Betty Franke, als verloskundige een 'onschatbare bijdrage' aan stad
- Ted Konings
- 16-06-2024
- Gezond

SCHIEDAM - Ze is gestopt, met het mooiste beroep van de wereld. Betty Franke gaat met pensioen. Na zo’n 4500 kinderen te hebben ‘gehaald’, het leeuwendeel daarvan Schiedamse baby’s.
Het was het vak van haar leven, en ze is er ook ok mee dat ze gaat stoppen. Zelf van bouwjaar 1957 werkt ze sinds 1979 als verloskundige in de stad. Eerst bij ‘mevrouw’ Ria van der Linde-De Koning, daarna, sinds 2001, bij Aleida, praktijk voor verloskunde en echoscopie. Daarvan was zij tot voor kort mede-eigenaar.
In al die jaren was ze steun en toeverlaat van heel, heel veel Schiedamse vrouwen. Bijgehouden heeft ze het nooit, geen aantekenboekje dat altijd in haar tas zat of zo, maar een rekensom doet haar uitkomen op die 4500. Twee per week, honderd per jaar, 45 jaar, simpel zat.
Wat niet betekent dat er in die decennia niet heel veel veranderd is. In haar vak, de samenwerking met andere medische professionals, financiers en andere partijen in de samenleving, en ook in de beleving van zwangerschap en geboorte in de maatschappij. Maar toch: die bevalling, dat kindje in je handen, die blijdschap bij moeder en anderen, dat blijft de essentie van het werk, en dat veranderde niet.
Ze vindt nu haar diensten zwaar. “Alles is zo onberekenbaar. Je weet niet in welk ziekenhuis je terechtkomt.” De kraamzorg in de regio kampt met duidelijke tekorten, met name waar het gaat om de ziekenhuiscapaciteit. En die hangt weer af van het aantal verpleegkundigen op de kraamafdelingen. Zodoende bevallen de Schiedamse moeders - want dat geldt toch voor bijna alle ‘klantjes’ van Franke - vaker in Rotterdam, Capelle, Delft en soms nog verder.
Wat haar werk in de loop der jaren ook zwaarder heeft gemaakt, zijn de ouders. Andere tijdgeest, net wat u zegt. Waar je voorheen als moeder - en vader - vooral wachtte op wat ging komen, je was immers ‘in verwachting’, nu zijn ouders ‘pro-actiever’. Hebben we zo geleerd, in de maatschappij. Dus bellen ze op, bezorgd als zaken niet lijken te gaan zoals gewenst. Dat heeft natuurlijk ook goede kanten, weet Franke, maar het zorgt in ieder geval voor frequenter contact en meer werk.
Goed, het mooiste vak in de wereld dus. Daar is Franke proefondervindelijk van overtuigd geraakt. Van huis-uit kreeg ze mee wat er allemaal komt kijken bij een zwangerschap en bevalling, als dochter van een opvallende, drukke en geliefde Schiedamse huisarts. “In een tijd dat huisartsen de kinderen nog vaak ter wereld brachten.”
In 1979 besloot ze naar de Kweekschool voor vroedvrouwen te gaan. Drie jaar studeren in Amsterdam. “In wilde graag, geïnspireerd door pa, aan het werk in de medische sector. Maar ik had ook geen zin om jarenlang te studeren.” Zo koos ze voor ‘een leuke, praktische opleiding’. Spijt heeft ze er nooit van gehad. Gynaecoloog worden heeft haar nooit echt getrokken. “Dit is al zo’n veelzijdig vak.”
Wat dat is, die charme van het vak? Nou, natuurlijk. “De geboorte van een kind, dat is de allergrootste charme.” Maar daar komt bij: de bijdrage die je daar als verloskundige in levert. “Dat je een rol speelt in een gebeurtenis die zo belangrijk is in het leven van mensen. De emoties die daarbij horen, de dankbaarheid. Dat is de grootste beloning die ik ervaren heb, waar ik het al die tijd voor gedaan heb. Niet de bloemen en cadeaus, dat is leuk om te ervaren hoe dankbaar mensen je zijn, meer niet.”
Was ze, toen ze haar werk begon nog vroedvrouw, na verloop van tijd werd dat verloskundige. “Ook al omdat mannen het vak gingen beoefenen.”
