Categorieën

Service

Historische plek in 't nieuw: wonen waar Liduina woonde

Historische plek in 't nieuw: wonen waar Liduina woonde
Wonen

Historische plek in 't nieuw: wonen waar Liduina woonde

  • Ted Konings
  • 11-09-2025
  • Wonen
Historische plek in 't nieuw: wonen waar Liduina woonde
SCHIEDAM - Buitenkansje voor Liduinaliefhebbers: nu is het mogelijk te wonen op de plek waar zij woonde, de Schiedamse stadsheilige. 

Dat betekent dat er natuurlijk ook een buitenkans is voor liefhebbers van de stad, van historie en van schoonheid en ook gemak: zes woningen en een atelier in de binnenstad zijn nu te huur.

Dezer dagen is het Weeshuis opgeleverd. Het bijna tweeënhalve eeuw oude monument, hartje stad, dat toch zo onopvallend aanwezig is. Wie heeft er wel eens gewandeld tussen de mooie lindes in de tuin van het complex? Wie heeft er wel eens een voet binnen gezet?

Het Weeshuis ligt verstopt, tussen Hoogstraat en Broersveld en ook vanaf de Lange Kerkstraat of het Bagijnhof kom je er niet ‘automatisch’ langs, op weg naar school of werk. Toch staat het complex in zijn huidige vorm er al sinds 1779.. En zijn voorganger nog langer, want al vanaf 1605 was er een weeshuis te vinden in het voormalige klooster Leliëndaal. De karakteristieke u-vorm van het huidige complex dateert uit die oudere tijden. Volgens architect Stephan Ligtvoet, die namens eigenaar Hendrick de Keyser het project in goede banen leidde, is de zuidvleugel de plek waar het huisje stond waar de heilige Liduina jarenlang ziek op bed lag en is gestorven. Tenslotte is het klooster er niet voor niets gebouwd. 

Een plek dus met een lange geschiedenis, van groot belang voor de ontwikkeling van de stad.

Hieronder beelden uit de presentatie van Ligtvoet, met daarin ook zicht op de situatie zoals die was, aangevuld met fragmenten uit de opgeleverde woningen.

Rutger van Bol’Es tekende eind achttiende eeuw voor het Weeshuis zoals het er nu staat - en dat betekende bijna het eind van zijn carrière, want zijn tijdgenoten vonden het werk niet geslaagd, aldus Ligtvoet. Dat deed hij bij gelegenheid van de feestelijke ingebruikname van het complex, met dank aan een snelle aannemer Den Hoed, en nog net voor Open Monumentendag.

Er was reden voor een feestje, want het werk aan het weeshuiscomplex heeft lang geduurd. Hendrick de Keyser heeft een groot nummer gemaakt van de renovatie, juist omdat het complex zo bijzonder is. Voor de vereniging is het ook een grote klus: ze heeft dan wel ruim 450 monumentale panden in Nederland in bezit, maar moet meestal ploeteren met subsidies en fondsen om herstel van monumenten te kunnen uitvoeren, legt directeur Bert Meerstadt uit. “En dan hebben we meestal projecten van zeg 1,2 tot 1,8 miljoen euro.” Deze renovatie kostte ruim zes miljoen euro, vertelt hij. “Waarvan deze laatste, derde fase, de duurste was, met zo’n 3,5 miljoen euro.” 

Een gigantisch project, aldus Ligtvoet. Als eerste werd de noordelijke vleugel aangepakt, met enkele woningen, een kantoorruimte en ook de zogenaamde Regenten- en Regentessekamers. Die vormen het stille geheim van het Weeshuis, met zijn goudleerbehang en filmische allure. Het vermoeden bestaat dat deze kamers ook al deel uitmaakten van het weeshuiscomplex voordat Van Bol’Es aan het werk ging. 

Begin dit millennium werden de woningen annex ateliers opgeleverd in de westelijke poot van het complex, grenzend aan de Lange Achterweg. En sinds heel kort geleden heeft nu dus aannemer Den Hoed zijn biezen gepakt na het werk aan de zuidvleugel, met de zes genoemde woningen plus atelier. 

