APM-terminal gaat over op walstroom

De APM-terminal op de Maasvlakte: foto: Eneco

ROTTERDAM - Zevenduizend ton minder kooldioxide in de atmosfeer in onze regio. Dat moet de winst worden van de overstap op waltroom die APM Terminals Maasvlakte II (APMT MVII) wil gaan maken.

Volgens de plannen waar de stuwadoor zijn handtekening onder zette, zal de terminal op de Maasvlakte vanaf 2028 voorzien zijn van walstroom. Dat betekent dat schepen voor de kade hun motoren niet hoeven aan te houden om de functies aan boord van het schip gaande te houden.

APMT MVII heeft voor de aanleg van walstroom een overeenkomst ondertekend met Rotterdam Shore Power, een samenwerkingsverband tussen Havenbedrijf Rotterdam en Eneco. Behalve de CO2-uitstoot zal ook de uitstoot van stikstof en fijnstof door het gebruik van walstroom aanzienlijk afnemen. In totaal zullen schepen jaarlijks zo’n 13.000 MWh gaan gebruiken bij de terminal. 

Het ondertekenen van de overeenkomst met Rotterdam Shore Power volgt op jaren van voorbereiding. Dat was ook nodig, want in 2030 stelt Europese regelgeving walstroom verplicht  voor containerschepen. “Het aanbieden van walstroom aan onze klanten is een logische volgende stap in onze wereldwijde strategie om de uitstoot van de maritieme sector te minimaliseren”, aldus Harold Kunst, bestuursvoorzitter van APMT MVII. “Deze samenwerking met Rotterdam Shore Power is een belangrijke stap in onze gezamenlijke ambitie om de haven van Rotterdam een voorloper in de wereld te maken op het gebied van duurzaamheid.” 

Ook Rotterdam Shore Power sluit zich aan bij die boodschap. “Met deze samenwerking voegen we een derde deepsea terminal toe aan ons walstroomportfolio”, laten directeuren Ina Barge en Tiemo Arkesteijn weten. “Dit is een belangrijke stap in het verduurzamen van de Rotterdamse haven en het verminderen van de uitstoot.”