Handbalsters naar huis

Ontzetting op de bank bij Nederland

HANDBAL - De Nederlandse handbalsters slagen er ook deze Olympische Spelen niet in een medaille te winnen. De wereldkampioen van 2019 verloor zojuist van Denemarken. Tamelijk kansloos.

De start van de handbalsters met Kelly Dulfer was flitsend. Na een paar minuten stond het 4-0, alles ging raak en keepster Yara ten Holte stopte veel. Maar gaande de wedstrijd bleek dat Denemarken een stugge verdediging koppelt aan sterk een-tegen-een aanvalsspel; geleidelijk aan maakte het de achterstand ongedaan en bij rust stond het zelfs voor: 11-10.

Direct na rust werd Nederland een fase volledig weggespeeld. Stond het voor rust op zeker moment nog 10-7 voor Nederland, vijf minuten na rust staat het 10-15. Die achterstand komt Nederland niet meer te boven, ook al weet het zich te vermannen en krijgt het de verdediging op orde. Maar waar Ten Holte haar team voor rust erdoorheen trekt, weet zij na rust bijna geen bal te stoppen. 

Het is echter vooral de aanval die stopt. Aan de snelle uitbraak komt Nederland amper toe, de hoekspeelsters worden nog maar heel weinig vrijgespeeld en vanaf de cirkel komt het ook niet. Dat dwingt Nederland tot worpen van afstand of het lang doorspelen van de aanval, die maar zelden tot een vrije schietkans leidt. Als dan ook nog eens keepster Althea Reinhardt naar een stoppercentage van tegen de vijftig procent gaat... tsja, dan raakt de winst buiten bereik. Denemarken krijgt tegen het eind nog wel de nodige tijdstraffen tegen en beëindigt de wedstrijd met vijf speelsters op het veld, maar echt terug in de wedstrijd komt Nederland niet meer.

Zo is opnieuw de kwartfinale - net als in Tokio tegen Frankrijk - het eindstation voor een ambitieus Nederlands handbalteam en blijft een medaille op de spelen een droom voor de toekomst.