Na haar studie kon ze terecht bij mevrouw Van der Linden - De Koning, die al lange tijd een praktijk in Schiedam had, op het Liduinaplein, maar door drukte, ook in haar eigen gezin, graag een kompaan aan haar zijde had. “We werden een two women practise”, aldus Franke.
“In Schiedam was het toen al gebruikelijk dat je in het ziekenhuis beviel.” Waarom dat was, heeft ze nooit heel goed begrepen. “Waarschijnlijk had het ermee te maken dat we toen twee ziekenhuizen in de stad hadden.” De beschikbaarheid zorgt voor de vraag.
Zoals gezegd ging het er toen anders aan toe: er werd minder vaak gebeld, er was nog geen echoscopie. “In Amsterdam heb ik nog wel meegemaakt dat we een ambulance belden omdat we in de kliniek nog geen echo-apparaat hadden.”
Ze had het tij mee. “Op zeker moment besloot het ziekenfonds hier in de regio niet langer de rekening van de huisarts te betalen als er een verloskundige in de buurt gevestigd was.” Dat gaf de wind in de zeilen.
De technische mogelijkheden waren veel bescheidener, en navenant ook de wensen van ouders en andere betrokkenen. “Meestal kwamen moeders naar ons toe als ze een maand of drie zwanger waren.” Er waren nog geen zwangerschapstests bij de drogist verkrijgbaar. “De zwangerschap vaststellen deden we aan de hand van de kikkertest. Hormonen die alleen een zwangere vrouw maakt werden aangetoond door deze in te spuiten op een kikker. “We luisterden naar een hartje.” Verder was er bloedonderzoek en werd de urine onderzocht. “Ook om bepaalde bloedrisico’s uit te sluiten. Zoals die van resusbaby’s.” Als een moeder resusfactor D-negatief heeft, en het kindje D-positief, kan de moeder antistoffen tegen het kindje aanmaken. Dat valt tegenwoordig eenvoudig op te lossen door antistoffen in te spuiten bij de moeder.
Nu komen vrouwen soms al kort nadat ze ‘over tijd’ zijn naar Aleida. “Dat is rijkelijk vroeg, want je kan pas rond een week of zeven echt zeggen of je zwanger bent.” Wel fijn om er vroeg bij te zijn, ook om de moeder te wijzen op de noodzaak van het afzien van drank, sigaretten en sommige medicijnen. Veel vrouwen komen direct naar de verloskundigenpraktijk, zonder verwijzing door de huisarts.
“Rond de tien weken spreken we elkaar dan weer, voor de eerste intake. Dan wordt de eerste echo gemaakt en kunnen we precies bepalen hoe lang de vrouw al zwanger is, door het opmeten van de schedelomvang van het kindje.” De echo’s die daarop volgen zijn vooral bedoeld om te zien of het kindje normaal groeit. Er zijn echo’s na tien weken, na dertien, en twintig weken. “Daarnaast zijn er de pretecho’s, bijvoorbeeld om het geslacht van het kindje vast te stellen.” Die komen, anders dan de medische echo’s, voor rekening van de ouders.
De echo’s zijn ook een belangrijk middel om aangeboren afwijkingen van het kindje op te sporen. “Het doel is steeds om kinderen een zo goed mogelijke start in het leven te geven. Als er medische zorg nodig is, kan dat geregeld worden.” In de laatste fase van de zwangerschap gaat het bij echo’s vooral om de ligging van het kindje, voor de bevalling. “Dat kun je niet altijd goed voelen.”
Moeders die besluiten de zwangerschap af te breken, zag Betty Franke de afgelopen jaren maar weinig. “Die gaan dan toch vooral naar de huisarts. Soms maken we een echo voor een moeder die niet weet of ze zwager wil blijven.” Vaak valt dan het besluit om het kindje te houden.
Onvoorspelbaar is het werk nog altijd. En de hoeveelheid werk. “Dit jaar heb ik in vier maanden twaalf bevallingen gedaan. Dat is opmerkelijk veel.” Te meer daar Franke de afgelopen jaren nog maar één dienst per week had.
