Dreumes naar ziekenhuis; oppas ontkent mishandeling
- Cerberus/Niels Dekker
- 16-09-2025
- Nieuws
SCHIEDAM - Het Openbaar Ministerie heeft dinsdag in de rechtbank vier maanden voorwaardelijke celstraf en 180 uur taakstraf geëist tegen een 34-jarige man wegens zware kindermishandeling. Verdachte Julio H. zou in Schiedam tijdens het oppassen een éénjarige dreumes een gebroken arm en talloze blauwe plekken hebben bezorgd. De man ontkent. “Een kleine baby zou ik niks aandoen”, zegt hij.
Julio H. uit Dordrecht is in 2023 veel in Schiedam te vinden. Zijn vriendin en hij hebben het jaar ervoor samen een kindje gekregen, waar hij op oppast als zij in de weekenden moet werken.
Bij dat babysitten ontfermt H. zich tegelijkertijd over het slechts enkele maanden jongere zoontje van de inwonende tienerdochter van zijn partner die behalve opnieuw moeder dus óók oma is geworden.
Als de tienermoeder op 30 december thuiskomt van haar werk, ontdekt ze voor het eerst blauwe plekken op de rug van haar zoontje. In zijn nek zitten rode krassen. Ze maakt er voor de zekerheid foto’s van.
Amper een week later is het weer mis. Bij terugkeer van haar werk ziet de jonge ouder dat het voorhoofd van haar zoontje blauw en dik is. Iets wat haar tevens inwonende broer ook al was opgevallen.
Maar H. heeft een verklaring. Volgens hem moeten de twee dreumesen bij het spelen met de voorhoofden tegen elkaar zijn gekomen. Toen hij een sigaretje rookte, hoorde hij immers een harde klap. In de kamer zag hij dat beide kinderen huilden.
Opvallend genoeg mankeert zijn eigen zoontje, die dikker en groter is dan zijn ‘stiefzoon’, niks. Wellicht is het andere ventje dan bij het spelen met zijn hoofd tegen de muur gekomen, oppert H.
Op 20 januari vindt het derde incident plaats. De jonge moeder ziet na het oppassen door H. dat een armpje van haar kind blauw en dik is. Ze gaat met het knulletje van nog geen twee jaar oud naar het ziekenhuis. Daar blijkt het op twee plekken te zijn gebroken.
De tiener doet aangifte tegen de vriend van haar moeder en wijst op de eerdere voorvallen. H. wordt opgepakt, maar ontkent bij de politie elke schuld. Volgens hem moet alles bij het spelen zijn gebeurd. Hij claimt zelf geen blauwe plekken te hebben gezien, maar slechts een rode plek op de arm. Dat zou vanzelf wel overgaan, dacht hij.
In de rechtbank houdt hij vandaag zijn onschuld vol. “Ik weet dat ik niks heb gedaan. Ik heb een schoon geweten”, zegt de man. Geen van de andere hoofdrolspelers is bij het strafproces aanwezig.
H. vermoedt dat de dochter van zijn toenmalige vriendin hem met de aangifte een hak wilde zetten. “Ze heeft het op mij gemunt. Ze mocht me vanaf het eerste moment al niet en wilde me uit het huis hebben.”
Deskundigen verklaarden echter dat de gebroken arm van het éénjarige knulletje ‘waarschijnlijker’ met opzet was toegebracht dan dat dit per ongeluk bij het spelen was gebeurd. Bovendien hadden diens moeder en oma (de vriendin van verdachte) opgemerkt dat dit ventje bang leek van H.
De officier van justitie ziet voldoende bewijs voor kindermishandeling, maar acht H. verminderd toerekeningsvatbaar vanwege zijn zwakbegaafdheid. “Mishandeling van zo’n jong kind. Een laf feit. Het is zo kwetsbaar en afhankelijk van mensen om hem heen. Een dubbele botbreuk loop je niet zomaar op.”
De aanklager van het Openbaar Ministerie (OM) eist vier maanden voorwaardelijke celstraf, 180 uur werkstraf, een contact- en locatieverbod en verplichte behandeling bij ggz-instelling De Waag.
Dat laatste wil H. sowieso doen, ook als hij wordt vrijgesproken. “Ik wil een beter mens worden, het goede voorbeeld laten zien aan mijn zoontje.”
Zijn advocate eist evenwel vrijspraak. Volgens haar blijven andere scenario’s ‘geloofwaardig’ en zou ook iemand anders in het ‘grote gezin’ het kunnen hebben veroorzaakt. Al denkt ze dat het gewoon is ontstaan ‘bij normaal kinderspel’. “Bewijs voor opzettelijke kindermishandeling ontbreekt. Het is niet te bewijzen dat H. het heeft gedaan.”
De rechtbank doet op 30 september uitspraak.