Categorieën

Service

Met 't weerhuisje en Rose verdwijnt een ambacht

Met 't weerhuisje en Rose verdwijnt een ambacht
Winkelen

Met 't weerhuisje en Rose verdwijnt een ambacht

  • Ted Konings
  • 15-08-2023
  • Winkelen
Met 't weerhuisje en Rose verdwijnt een ambacht

SCHIEDAM - Het Weerhuisje van Rose, het staat te koop. Net als het echte pand van Rose Barometers en het pand waarin eerder de familie woonde en werkte. De naar verluidt laatste barometermaker van Europa stopt ermee.

Er waren er tot voor kort nog wel, collegabedrijven waarmee haar man Andreas Rose kon overleggen, over hoe iets aan te pakken, waar een goede leverancier te vinden, samen op te trekken om ‘het vak’ te redden. Maar ze kent ze niet meer, Linde Loes Rose, eigenaresse van het bedrijf. Maas Heilbron, vaste steun en toeverlaat al die jaren, lijkt de enige in de wereld die nog met enige snelheid een barometer kan repareren. 

Of maken. Maar dat mag niet meer. De productie van barometers is verboden, door de Europese Unie, want kwik is gevaarlijk voor de mens. Andreas Rose stak er veel tijd in om in Brussel en Straatsburg de beleidsmakers en wetgevers te overtuigen van het tegendeel: als je kwik met rust laat, in een gesloten omgeving zoals de barometer er een is, is er geen gevaar op inademing of contact met het metaal, het enige metaal dat bij kamertemperatuur vloeibaar is. Lang wist hij met zijn pleidooien een verbod op de productie van barometers tegen te houden, maar de weerstand bij de politiek bleek te groot en barometers met kwik werden verboden. 

En daarmee eindigde het vak van barometermaker. Want ja, voor Andreas had het zo ook geen zin meer om mensen op te leiden. Je gaat niet iemand klaarstomen voor een vak dat uitsterft. Gelukkig was daar altijd Maas Heilbron, sinds 1967, dus al 56 jaar barometermaker, die met Rose de eer hooghield. En nog altijd, ook na het overlijden van Andreas, doet hij dat. Linde Loes Rose besloot de zaak voort te zetten, en Heilbron, alhoewel de pensioengerechtigde leeftijd al vele jaren gepasseerd, deed mee. Rose zegde haar werk als ‘kleuterjuf’ op en stapte ‘in de zaak’. 

Hier wreekte de onafhankelijkheid van beide echtelieden zich; het was voor Rose zoeken om het werk goed op te pakken. “Ja, het overlijden van Andreas (in december 2019, red.) kwam onverwacht en er was heel veel te doen voor mij toen ik besloot verder te gaan met de zaak. We hadden ieder ons eigen vak, ik stond voor de klas en was huismoeder… En Maas wist van veel dingen eigenlijk ook niet hoe het zat. Als hij materiaal nodig had zei hij tegen Andreas ‘bestel dat even’. Dus het was zoeken naar leveranciers, naar klanten, verzekeringen en hoe de boekhouding in elkaar zat, noem maar op. En erg opgeruimd was Andreas niet.” 

Maar ze heeft nooit een moment spijt gekregen van de stap. Het werk, en de vele contacten zijn Linde Loes Rose bevallen. “Dat was nog eens wat anders dan kleuters.” Ze moet regelmatig om zichzelf lachen, als ze ziet dat ze in veel dingen ‘net als Andreas wordt’. “Als ik een apparaat weet aan te kopen, Maas hem opknapt en we hem voor een leuk bedrag kunnen verkopen. Dan heb ik zo’n lol en denk ik: ‘Andreas, je zou me zo eens moeten zien’.”

Nu, dat weerhuisje, hoe is dat er nu gekomen? Heilbron: “Andreas kwam met het idee, maakte een tekening en vroeg me of ik het wat vond. Nou, het leek me wel wat, en toen zijn we het gaan maken. Het moet een jaar of vijftien geleden zijn geweest.” Het bleek een schot in de roos, want sindsdien regende het reacties op ‘het grootste weerhuisje ter wereld’ (ook al zijn ze het daar in het Duitse Gernrode niet mee eens) en zorgde het voor veel aandacht en bekendheid in de stad, en bij bezoekers. Sindsdien moest er nog eens een grote reparatieslag aan gebeuren. “De poppen - die hadden we gevonden bij een tuincentrum - waren kapot gevroren.” De beweging van de poppen komt van een luchtdrukmeter, gekoppeld aan een mechaniek zoals dat ook in zonneschermen zit. Nu is even de vraag wat er mee moet gebeuren. Logische gegadigden zijn er niet. “We hebben een bod van duizend euro ontvangen. Wie biedt meer?”

