Rijnmond-Bouw failliet door concurrentie van binnenuit
- Kor Kegel
- 21-10-2023
- Nieuws
SCHIEDAM – Frank Knotter uit Heenvliet had naast het in zwaar weer verkerende Rijnmond-Bouw nooit een tweede onderneming mogen oprichten, die in dezelfde vijver ging vissen. Terwijl die vijver al niet genoeg vis bevatte. Dat valt op te maken uit het openbaar faillissementsverslag van de curator, mr. Saskia Hattink.
Het faillissement werd eind 2022 al uitgesproken door de rechter-commissaris, mevrouw mr. B.A. Cnossen, maar daarna heeft het onderzoek naar de oorzaken tijd gevergd. Het ging zowel om het in 1977 door Wolf van Pelt opgerichte Rijnmond-Bouw, gevestigd aan het Nieuwsticht, als het veel later opgerichte Rijnmond-Bouw Zuid, dat een slag moest slaan in Rotterdam-Zuid om daar jongeren klaar te stomen voor de arbeidsmarkt.
Curator Hattink staat op het standpunt dat Knott Holding als formeel bestuurder van Rijnmond-Bouw door de oprichting van de BV Zuid te veel risico nam en de belangen van het eerste bedrijf veronachtzaamde. “Er kwam immers een concurrent bij, hoewel de vijver waarin Rijnmond-Bouw viste niet groot genoeg was voor haarzelf. Afdwingbare overeenkomsten over de instroom van leerlingen ontbreken, er zijn geen zekerheden bedongen, er zijn weliswaar vergoedingen afgesproken maar die zijn niet/nooit betaald. Oprichting had naar de mening van de curator achterwege moeten blijven.”
Om die reden heeft de curator de bestuurder aansprakelijk gesteld. Het treft overigens Knott Holding, niet de man erachter.
Knott is sinds december 2020 enig aandeelhouder van Rijnmond-Bouw en al sinds april 2016 enig bestuurder. Van Rijnmond-Bouw Zuid is Knott sinds de oprichting in juli 2019 enig aandeelhouder en enig bestuurder. Bestuurder van Knott is Frank Knotter, een onder gemeentebestuurders gewaardeerde pleitbezorger van omscholing en reactivering van werkloze jongeren. Alle wethouders voor sociale zaken en werkgelegenheid hadden wel contact met hem.
Rijnmond-Bouw – de oprichter was er toen al uitgestapt – was sinds 2013 verlieslatend en heeft daarna nooit meer winst gemaakt. De laatste jaren zijn de verliezen de facto gefinancierd door de Belastingdienst, die na het signaleren van betalingsachterstanden beslag liet leggen. Dat begint al in 2019. In dat jaar startte Knott Holding, ondanks de slechte financiële situatie waarin Rijnmond-Bouw verkeerde, de tweede onderneming, R-B Zuid. Deze BV is door een aantal grote bouwbedrijven en stichting Rabo Foundation gefinancierd. Voorwaarde was dat er een raad van commissarissen zou worden ingesteld, maar dat is niet gebeurd. Rijnmond-Bouw heeft zelf ook veel geld in Zuid gestoken, enkele tonnen. De curator hoorde als verklaring dat de gemeente Rotterdam, het UWV en de scholen een nieuw opleidingscentrum wilden vanwege de grote werkloosheid en criminaliteit onder jongeren in Rotterdam-Zuid. Het nieuwe bedrijf kon perspectief bieden. Er zou een instroom van 250 leerlingen per jaar zijn toegezegd.
Mede als gevolg van de Coronapandemie verliep het echter dramatisch. De jaarrekening 2020 laat over het jaar 2019 een verlies zien van € 238.122 en over het jaar 2020 van € 600.043. De concept-jaarrekening 2021 laat zien dat er in 2021 een verlies is geleden van € 851.038. Het eigen vermogen was over 2019-2021 in totaal € 1.689.202 negatief.
Knott kwam met deze toelichting: “Rijnmond-Bouw is afhankelijk van instroom van kandidaten die opgeleid worden tot vakman in de bouw. Deze instroom komt vanuit scholen, gemeenten en UWV. Het imago van de bouw is niet florissant; vroeg op, lang reizen, koude en natheid, zwaar werk enzovoorts. Hierdoor was het in het verleden al moeizaam om leerlingen te vinden en dat werd versterkt door de Coronatijd, waarbij de scholen dicht gingen en de leerlingen door gemeenten en UWV naar huis gestuurd werden. Hierdoor is de instroom na verloop van tijd volledig stil komen te vallen en konden geen vaklieden meer gedetacheerd worden, met als gevolg dat de inkomsten terugliepen en de schuldenlast verder opliep. Nu zijn we op het punt dat we een betalingsonmacht hebben met betrekking tot lopende verplichtingen en salarisbetalingen.”
De curator concludeert dat er sprake is geweest van paulianeus handelen. In het zicht van het faillissement is door Rijnmond-Bouw een totaalbedrag van € 19.705,- aan (achterstallige) managementvergoeding overgeboekt naar Knott Holding. Dat mag niet, omdat het schuldeisers kan benadelen. In overleg met de rechter heeft de curator een minnelijke regeling getroffen, waarbij Knott in termijnen een bedrag van € 4000,- aan de boedel van Rijnmond-Bouw terugbetaalt. De slechte verhaalsmogelijkheden van Knott waren de reden voor de curator om genoegen te nemen met een lager bedrag. Een eerste betaling moet nog plaatsvinden.