Stadsgeschiedenis in een notendop: Panorama Schiedam
- Redactie
- 13-05-2022
- Uit

SCHIEDAM - Het gerenoveerde Stedelijk Museum Schiedam dat morgen opent, is voortaan ook het thuis van het Panorama Schiedam. De stadsgeschiedenis van de stad in een overzichtelijke notendop.
Terwijl er tegelijkertijd ook veel te zien is. Een panorama van zaken die voor de ontwikkeling van de stad van groot belang zijn geweest: de eerste bebouwing in wat nu Schiedam is, Liduina, de arbeiders en de jeneverstokers, de scheepsbouw en de architectuur. “Schiedam stond na de oorlog echt vooraan als het ging om wederopbouw en vooral het bieden van goede huisvesting en een goede leefomgeving voor zijn inwoners”, vertelt Merel van der Vaart, conservator Stadsgeschiedenis van het museum.
Heel concreet, een potscherf van zevenduizend jaar oud, in bruikleen van het Museum voor Oudheden in Leiden. Het waarschijnlijk het oudste stukje geschiedenis van Schiedam dat ooit is opgegraven (in 1955, bij Wilton-Fijenoord); het leven in onze streken in die verre geschiedenis heet dan nu wel de Vlaardingencultuur - maar het eerste uiterlijke kenmerk kwam dus in Schiedam als eerste aan het licht.
Een ander 'topstuk', vanuit hetzelfde Leidse museum, is het Paardje van Kethel te zien, tweeduizend jaar oud, mede-opgegraven door de onlangs overleden Sjef Henderickx. Te zien zijn delen van een haard uit het kasteel van Aleida, de ruïne aan de Broersvest. Duidelijk wordt dat zij geen schattige oude dame was die toevallig en het bezit kwam van zo het een en ander, maar dat er is haar een groots strateeg schuilging, die met beleid en slimheid - en wellicht sluwheid, haar bezit aaneen reeg als in een ketting. Aan de bezoeker de vraag of zij een foutje maakte toen zij haar bezit in Rotterdam afstootte om haar Schiedamse bezit zeker te stellen. In het panorama krijgt het de vorm van een Monopolie.
De schaatsen van Liduina, zoals gemaakt door Theo Gootjes zijn te zien. Er is een soort kijkdoos met de vroege volksvergadering in de Grote of St.-Janskerk in vroege negentiende eeuw. Het gaat over de emancipatie van de arbeider, met de bouw van de Gorzen, en van de vrouw, met Elisabeth Koeten-Ooms, een van de twee eerste vrouwen in de Schiedamse gemeenteraad.
Er zijn miniaturen van scheepsmodellen, gebouwd bij de Gusto en Wilton-Fijenoord, de Z-flats als voorbeeld van moderne stadsontwikkeling, en ook ‘hongerput’ Nieuwland is te zien. “Het gaat niet alleen over harde werkers, dromers en avonturiers maar ook over helden, strategen en overlevers”, adverteert het museum.
Zo biedt het souterrain - waar je voorheen via de verdwenen ‘krul’ op het museumplein terechtkwam - een beknopte stadsgeschiedenis, voor iedere ‘vreemdeling’ die snel iets wil leren over de stad. Dat is een lang gekoesterde wens vanuit het gemeentebestuur: een historische collectie. Nog niet eerder kwam het ervan, nu wel. Niet alleen interessant voor de toerist of de nieuwkomer van buiten die snel iets wil leren over haar of zijn nieuwe stad, maar ook voor de ras-Schiedammer die misschien wel heel veel verhalen over de stad kent, maar nu op een achternamiddag of druilerige zondag, de rode draad in de ontwikkeling van de stad letterlijk voor ogen kan krijgen.
Vanaf morgen te zien in het Stedelijk Museum Schiedam.