365 historische dagen in de Schiedamse geschiedenis
- Redactie
- 30-11-2024
- Onderwijs
SCHIEDAM - De Historische Scheurkalender Schiedam, vanmiddag ten doop gehouden bij Post Scriptum, kent 365 feiten en feitjes, verspreid over 750 jaar. Gezamenlijk geven ze een beeld van het ontstaan en de groei van de stad in de loop der eeuwen.
Voor 1 januari is gekozen voor 1810. Dat was het jaar dat de hervormde gemeente het eigendoom van en het bestuur over de Grote Kerk verkreeg. Met alle bijbehorende fondsen. Tegelijk hielden de betalingen van de salarissen van de predikanten uit de publieke kassen op. Het werd een taak van de kerkelijke gemeente zelf. “Gelukkig bleef de toren van de stad, waardoor men gespaard bleef voor de kosten voor onderhoud”, zo vermeldt de kalender. Ook leert die dat er een roerige tijd volgt. “De afscheiding van 1834 en de Doleantie van 1886 zouden honderden leden de gemeente doen verlaten en de vorming van twee andere gemeenten betekenen, te weten de Christelijke Gereformeerde en de Gereformeerde. Ook de vrijzinnigen onder de gemeenteleden ging hun eigen weg en hielden sedert 1874 aparte diensten, eerst in de Gasthuiskerk, later in het eigen kerkgebouw aan de Westvest. Bekend is vooral hun predikant Ds. François Haverschmidt geworden., die in zijn studententijd dichtte onder het pseudoniem Piet Paaltjens.” Het is allemaal een uitvloeisel van de scheiding tussen staat en kerk, doorgevoerd in ‘deze’ Bataafse tijd, aan het begon van de negentiende eeuw.
Op de pagina voor 18 maart staat een afbeelding van Aleida uit 1283, op een zegel. Zij was de vrouw die Schiedam stadsrechten geeft, naar verluidt op deze dag in 1275. Ze omschreef de stad als ‘onse poirteren ende inwoenlingen in die nyewe stede bij thuus van Rivier’. “Het kleine plaatsje krijgt in de loop der tijd als centrum de ‘drie-weech-cee’, het punt waar de Dam, de Gooystraat (de Hoogstraat) en de Boterstraat samenkomen. Zo’n vijftien jaar eerder had Aleida een woontoren, een donjon laten bouwen, die in de loop der jaren werd uitgebreid. Het restant kennen we vandaad de dag als het Huis te Riviere, aan de Broersvest.
1 april wordt belicht in het jaar 1547. “De stedelijke magistraat zetelde en vergaderde in een eigen gebouw, het ‘stede huys’ genoemd. Uit de beschikbare bronnen valt te constateren, dat Schiedam reeds aan het eind van de 14de eeuw een stadhuis bezat. Waar het precies stond, is onzeker, maar de huidige plaats op de markt is niet uitgesloten.
Op 14 april 1433 overlijdt Liduina, het Schiedamse meisje dat na een val op het ijs jarenlang aan haar bed gekluisterd is. Bij haar dood is ze 53 jaar. “Sinds haar overlijden is haar graf een oord van pelgrimage.”
Op 16 juni 1794 legt Anthonie Nolet de eerste steen voor de bakstenen stellingmolen De Walvisch. “In het laatste kwart van de achttiende eeuw bereikt de moutwijnindustrie in Schiedam een voorlopig (tweede) hoogtepunt, zodat de capaciteit van de bestaande moutmolens tekortschiet. Achtereenvolgens worden in opdracht van brander toegevoegd: De Drie Koornbloemen (1770), De Eendracht (1778), De Palmboom (1781), De Vrijheid (1785), De Washington (1792), De Walvisch en De Batavier (1797). Op dat moment malen niet minder dan zeventien molens voor de branders.”
Op 25 juni 1470 stelt het stadsbestuur dat het gasthuis minder van een herberg en meer van een ziekenhuis weg moet krijgen.
Op 3 oktober 1969 wordt de nieuwbouw van het Gemeenteziekenhuis aan de BK-laan geopend. “Na slechts 39 jaar zat de dienst erop.”
Op 29 oktober 1978 moet de ME in actie komen op ‘de busbaan’. ‘Het begon op de Brederoweg tussen Schiedam en Vlaardingen. De vechtpartijen strekten zich uit over een groot gedeelte van de wijken Groenoord en Holy. De relschoppers gebruikten allerlei soorten wapens, zoals stokken, fietskettingen, benzinebommen en veel stenen. Avondenlang heeft de jeugd de politie en ME beziggehouden, totdat er een groot aantal jeeps uit Den Haag werden ingezet. (..) Het dijklichaam van de Rijksweg 19 in aanleg, waarop velen een veilig heenkomen dachten te hebben gevonden, konden door de jeeps gemakkelijk worden beklommen.”
Op 31 december 1917 rijdt de paardentram voor het laatst in Schiedam, van het Hoofd via de Koemarkt naar het station. De kosten aan het voederen van de paarden worden te hoog om rendabel te kunnen werken.
Zo biedt de scheurkalender van het Fonds Historische Publicaties een uitgebreid scala van (365) historische dagen in de Schiedamse geschiedenis. Een aanrader voor wie in het jubileumjaar meer wil leren over haar of zijn stad.
Zie ook dit artikel.