Vrouw beschuldigt ‘maatje’ na 10 jaar vriendschap van misbruik

SCHIEDAM - Aan tien jaar innige vriendschap tussen de 35-jarige M. H. en zijn hartsvriendin uit Schiedam komt abrupt een einde. Na een avond drank en drugs belanden de twee in bed. Ze slapen wel vaker onschuldig samen, maar volgens de vrouw wordt zij nu midden in de nacht wakker en zit H. met zijn vingers in haar. Hij ontkent.

Hoewel een Schiedamse met vriendinnen op 12 november op stap gaat voor een ‘meidenavond’, sluit uiteindelijk haar beste vriend M. H. eveneens aan. “Zij belde mij of ik nog ketamine had en langskwam. We waren eerst in de kroeg, daarna bij haar thuis. Daar hebben we nog een drankje en snuifje gedaan en een blow gerookt’’, blikt de 35-jarige verdachte vrijdag terug in de rechtbank.

De twee ‘maatjes’ zijn niet alleen in de woning. Een bevriend stel is ook meegegaan en blijft slapen in de woonkamer. Net als H., maar hij kruipt bij de Schiedamse bewoonster in bed. Vanwege hun ‘broer-zus-relatie’ gebeurt dat wel vaker als hij blijft pitten. “We hebben nog ketamine genomen en een beetje zitten lachen, omdat ze muziek in woonkamer draaiden. Toen zijn we gaan slapen”, vertelt hij de rechters.

Volgens zijn vriendin wordt zij rond drie uur die nacht echter wakker van gefriemel aan haar lijf. De man naast haar zou zichzelf bovendien bevredigen. “Ik dacht dat ik droomde, maar ik voelde dat hij me vingerde. Ik schoot overeind en rende de woonkamer in’’, verklaart de vrouw later bij de politie.

Het bevriende stel ziet de bewoonster inderdaad in het holst van de nacht binnenrennen. “Ik zag dat er wel wat was. Ze keek verward. Ze zei: ‘Als H. binnenkomt, zet hem vast’’’, luidt de verklaring van de vriendin tegen rechercheurs.

H. zegt dat de man uit de huiskamer hem vriendelijk verzoekt te vertrekken. “Ik was net wakker en sliep half. Ik dacht: ‘Wat gebeurt hier allemaal?’ Hij zei me dat het beter was dat ik wegging en dat hij zelf ook wel eens zoiets had gehad.’’

De 35-jarige doet wat hem wordt verzocht, maar nog binnen het uur is er contact tussen hem en de bewoonster via Whatsapp. Ze sturen over en weer teksten en spraakberichten. Een aantal van de appjes van H. houden de rechters bij het strafproces aan hem voor. ‘Het spijt me man, ik wou dit ook niet’. ‘Normaal gebeurt dit nooit, al tien jaar niet’ en ‘Ik wil het niet eens, omdat je mijn maat bent. Ik heb ook geen idee hoe dit gebeurd is. Ik hou van je als maat’.

Het slachtoffer zag hierin een spijtbetuiging, maar volgens H. was dat alleen maar over de ‘ontstane situatie’. “Ik heb dat niet gedaan”, zegt hij. “Ik kan me niet voorstellen dat ik zoiets doe, zeker niet nadat zoiets vroeger ook met mijn zusje is gebeurd.”

De rechters vinden het evenwel opmerkelijk dat H. in het Whatsappgesprek niet doorvraagt als hij niks zou hebben gedaan. “In die hele reeks tussen haar en u zie ik geen enkele vraag van uw kant wat ‘het’ dan is; dat u vraagt wat u dan zou hebben gedaan.”

H. wijt alles aan zijn paniek en het feit dat hij overstuur was. “Ik was op dat moment ook in de war.’’ Ook zou de opmerking van de andere man (‘ik heb dat ook wel eens gehad’) in de woning hem hebben verward. “Dat is mijn hoofd beland of zo. Heb me dat aan laten praten dat er wel iets zou zijn gebeurd.”

“Walgelijke lafaard!”, schreeuwt zijn voormalige vriendin niet veel later in zijn richting als ze haar slachtofferverklaring voorleest. “We waren zo lang goede vrienden en ik kon altijd bij je terecht. Het is nooit in me opgekomen dat je me zo te grazen zou kunnen nemen. Je was als een broer. Je hebt half geen idee wat je me hebt afgenomen.”

De officier van justitie ‘gelooft geen snars’ van het verhaal van H. “Ik vermoed dat hij klem zit tussen wel de waarheid willen vertellen, maar dan is hij een verkrachter. De klem zit er in dat zijn zus daar slachtoffer van is geworden.”

Met de verklaring van het slachtoffer, de Whatsappjes en de getuigenverklaringen ziet de aanklager voldoende bewijs. Niet voor verkrachting, wel voor de handelingen die hij uitvoerde bij een vrouw die in een staat van verminderd bewustzijn was.

“Hij heeft een bom gelegd onder een tien jaar durende vriendschap. En waarom? Puur voor de eigen lustbevrediging”, aldus de aanklager die anderhalf jaar celstraf eist.

De advocaat van de verdachte wil vrijspraak. Hij heeft grote twijfels bij de betrouwbaarheid van de verklaringen van de vrouw. Zo zou het drugsgebruik eerder zijn verzwegen.

Uitspraak 6 december.