Categorieën

Service

Wit

Wit
Uit

Wit

  • Han van der Horst
  • 20-12-2020
  • Uit
Wit

Aladdinkachel


COLUMN - Wie weet krijgen we dat dan wél. Sommige weerkundigen zeggen dat het met Kerstmis misschien een heel klein beetje vriest. Er zal een witte waas op het plaveisel liggen en met een beetje fantasie noemen we dat dan sneeuw.

Een witte kerst.

Dan heb je in ieder geval wat om naar te kijken.

Ik moet heel erg diep in mijn geheugen graven om nog ergens herinneringen te vinden aan een echte winterse kerstviering. Er staat me een beeld voor ogen: ik achterop de oude solex van mijn vader. Hij duwde mijn moeder met zijn linkerarm voort want zij reed op een gewone fiets. Het was steenkoud en de sneeuw op de Kerkweg was al lang niet meer rul maar aangekoekt. De koplamp van de solex priemde in de verte. Het was tien voor elf en we wilden tijdig in de Sint Jacobuskerk zijn voor de nachtmis, gladheid en duisternis of niet. Het was ongetwijfeld aan O.L.V. van Schiedam te danken en niet aan mijn vaders rijkunsten dat wij levend en wel op een van de achterste banken aanschoven, want de kerken waren toen nog vol. Wij waren thuis niet zo braaf en in het algemeen was mijn vader weinig geneigd hoog- en nachtmissen te bezoeken. Dit vanwege de grote lengte. Hij ging op  Eerste Kerstdag wel naar de kerk en dan naar de stille mis, zodat je binnen een uur weer op straat stond. Deze keer wilden ze er blijkbaar iets bijzonders van maken. In het kader van mijn opvoeding of zo.. Kerstmis in Kethel. Wat een herinnering!

Nog iets wat zelfs vijftigers nooit hebben meegemaakt. Bloemen op de ramen! In de oude niet gerenoveerde flats van Nieuwland zitten nog geultjes in de binnenkozijnen. Die dienen ervoor het condenswater op te vangen, dat op het raam neersloeg als de kolenkachel brandde. Het was enkel glas dat al gauw de temperatuur van buiten aannam. Als het ‘s nachts vroor, dan vormde het condenswater ijsbloemen op de ruiten. Ze smolten zodra je er tegen hijgde. Als de vorst echt had doorgezet, dan was zelfs het water in de kozijngeultjes bevroren.

De meeste mensen hadden maar één kachel in die dagen. Dat was de haard in de woonkamer. Voor het overige behielp men zich met verplaatsbare petroleumkacheltjes. Een uur voor ik van school thuiskwam zette mijn moeder de Aladdin brandend en wel in mijn kamertje. Ze haalde die later weer weg als de boel was opgewarmd, want al die peterolie kostte net als de elektriciteit goudgeld. Ik weet nog wat dat betekent: met je grote blote voeten op het koude zeil. Daar kunnen de verwekelijkte jonge generaties zich geen voorstelling van maken. Met hun geklaag en hun illegale vuurwerk.