Beste vriend krijgt 12 maanden cel na seksueel misbruik Schiedamse

SCHIEDAM - Voor het seksueel misbruik van zijn beste vriendin uit Schiedam is de 35-jarige M. H. vrijdag door de Rotterdamse rechtbank veroordeeld tot twaalf maanden celstraf, waarvan drie voorwaardelijk. Het Openbaar Ministerie had eerder nog achttien maanden cel geëist. Van verkrachting werd de dader vrijgesproken.

H. was altijd het ‘maatje’ van de Schiedamse vrouw. Ze vertrouwde hem blindelings en zij waren onderling als broer en zus. Bij overnachtingen sliepen ze soms ook bij elkaar in bed, zonder dat er iets gebeurde.

Tot 12 november. Na een stapavond vol drank en drugs belandden de twee bij haar thuis, samen met een bevriend stel. Halverwege de nacht werd het slachtoffer wakker en voelde dat H. met zijn vingers in haar geslachtsdeel zat. De vrouw sprong op en vluchtte de slaapkamer uit. 

In de woonkamer zag het aanwezige stel hoe de bewoonster ‘verward’ binnenkwam en zei dat ze H. buiten de deur moesten zetten. “Toen de verdachte binnenkwam, werd het slachtoffer emotioneel en riep ze tegen hem dat hij dit niet had mogen doen”, zeiden de rechters vrijdag bij bekendmaking van hun vonnis.

Daarbij noemden ze de verklaring van het slachtoffer over het vingeren ‘geloofwaardig’. Een verhaal dat ze volgens een vriendin die nacht ook al zo aan haar had verteld. H. stelde daar tegenover dat hij niks had misdaan en alleen maar spijt had betuigd over de commotie, maar niet wist waar hij nou precies van werd beschuldigd.

De Whatsappberichten die H. later die nacht aan de vrouw stuurde, zagen de rechters evenwel als ondersteunend bewijs voor haar aantijging van het seksueel misbruik. “Op geen enkele moment heeft H. in de Whatsappberichten gevraagd wat er zou zijn gebeurd, maar zich alleen maar verontschuldigd. Evenmin heeft hij die nacht op welke manier dan ook ontkend dat er iets kwalijks was gebeurd. Beide reacties hadden voor de hand gelegen wanneer de verdachte zich van geen kwaad bewust zou zijn geweest en zich onterecht beschuldigd voelde”, aldus de rechtbank.

Eén specifiek bericht van H. werd in het oordeel geciteerd. ‘Ik zou onze vriendschap nooit op het spel zetten door überhaupt iets te proberen. Ik heb echt geen idee waar dit is misgegaan’.

Volgens de rechters had H. het vertrouwen van de vrouw na tien jaar vriendschap ‘ernstig beschaamd’. Ze spraken hem vrij van verkrachting, maar veroordeelden hem voor seksuele handelingen bij iemand in staat van verminderd bewustzijn.

“Een onaanvaardbare handeling, maar een minder ingrijpende vorm dan geslachtsgemeenschap”, vonden de rechters. Zij legden hem met een jaar cel, waarvan drie maanden voorwaardelijk, daarom een lichtere straf op dan de geëiste 1,5 jaar cel.

Daarbij woog volgens de rechters ook mee dat H. al de gevolgen heeft ondervinden binnen zijn ‘sociale gemeenschap’. “En hij moet leven met het besef dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een soort seksueel misdrijf dat in zijn familie eerder al diepe sporen naliet.”

H. kan nog binnen twee weken in hoger beroep tegen de straf.