Peuter ernstig toegetakeld: ‘Ik zou niks doen bij een kind’

SCHIEDAM - Een 1-jarige peuter uit Schiedam belandt begin vorig jaar met ernstige verwondingen in het ziekenhuis. Artsen constateren dat er zoveel geweld is toegepast op het jongetje dat die zijn onderarm en bovenarm brak. Het Openbaar Ministerie wijst de Dordtse vriend Julio H. van de moeder aan als verdachte. Hij ontkent in de rechtbank. "Het is gewoon niet mijn schuld.’’

Blauwe plekken op rug, borst, buik, zij, voorhoofd, nek, oksel en rechterbeen. Een onderarm die op meerdere plekken is gebroken, net als de bovenarm. De lijst van verwondingen bij een 1-jarige peuter doet zelfs artsen in het ziekenhuis sidderen. Wie heeft dit op zijn geweten?

Het slachtoffertje woont bij zijn moeder in Schiedam. Het Openbaar Ministerie wijst evenwel haar 34-jarige vriend Julio H. uit Dordrecht aan als dader. Volgens de officier van justitie is er genoeg bewijs dat hij het kind tussen 30 december en 20 januari zwaar toetakelt, terwijl hij op de peuter past. 

"Ik vind het erg. Ik ben onschuldig, ik heb niks gedaan’’, ontkent H. dinsdag bij de politierechter. De Dordtenaar meent dat hij ten onrechte wordt beschuldigd door zijn vriendin. Hij insinueert bovendien dat zij verantwoordelijk moet zijn.

"Mijn vrouwtje ging koken. Toen ik thuis kwam, zag ik dat zijn arm een beetje dik was. Pas toen het jongetje wakker werd, heb ik het gezien. Ik weet niet hoe het is gegaan, ze geeft mij de schuld. Het is gewoon niet mijn schuld, ik snap het ook niet.’’

De rechter wijst H. op het medisch onderzoek dat 26 bladzijdes beslaat. "Ik heb niks gedaan, dus ik kan niets zeggen. Het is echt lastig voor mij.’’

H. valt een halve minuut stil. "U vindt dit moeilijk. Wat is uw verdriet?’’, vraagt de rechter hem. "Ik zou niet willen dat dit mijn kinderen, neefjes of nichtjes overkomt. Het is nooit gebeurd. Het raakte me. Ik zou niks doen bij een kind, dat zit niet in me.’’

De rechter spreekt van een ‘heel ernstige beschuldiging’ en ‘een pittig dossier’. Om die reden verwijst hij de strafzaak door naar de meervoudige kamer, waar drie rechters zich op een later moment over de kwestie buigen. In de tussentijd zal H. worden onderzocht door een psycholoog.