Dus ook al loopt het geboortecijfer licht terug, druk kan het blijven. Is natuurlijk ook een kwestie van hoeveel anderen er zijn om het werk gedaan te krijgen. Wat dat betreft prijst zij zich gelukkig met de vier partners/verloskundigen van Aleida. Die ‘hartstikke goed’ zijn. Plus de nodige praktijkondersteuners, invalkrachten en leerlingen.
“Er kunnen wel minder geboorten zijn, maar de werkzaamheden kunnen toenemen.” Denk alleen al aan het aantal echo’s dat een moeder voor een bevalling kan worden afgenomen.
Vandaag de dag groeit het aantal bevallingen in het ziekenhuis nog altijd ten opzichte van de thuisbevallingen. “Veel meer vrouwen vragen om pijnstilling.” Een ruggenprik wordt alleen in het ziekenhuis gezet, door de anesthesist. Franke schat dat ongeveer de helft van de vrouwen nu een ruggenprik krijgt.
Een ander motief om voor een ziekenhuisbevalling te kiezen is de wetenschap ‘alles bij de hand te hebben’, ook een dokter als er complicaties zijn. Franke hanteert dat argument zelf niet. “In de praktijk is er altijd nog genoeg tijd om naar het ziekenhuis te gaan ingeval zich echt complicaties voordoen.”
Wat ook anders is, tussen toen en nu, is de beleving. Over bevallen wordt meer nagedacht, is minder vanzelfsprekend. “We bevallen nu veel meer verticaal, op onze hurken of op een baarkruk.” Ook worden er meer baby’s in bad geboren. “Alle ziekenhuizen hebben tegenwoordig ook geboortebaden.” Kan iets heel eenvoudigs zijn. “Ik adviseer mensen die thuis willen bevallen nog wel eens een opblaasbadje te kopen, gewoon zoals een kinderbadje.” Zo bevallen is ontspannend, de buik voelt zachter en het water werkt pijnverlichtend.
Sowieso bereiden ouders zich veel meer voor dan vroeger. Met yoga-cursussen, door veel te lezen en gesprekken te voeren. De partners zijn meer betrokken. Ze komen vaker samen naar controles en spreekuren. ‘Wij zijn zwanger’, zeggen ze dan. De man heeft ook een groter aandeel in de bevalling: het aanpakken van het kind, het doorknippen van de navelstreng. “Dat is echt anders dan veertig jaar geleden. Dat geldt overigens ook steeds meer voor allochtone mannen; die waren er tot voor kort eigenlijk nooit bij, maar nu praktisch altijd.” Dat een vader te laat is voor de bevalling, zoals vroeger nog wel eens gebeurde, is nu ondenkbaar.
Soms is er nog een tweede vertrouweling bij de bevalling. “Meestal een zus of moeder of goeie vriendin. Dat is ook wel het maximum, twee mensen, want er is rust nodig om een kind te baren.”
Betty Franke heeft door de jaren heen zorgen gehad over de medicalisering van het bevallen. “De natuur wordt minder gevolgd, alles moet gecontroleerd. Terwijl de natuur op zich heel goed functioneert. Door kritisch oog te houden op wat er gebeurt, kun je ook op tijd problemen signaleren en voorkomen door in te grijpen.”
Aan de andere kant is er nu ook, met name via de sociale media, een sterk tegengeluid. “Verhalen die mensen bang maken. Alsof de medische stand het niet goed voorheeft met mensen.” Dat geldt in het algemeen, en ook bij zwangerschap en geboorten. Alternatieve geluiden kunnen immers nu veel makkelijker hun weg naar anderen vinden. En blijf maar eens nuchter in een spannende tijd als een zwangerschap. “Zodoende zijn ook ziektes als kinkhoest en mazzelen weer terug. Dat is niet verstandig. Het is als influencer makkelijk praten over het afraden van vaccinaties, als je nog nooit iemand met kinkhoest of mazzelen gezien hebt, omdat de ziekte praktisch uit onze wereld verdwenen was.”
