen en kleinkinderen aanwezig konden zijn en een kijkje konden nemen in het huis waarin Rossetta en Mozes enige tijd woonden.

“Elk mens sterft twee maal”, aldus Ossendrijver. “De eerste keer fysiek, wanneer het hart en alle lichaamsfuncties stoppen. De tweede maal als hij of zij niet meer wordt herinnerd. Nooit meer de naam wordt genoemd. Een mens is pas werkelijk overleden wanneer hij of zij is vergeten. Verdwenen uit ons geheugen en ons hart. Verdwenen van de aardbodem. Maar zo lang hun namen genoemd blijven worden leven zij voort.”

Dat is de troost van het werk van de Stolpersteinestichting. Monique den Ouden is afgelopen jaar deel gaan uitmaken van het bestuur ervan. Zij is docent en wil zich hard maken om het verhaal van de Jodenvervolging - en van die van andere groepen - door te geven aan nieuwe generaties. Zijzelf en anderen van de stichting gaan de scholen af om het verhaal te doen. Dit jaar staat Süskind, de film naar de man die veel Joden in Amsterdam wist te beschermen tegen deportatie, centraal. Den Ouden maakte werkbladen bij een dvd met fragmenten en verhalen over Süskind.