Categorieën

Service

De H van Schiedams

De H van Schiedams
Uit

De H van Schiedams

  • Han van der Horst
  • 14-03-2021
  • Uit

COLUMN - Afgelopen donderdag werd ik voorgesteld aan een dame uit de Haaglanden. “Ik hoor dat je uit Rotterdam komt”, zei ze. Dat klopt. Ik kan heel correct Standaardnederlands spreken, maar dan moet ik er wel op letten. Anders zit er een stukje maasstedelijke muziek in.

En dat bevalt me niet, want zo geef ik een fout signaal. Ik kom uit Schiedam en niet uit Rotterdam. Dat moet – waar relevant – vanaf het eerste moment duidelijk zijn. Wat zullen we nou beleven?

Toch hebben plat pratende stadgenoten een Rotterdams accent. Dat is het gevolg van het cultureel imperialisme zoals dat wordt ontplooid door onze grote buurstad. Het plat Schiedams is geheel verdrongen.

Mijn oma, die in de jaren zestig op zeer hoge leeftijd overleed, sprak het wel. Háár zou je nooit voor een Rotterdamse aanzien. Belangrijk kenmerk van het Schiedams: de h aan het begin van een woord spreek je nooit uit maar wel als het met een a, een o, een u, of een i begint. Mij noemde ze consequent An maar ze had het ook over happelen. Ik was nog maar een kind en al vond ik toen al verhalen over vroeger heel leuk, ik miste de gesheid om me de Schiedamse tongval eigen te maken. Die stierf uit waar ik bij stond, zodat ons plaatselijk vlogfenomeen Tante Toof zich in haar beste Rotterdams tot de massa richt. Ik moet het daarom doen met het mooie stuk dat Paul Feelders in 1991 al voor het onvolprezen tijdschrift Scyedam schreef. Hij heeft het ook meteen over de h. Citaat van een vrouw die voor niks naar de waterstoker was gelopen. (H)ere, (H)ere, op ;’t (h)ele (h)oofd geen (h)eet water meer!

Feelders noemt nog meer eigenaardigheden. Schiedammers van weleer plaatsten het lidwoord de voor eigennamen. Dan krijg je. Kijk, daar heb je de Cor. Uit de weinige verhalen, waarin figuren Schiedams spreken, blijkt dat de ei en de ij beide als ai moeten worden uitgesproken en de ui als oi. Lijkt op Rotterdams, klinkt toch niet zo, daar blijft de ij een ij, maar dan uitgerekt.

Dat is het wel zo’n beetje. Feelders stelt mismoedig vast dat er nooit bandopnames zijn gemaakt van het Schiedams zoals die wel van het Vlaardings bestaan. Hij eindigt zijn stuk met een groot aantal typisch Schiedamse uitdrukkingen. En ook hij maakte het mee dat hij om zijn accent voor Rotterdammer werd versleten.

Hadden we als kind maar beter opgelet als oma en opa aan het vertellen waren.

En nu kijkt mijn lief – niet uit Schiedam – over mijn schouder. Zij zegt: “Aan het eind van een telefoongesprek zeg jij altijd “Hoi, hoi”. Dat heb ik alleen maar Schiedammers horen doen." Zou dan toch……?