Categorieën

Service

Watjes

Watjes
Wonen

Watjes

  • Han van der Horst
  • 18-03-2018
  • Wonen
Watjes
COLUMN - Alle mensen, wat had ik er genoeg van. Wat was ik dit zat. Over nog geen drie weken is het pasen en toch had ik mijn sjaal en mijn handschoenen weer tevoorschijn gehaald. Op mijn hoofd prijkte een koptelefoon, want die dingen zijn een probaat middel tegen koude oren. Als een soort waarschuwing zweefde hier en daar een sneeuwvlokje in de lucht. Het kon allemaal nog veel erger worden en ik – ik was op weg naar Utrecht op die vreselijke zaterdagochtend. Het hoort lente te worden en er komt een onaangename rotkou die zelfs het schaatsen onmogelijk zou maken als we ook nog te maken zouden krijgen met een Schie waarop je kunt schaatsen.

Toch begon ik langzaam maar zeker mijn zegeningen te tellen. Deze koudegolf zou hoogstens twee dagen aanhouden. Ik dacht aan de jaren vijftig toen sneeuw nog heel gewoon was. Wat moeten onze ouders en onze grootouders (en mensen van mijn leeftijd als kind) het massaal toch koud gehad hebben. Ook binnenshuis. Centrale verwarming was iets voor bedrijven, openbare gebouwen, scholen en rijkelui. Gewone mensen moesten het doen met één kolenkachel, die meestal in de huiskamer stond opgesteld, waar het feitelijke gezinsleven plaatsvond. Wie het beter deed of wilde opscheppen, had aan de straatkant van het huis wel een mooie kamer waar het beste meubilair prijkte rond een haard, maar die brandde haast nooit en de familie zou deze mooie kamer hoogstens op zon- en feestdagen betreden. Ook werd de salon opengegooid als er bezoek kwam, bijvoorbeeld van de pater. Het was er meestal gruwelijk koud, net als in de rest van het huis.

Als je 's morgens wakker werd dan stonden de bloemen op de ramen. Dat was bevroren condens. Zo koud kon het binnen worden. Stonden de mensen dan machteloos? Niet helemaal: je kon voor extra verwarming een BES-kachel kopen of een Aladdin. Elke week bracht de peterolieboer nieuwe brandstof. Moeder zette zo´n oliekacheltje in de kamer van de kinderen, iets meer dan een half uurtje voordat ze van school thuiskwamen. Door de warmte van het kacheltje gingen ook de bloemen op de ramen eraan, maar het was toch behelpen.

Vijftig jaar geleden, toen was het pas koud. Dit is niks. Watjes!