Dat was een heel andere klus dan het werk in de andere vleugel, vertelt Ligtvoet. Omdat inzichten in hoe zo’n renovatie te doen, zijn veranderd. Maar vooral omdat het laatste deel er heel anders bij stond. In de noordvleugel was nog veel authentieks bewaard, in de zuidvleugel waren in de jaren tachtig zogenaamde HAT-eenheden (wie kent het woord nog, Huisvesting Alleenstaanden en Tweepersoonshuishoudens) gerealiseerd, en dan weet je het wel. Voordat de woningbouwcorporatie het Weeshuis zijn woonfunctie teruggaf, in de tijd nadat het pand zijn functie als huis voor wezen in 1973 verloor, was het complex al ten prooi gevallen aan verloedering en zelfs verkrotting. Lood en zink werden gestolen, er was waterschade en er brak brand uit in het complex.

Een troost was er: “We wisten best veel over de gebouwen.” Juist vanwege het belang is het Weeshuis in de loop der tijden relatief goed gedocumenteerd. In de renovatie is geprobeerd oorspronkelijke elementen terug te brengen. Denk aan de gevelopeningen: deuren waren omgewerkt tot ramen, maar op een manier die sowieso makkelijk te onderkennen was, en te herstellen. De trap kwam terug waar die ook eerder was. “Maar we hebben ook geen geschiedvervalsing gewild, dus we zijn geen zaken gaan namaken waar we eigenlijk geen weet van hadden.” 

De zuidvleugel van het Weeshuis werd compleet gestript. “Tot we een tabula rase, een schone lei hadde”, aldus Ligtvoet. Vier muren en een dak. “Je moet het letterlijk zien als een kaartenhuis.” Met navenante stevigheid.

Omdat het complex zo’n beetje grensde aan de gracht, die lag waar nu zo’n beetje de huizen van de Munnikenbuurt staan, was er ook sprake van serieuze verzakkingen. Er werd een hoogteverschil van maximaal zo’n vijftig centimeter weggewerkt, vertelt Ligtvoet. 

Zo werd het gebouw dus constructief volledig opnieuw opgebouwd, met nieuwe vloeren, op een innovatieve vijzelmanier. Het dak werd verstevigd met schorren en hersteld, met name waar houtrot had toegeslagen. Natuurlijk is er ook sprake van verduurzaming, met bijvoorbeeld vacuümglas - dat past in de sponningen uit de jaren 80, met een authentiek uiterlijk. De lange gangen verdwenen; de kamers zijn nu weer van geven tot gevel, als vanouds.

Nu staat er daar op de ‘heilige grond’ van Liduina, een ‘complex met veel tijdslagen’ te pronken. Maar is ook een nieuwe tijdslaag toegevoegd, met modern comfort, de ‘natte’ functionaliteit die vooral in grijs is uitgevoerd. Klaar om bewoond te worden. Een mits: een ruim inkomen of flink banksaldo is nodig, want de huur zal flink zijn. Precies bekend is dat nog niet - ‘we hebben nog geen energielabel en ook de WOZ-waarde is nog niet bekend’ -, maar ergens vanaf vijftienhonderd euro per maand, daar moeten toekomstige bewoners wel mee rekenen. Tenminste. Daarvoor krijgen de toekomstige bewoners van de Lange Achterweg een moderne, energiezuinige woning, met veel verrassende mogelijkheden, rond een supermooi binnenhof, op een plek met heel veel geschiedenis. Wie wil? 

Komende zaterdag tijdens Open Monumentendag kunnen geïnteresseerden een kijkje nemen.

Hieronder beeld van de presentatie van Ligtvoet gisteren, met daarin ook zicht op de situatie zoals die was, plus enkele foto's van de oude situatie van architectenbureau Zeeuws Jongens en enkele fragmenten van de woningen die zijn gerealiseerd.