Nog een geheimpje: het weerhuisje is eigenlijk geen weerhuisje. “Die meten officieel de luchtvochtigheid, door middel van een schapendarm.” Zijn dus feitelijk hygrometers. Maar ‘de grootste’ aan de gevel aan de Schie werkt dus op een sensor zoals dat van een zonnescherm: wordt het mooi weer, komt het meisje naar buiten, bij minder weer het jongetje.  i

Er moet een koper voor komen, tenzij een volgende eigenaar van het pand het huisje er graag op wil houden. “Op 31 december gaan we echt dicht”, vertelt Rose. Het heeft er veel van weg dat iedereen die nog iets wil met zijn of haar barometer(s) zich nog even meldt bij de zaak, voor een reparatie of om onderdelen in te kopen. Meestal nemen die mensen ook nog een barometer mee, vertelt Rose, want het zijn vooral liefhebbers. Veel mensen die op schepen gewerkt hebben, waar barometers lang een onmisbaar instrument aan boord waren. Maar ook verzamelaars en liefhebbers van allerlei slag. Meestal niet meer de jongsten, maar soms ook wel. En soms ook van ver weg. 

“Maas gaat rentenieren.” En Rose zelf weet het nog niet zo, heeft nog energie, maar geniet ook graag van het leven. Heilbron ziet zichzelf al zitten aan de Poldervaart, met zijn hengel. Dat is er al lang niet van gekomen, want tsja, hij was aan het werk hé. Rose Barometers is van dinsdag tot vrijdag open.

Hoe het zo begonnen is? Heilbron moet eens goed graven in zijn geheugen. “Het begon met de oude Rose, Günther. Die kwam hier, ik denk in 1955 naartoe vanuit de DDR. Samen nog met zijn vader Hermann Niels. Zo heet de zaak nog: H.N. Rose. Ikzelf heb het vak geleerd bij Torricelli, de thermometerfabriek. Bijvoorbeeld de insmeltingen, als je dat kon, was je een hele piet. Na mijn diensttijd kwam ik hier in 1967 werken.”

Het bedrijf van Rose was gevestigd op de Hoogstraat, uitkijkend op de Brede Marktsteeg. Het gezin woonde boven de winkel. “Ik denk dat Andreas een jaar of vijf was toen ik hier begon. Hij had een broer en een zus. Zijn moeder heette Charlotte. De vader van Günther was na de vlucht uit Oost-Duitsland geloof ik begonnen aan de Nieuwe Haven. Günther was voor zichzelf begonnen met een werkplaatsje aan de Willem Brouwerstraat. Volgens mij is die toen nog eens flink belazerd…”

Zo begon het dus, een dikke vijftig, zeg maar zestig jaar geleden. Eerst met de productie van thermometers, later bedacht Günther dat ook barometers een goed product zouden zijn. De zaken gingen goed, er werd geleverd aan laboratoria en de scheepvaart en aan particulieren, al dan niet via tussenhandelaars. Die had Rose Barometers in het hele land. Nieuwe barometers, maar ook antieke. “Antiek was in de jaren zeventig, tachtig erg in”, aldus Rose. “Andreas hield ervan om op rommelmarkten en braderieën te snuisteren. Dan gingen we naar Lille of Antwerpen. Of op vakantie in Engeland. Ik ging graag mee, had zo mijn eigen dingen waar ik naar uitkeek. Zo ingetogen en verlegen als Andreas was, pingelen kon hij wel.” Linde Loes kreeg van haar lief de liefde voor mooie dingen en ook voor het pingelen mee.

Heilbron kon goed opschieten met de oude Rose, ‘ook al had ik soms geen idee waar hij het over had’. “Hij had echt een sterk accent en praatte ook nog eens voortdurend. Vaak was er geen touw aan vast te knopen. Laat maar lullen, dacht ik dan.” Samen met de ouwe op en neer, zeshonderd kilometer naar Oost-Duitsland om glas te halen; ze deden het samen geregeld. “Of zandlopertjes, tienduizend stuks in één keer.” Niet harder dan honderd op de snelweg, want het busje was volgeladen.

Het was wel druk en vol op de Hoogstraat, ook al was daar een flinke werkplaats achter de winkel, richting Nieuwstraat. “Toen kwam de drukkerij die hier aan de Brede Marktsteeg hoek Schie zat vrij.” Het moet ergens rond de eeuwwisseling zijn geweest. “We werkten nog met Frans en Gündlach, dus een beetje ruimte was niet verkeerd. Zo werd de werkplaats ingericht op de plaats waar Heilbron en Rose nu nog dagelijks te vinden zijn. Iedere dag van negen tot kwart voor vier, met drie kwartier lunchpauze. “Maas gaat dan op zijn brommertje naar de Gorzen, daar is hij niet uit te branden, en ik ben thuis in oost.” 

