Hoe drank het leven in de koloniën vormde
- Redactie
- 01-12-2024
- Uit
SCHIEDAM - Gedurfd. Dat was een kreet die veel viel gistermiddag, bij de gelegenheid van de opening van de tentoonstelling ‘Bittere erfenis: drank en kolonialisme’ in het Jenevermuseum.
Gedurfd omdat het een zaak aan de orde stelt die ‘in Schiedam lang onbespreekbaar’ was, aldus wethouder Anouschka Biekman. “Het is dapper om dit onderwerp bespreekbaar te maken”, zo stelde ze.
Het zal daarom zijn dat de tentoonstelling zich nu al, voor de opening, in een grote belangstelling mocht verheugen. “We zijn afgelopen week al door drie programma’s benaderd om op de nationale radio te komen, en er is internationale aandacht van media uit Curaçao en Argentinië”, aldus Leroy Fisscher, junior conservator van het museum.
Verder bleek de interesse uit de flinke opkomst voor de opening. Zo’n beetje de helft van de bezoekers bleek van buiten Schiedam te komen. Zoals het stel uit Groningen, dat voor de gelegenheid naar de opening was gekomen. Hij is projectleider van de stichting Noaberschap, die aan de wieg stond van de Keti Koti-viering in Groningen en bijvoorbeeld een werkgroep ‘Kerk en slavernij’ kent.
Ook de tentoonstelling wil het gesprek op gang helpen, stelde Fisscher. “De ambitie daarbij is niet over, maar met elkaar te praten.” Ook dat valt gedurfd te noemen. Het is de overtuiging van de makers dat zo’n aanpak leidt tot het beste resultaat. En dat resultaat is te tonen, maar ook te horen, en in de maatschappij te laten resoneren welke rol alcohol speelt en speelde in de (koloniale) samenleving. “In de negentiende eeuw werd door de kolonisator geconstateerd dat er sprake was van drankmisbruik in de koloniën. Dat duidde dan op een gebrek aan beschaving.” Van de gekoloniseerde volken die eerst geleerd was om, bijvoorbeeld, jenever te drinken. Op de tentoonstelling valt te leren dat in de standenmaatschappij die op veel plekken in de koloniën ontstond, de - blanke - heersers zich vooral aan cognac laafden, en dat jenever meer iets was voor de gekoloniseerde autochtonen.
Aan de andere kant, zo stelde Fisscher ‘was jenever ook een van de weinige dingen die wist te verbinden’. Drank als spraakmaker, als ritueel dat mensen bij elkaar brengt. “Zij die verbinding zoeken in gedeeld verleden kunnen een voorbeeld nemen aan het gedistilleerd.”
Maar het beeld is veranderlijk, en genuanceerd. “Eind negentiende eeuw verandert veel in de koloniale mentaliteit. Meebewegend met het internationale superioriteitsgevoel van het Westen, komt bij veel koloniale machten het idee op dat een kolonie niet alleen rechten, maar ook plichten met zich meebrengt”, zo valt op de tentoonstelling te lezen. “Het wordt, zo was de tijdgeest, van de ‘meer beschaafde delen van de wereld’ verwacht de rest van de wereld ‘op te voeden’.”
Het gedeeld verleden biedt inzichten, aldus Biekman. Gevoeligheden moeten besproken worden, zo stelt de wethouder. “Een gedeeld verleden en gezamenlijke toekomst”, die gaan samen. “We kunnen alleen naar de toekomst kijken als we het verleden onder ogen zien. De mooie zaken en de zwarte bladzijden.” Vergelijk het met hoe we in het - nog recente verleden, en eigenlijk ook nog vandaag de dag - met ‘de arbeider’ om zijn gegaan.
Al met al was jenever zeer aanwezig, in de koloniën, op de handelsposten, in de havens. Op de slavenschepen ook, waar alcohol ervoor zorgde dat de mannen die op transport werden gesteld, niet tot opstanden kwamen, aldus Biekman. Jenever was ook een belangrijk ruilmiddel, en smeermiddel voor ontmoeting, handel, uitwisseling. Maar ook: voor de plantage-eigenaar/slavenhouder in het regenwoud van Suriname, regelmatig mensen die het burgerleven in Nederland (moesten) ontvlucht(t)en, was jenever een middel om eenzaamheid en verdriet te stillen. “Als je het hebt over gedeeld verleden…”
Biekman kondigde aan dat de (afschaffing van) de slavernij ook een rol gaat spelen in de viering van Schiedam 750 jaar. De studie naar de familie Pichot wordt begin volgend jaar afgerond. En volgende week al wordt een gedicht bestaand uit honderdvijftig regels over de slavernij in Schiedam onthuld. Gedurfd. “Essentieel en noodzakelijk”, aldus de wethouder. “Alleen als je het gezamenlijk verleden in de ogen kijkt, kun je samen bouwen aan de stad.”