Franke was namens de praktijk, die ze in 2001 opzette met Arie-Hans Houdijk, Ria Verboom en Kirsten Dingemans en Vivian Jansen (de eerste twee gingen in de afgelopen jaren met pensioen) ook degeen die de laatste jaren de contacten met ‘de buitenwereld’ onderhield. En dat waren er vele: denk aan de Coronatijd met alles wat erbij kwam kijken, de zorgen die de verloskundigen hadden over de sluiting van de kraamafdeling in het ziekenhuis. Recenter zijn er de zorgen over de onvoldoende capaciteit bij de kraamverzorgsters en ook van de gespecialiseerd verloskundigen in het ziekenhuis. “Ik vond het leuk om een rol te spelen in de ontwikkelingen. Iets te bedenken en regelen met anderen.” Iets waar ze trots op is, is de realisatie van de verloskundigenpost in het Franciscus Vlietland. “De sluiting van de kraam in Schiedam blijft iets wat ik heel jammer vind. Je ziet nog steeds dat het eerste stuk van de zwangerschap, de begeleiding bij ons, nog wel loopt. Maar als de bevalling dan daar is, dan blijkt er in het ziekenhuis geen plek. Van de week ging de bevalling nog naar het IJsselland. Dat zorgt voor veel gereis. Dat maakt het bij ons druk en in het ziekenhuis ook.”
De verloskundigenpost of spoedpost zorgt voor verlichting van de drukte in het ziekenhuis. Zwangere vrouwen die vragen hebben, zorgen, kunnen worden doorverwezen naar de post. “Ze hoeven dan niet naar het ziekenhuis (ook al komen ze feitelijk dus wel naar het gebouw van het Vlietland, red.) en ze blijven zo uit het medische circuit. Je haalt druk weg uit het ziekenhuis, waar ze het al heel erg druk hebben. Bij tachtig procent van de mensen die we zien zijn er geen medische problemen, die kunnen na het consult naar huis, en hebben extra reizen vermeden.” Op de post kunnen met name hartfilmpjes en uitgebreider bloedonderzoeken worden gedaan dan op de verloskundigenpraktijk. “Dat hebben we in samenwerking voor elkaar gekregen.”
“Leuk om te zien dat het navolging krijgt: ook in het Gasthuis komt er een verloskundigenpost. Zo kunnen mensen uit Rotterdam-Noord ook geholpen worden. Wat een uitdrukkelijke wens was van DSW.”
Wat Franke ook blij van wordt is het project Centering Pregnancies, bedoeld om zwangere vrouwen en jonge moeders bij elkaar te brengen en ervaringen te laten uitwisselen. Ervaringen uitwisselen helpt mensen, zo zien de verloskundigen. Het project was een van de manieren waarop in Nederland werd geprobeerd de relatief hoge sterfte onder pasgeboren kinderen in Nederland naar beneden te krijgen. Alhoewel Betty Franke kritisch is op het gegeven dat dat feitelijk zo is in Schiedam. Statistiek is geduldig en voor meerderlei uitleg vatbaar, zo weet ze.
Haar belang in de maatschap verkoopt Franke nu aan de andere vier: Kirsten Dingemans en Vivian Jansen, Julia Kok en Tannaz Shojaei. Er komt dus geen nieuwe maat voor Franke in de plaats. Heeft te maken met geld, maar ook met de groeiende concurrentie in stad en ommeland en een ‘iets dalend geboortecijfer’. Betty Franke zal nog wel eens een invalbeurtje doen, denkt ze, bij vakanties en zo. “Ik mag tot 2029 mijn vak uitoefenen, tot dan loopt mijn bevoegdheid.”
Zij adviseert haar collega’s ‘kritisch rond te blijven kijken en de natuurlijke bevalling hoog in het vaandel te houden’. “En het vak van verloskundige te laten voortbestaan.”
Zelf gaat heeft ze nog niet zo veel idee wat ze de komende tijd gaat doen. “Ik ga gewoon een beetje kijken wat er op mijn pad komt. Eerst eens een tijd niks te hoeven is al heerlijk. Eens wat vaker naar een museum of theater gaan.” En ‘haar’ koor Femmes pur sang, dat ook. Binnenkort wel weer even naar Portugal, waar haar zus Addy woont. Dat zal ze de met regelmaat blijven doen, de komende tijd. “Maar ik ga niet emigreren!”
Afgelopen vrijdag werd in Hotspot Hutspot door velen afscheid genomen. Haar collega's, verloskundigen van andere posten en kinderen spraken haar toe. Plus een 'Oh Betty bedankt!', zie hier.