Linde Loes had Andreas in 1986 leren kennen. “Hij deed mavo, havo en vwo en besloot toen toch in de zaak te gaan. Hij had een goede leermeester in Rotterdam, op het Noordereiland, Van Bruggen.” 

En het werd van een baantje echt zijn leven, vertelt Rose. In 1990 werden Andreas en zijn vader firmanten in de zaak. “Altijd was hij bezig. Met nieuwe ideeën, maar ook met de politiek.” In de Schiedamse gemeenteraad, maar ook verder weg. De Europese Unie werkte aan een verbod op de productie van nieuwe apparaten, vanwege het gebruik van kwik. “Hij vond het onterecht, zeg maar een onrecht, dat verbod op kwik. Hij heeft er echt hard voor gewerkt om het van de baan te krijgen. Dan ging hij naar Brussel of Straatsburg, inspreken in het parlement, zo ingetogen als hij van karakter was. Hij wilde ze overtuigen om het te gedogen. En dan ging hij niet met lege handen hè. Dan had hij prachtige folders in drie talen bij zich. In Bert Bolle, die een barometermuseum in Maartensdijk had, had hij een goede partner. Samen hebben ze geknokt, al vanaf de jaren negentig. “Eigenheimers, milieufreaks, ze kijken niet verder dan hun neus lang is. In 2009 kwam het uiteindelijk toch tot een verbod: er mochten geen nieuwe barometers meer gemaakt worden.”

Rose probeerde het nog met een andere barometer, niet op basis van kwik; de Roselli Hybridebarometer. Ze zijn nog op voorraad, voor wie er een wil aanschaffen. “Maar echt gelopen hebben ze niet.” De hobbyisten en liefhebbers zijn gehecht aan het origineel. 

En wat kwalijker is: met het verdwijnen van de barometermakers sterft ook de wetenschap over de omgang met de apparaten en met kwik uit. “Wat doet iemand die nu een barometer per ongeluk kapotgooit?” Reparateurs waar je apparaten kunt laten maken, of het kwik kunt afgeven, zijn er niet meer. Was het verbod er niet geweest, dan waren Rose en Heilbron misschien nog wel niet gestopt. “Andreas was in ieder geval doorgegaan na zijn 65ste.”

Linde Loes Rose is nu op zoek naar kopers voor de werkplaats. Verkoop van haar pand aan de Schie als barometerwerkplaats zal door het productieverbod en het uitsterven van het vak niet lukken, want wie wil een werkplaats gebruiken waarin geen nieuwe productie mag plaatsvinden? Een andersoortige werkplaats zou het kunnen blijven, maar wat Linde Loes betreft kunnen het net zo goed appartementen worden. “Het pand heeft al een woonfunctie.” Er hebben zich al gegadigden aangediend, die bijvoorbeeld drie appartementen in het hoekpand willen realiseren. Behalve de kleine showroom en werkplaats op de begane grond is er boven nog een ruime bovenverdieping met toonzaal, kantoor en voorraad en een zolder. 

Maar eerst nog dik vier maanden uitverkoop. Rose rekent erop dat het nog druk kan worden, en dat is het eigenlijk al, want ze maakte geen geheim van haar plannen. “Vrijdag was hier een  Engelse antiquair, van de week komen ook mensen uit Duitsland. Ieder wil nog even zijn kans grijpen, met een aanschaf of reparatie. Een antieke barometer van 1500 euro kost nu bijvoorbeeld 750 euro, legt Rose als een volleerd handelaar uit. “We hebben al een hoop verkocht, maar er staat hier ook nog steeds ontzettend veel.” Beter nu voor een zacht prijsje van de hand doen, dan ermee blijven zitten dadelijk. “Voor ieder wat wils: oud, nieuw, strak of nostalgisch. Hier, een antieke bakbarometer uit 1780, van de firma Butti en zonen in Amsterdam”, Linde Loes kan er in de toonzaal nog vele laten zien.

En wat te doen met wat er uiteindelijk overblijft? Daar wil zij vooralsnog niet aan denken. Ook bij haar zijn de barometers in de loop der jaren onder de huid gaan zitten. 

“Je zag die meneer die net kwam”, herinnert ze aan een bevriende relatie die nog even enkele barometers kwam brengen. “Zijn ogen twinkelden. Hij komt reparaties brengen, die haalt hij dan her en der op bij bevriende winkels, juweliers en opticiens in het land. Dat is zijn werk, maar ook zijn hobby. Het is gewoon een mooi ambachtelijk product, met de hand vervaardigd, volgens oud principe, dat secuur werkt. Echt iets voor liefhebbers.”

Met dank aan Hanny Batenburg voor de zonnige foto van het weerhuisje.