Ik zeg: we gaan vooruit
- Han van der Horst
- 15-11-2025
- Uit
Foto: Nationaal Jenevermuseum Schiedam
COLUMN - We waren de avond oud-Hollands begonnen: ik met biefstuk in de jus en friet, zij met slibtongetjes. Dit om een contrast te vormen met de rest van de avond, want die zou zeer internationaal worden, zo niet wereldwijd. We liepen een stukje de Lange Haven af en gebruikten de Ongevraagde Brug tegenover de Taansteeg. Aan de andere kant van het water passeerden wij de Havenkerk om bij het Nationaal Jenevermuseum naar binnen te gaan. Overigens: als je op Google alleen het woord jenevermuseum intikt, komt dat in Hasselt. Niet in het Schiedamse. Is vast ook heel leuk, maar dit terzijde. We namen de lift naar de graanzolder op de derde verdieping waar de kosmopolitische avond zou beginnen. Het publiek was zowel qua leeftijd als afkomst heel erg divers.
We waren dan ook op de opening van een tentoonstelling over drankcultuur in verschillende landen. De openingsspeech werd gehouden door een vrouw uit Australië, die zeventien jaar in Korea had gewoond en uitlegde, hoe zij zich letterlijk in taal en cultuur van dat land had gedrenkt. Nieuwe vrienden maakte je met een neutje erbij, zo betoogde zij.
Daarna gingen wij naar de tentoonstelling waar wij kennis maakten met dranken uit zo uiteenlopende landen als Oekraïne, de Filipijnen of India. En natuurlijk Korea.
Een heel eigen karakter had de Turkse inbreng: niets alcoholisch maar thee. In een vitrine prijkten twee op elkaar gestapelde theepotten. Achter de bar op de Graanzolder stonden die ook maar dan op een verwarmingselement. Ik leerde hoe het werkte. In de Turkse traditie heb je in de onderste pot water net beneden het kookpunt, in de bovenste zet je zulke ongenadig sterke thee dat die niet drinkbaar is. Die meng je vervolgens met het hete water. Onze ervaring: dat is heel lekker. Als ik een café had, zou ik het op de kaart zetten naast die glazen heet water met een zakkie erbij.
Toen vielen mij de schellen van de ogen. We kwamen in gesprek met een dame die het Indiase deel van de tentoonstelling had georganiseerd. Zij kwam uit het noorden van dat enorme land. En - vertelde ze - ze had haar zaak op de Hoogstraat, ter hoogte van de Bokkensteeg en de Zwaansteeg. Het bleek dat de tentoonstelling tegelijk internationaal was en heel erg Schiedams. Iedereen die had bijgedragen aan de expositie, woonde bij ons in de stad. Ze hadden de tradities op het gebied van het heffen van het glas, gezelligheid en vrienden maken meegenomen. Zij deelden die nu met de andere Schiedammers.
Filipijnse rum, Koreaanse gefermenteerde rijstdrank, Oekraïense wodka, ze maken tegenwoordig deel uit van Schiedams wezen en karakter.
De avond was Hollands gebleven. Maar Hollands is tegenwoordig zoveel meer dan een jonge jenever als aperitief en dan biefstuk in de jus of slibtongetjes.
Ik zeg: we gaan vooruit.
Bezoek de tentoonstelling Sterk Verbonden, Schiedamse migratengemeenschappen en hun drankcultuur, Nationaal Jenevermuseum