Categorieën

Service

Eilandbewoner in Schiedam

Eilandbewoner in Schiedam
Uit

Eilandbewoner in Schiedam

  • Ted Konings
  • 13-12-2023
  • Uit
Eilandbewoner in Schiedam


RECENSIE - Kapper Van Druten in de Nieuwe Maasstraat, groenteboer Roodenrijs, houthandel Van de Wetering. Dobbelaar en Jantje van alles. “Hier kon je woon- en werkplek combineren - De werven en de gasfabriek dichtbij - Op elke straathoek: winkel of café - En ’s zondags naar de kerk of SVV.”

Tom Bezemer werd geboren op de Havendijk 218c op 10 mei 1938. Hij heeft veel herinneringen aan zijn jeugd, daar in de Gorzen, en kan er smakelijk over vertellen. Dat blijkt uit het boekje ‘Eilandbewoner in Schiedam’, dat recent is verschenen. Met foto’s, verhalen en gedichten.

Herinneringen aan de jaren veertig van de twintigste eeuw, is de ondertitel van zijn werk, en dat slaat de spijker op de kop. Heerlijke kost voor Gorzenezen of oud-Gorzenezen die nog wel eens terug willen mijmeren naar hoe het in hun jonge jaren was. “Op die hoek zat de groenteboer, daar de bakker en even verderop de waterstoker.” Hoe er gespeeld werd aan de Havendijk, over de kerk die daar stond, en nog steeds goeddeels blijkt te staan

Maar ook fijne lectuur voor nieuwe Gorzenaren, of andere Schiedammers die wel houden van een beschouwing over heden en verleden, en hoe dingen zo gekomen zijn. “We kijken allebei naar hetzelfde, maar ik besef terdege dat zijn ogen nooit zullen zien wat ik zie, omdat ik tegelijkertijd de beelden uit het verleden als een watermerk op de achtergrond projecteer”, vertelt Bezemer over een wandeling met zijn zoon door de Gorzen. “Wat zou ik op mijn beurt graag met mijn voormoeder hier rondwandelen om te horen hoe het er toen uitzag; en mijn best doen om door haar ogen in het verleden te kijken.”

En dan zijn er veel zaken om het over te hebben. Bezemer begint over reclames, die nu nog makkelijk terug te vinden zijn in oude kranten en tijdschriften. De naam Bokhorst doet een wereld opengaan: speelgoedwinkel (en huishoudelijke artikelen). “Er doemt een vaag beeld op van een kleine houten kruiwagen, geel van buiten, rood van binnen; mijn vroegste herinnering? De overige beelden die erbij horen hebben anderen er later aan toegevoegd.” Waarvan de vraag is wat waar is en wat fabel. “Een oudere zus die in haar herinnering een jongetje van bijna twee jaar zijn neus tegen de etalageruit van Bokhorst ziet drukken; dat broertje heeft maar één wens… de kruiwagen, geel van buiten, rood van binnen.” Op de dag dat de oorlog uitbreekt, zou de wensdroom van het knulletje uit zijn gekomen, op zijn tweede verjaardag. Maar moeder Bezemer las voor, uit de boeken van W.G. van de Hulst, en daarin komt een verhaal voor van kleine Kees, die een kruiwagen krijgt, geel van buiten, rood van binnen… 

Schneider’s Woninginrichting, coöperatie DES, Bervoets, de namen die in de media-advertenties voorkomen; ze doen bij veel mensen uit ‘zuid’ herinneringen bovendrijven.

De enorme veranderingen aan de Havendijk. “Geklop, gehamer in de dokken - Scheepstoeters in de nieuwjaarsnacht - Een kar geduwd met lichaamskracht - Of wagens door een paard getrokken.” Heerlijk rondschooieren kon je daar, langs het water. 

Bezemer beperkt zich niet tot de Gorzen, de wijk op een eiland, maar schrijft ook een hoofdstuk over de Bergerbuurt, het rijtje huizen ‘achter’ de Lange Nieuwstraat. Daar woonde opoe. “Geen oma die koekjes met je bakt, spelletjes met je doet of bij wie je gaat logeren. Dat soort zaken lagen buiten de gezichtskring, waarbij ook haar kleine woning beperkingen oplegde. Ze was gewend aan, en ongetwijfeld ook gevormd door harde en moeilijke levensomstandigheden. Ze is 31 als in 1906 mijn opa overlijdt en ze met vier heel jonge kinderen achterblijft in een tijd waarin de begrippen weduwen- en wezenpensioen nog niet bestonden.”

Het leuke is dat Bezemer zijn hoofdstukken afsluit met eigen dichtwerk. ‘Herinneringen genereren, dat is de kracht van adverteren’. Of: ‘Ik weet de weg nog wel, dus… ik begin - Het tijdpad van weleer terug te lopen - Rechtdoor, linksaf, het hekje staat al open - Zo wandel ik de oude foto in’. Als ‘epilogica’ komt ook Schiedam-buiten-de-Gorzen aan bod: ‘Nu kijk ik door het oog van de toerist: - Het moois wat bleef, het fletse grijs gewist - Vanaf de toren (vierenvijftig meter) - Zie ik een stad die borrelt en die bruist. - De reden dat ik eertijds ben verhuisd? - Ach, van een afstand is het uitzicht beter.”

Ook het Sterrebos met zijn volkstuintjes en het zwembad en ook de Kilometerlaan komen langs. En de gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog. Tom Bezemer moest erin naar school. “In mijn herinnering is het bijna een lege bladzijde, dat eerste schooljaar 1944-1945. Het oude rapportboekje begint met de cijfers van klas twee.” Wie mocht denken dat kleine Tom de eerste klas gemist heeft.. “Angstig was ik niet, op die septemberdag in 1944, wel vol spanning: ik zou datgene gaan ontdekken waarop de verhalen van oudere broer en oudere zussen mij al hadden voorbereid; en voor een kind dat in vier jaar oorlog heeft geleerd niet te ver van huis te dwalen, is twintig minuten lopen een reis naar een andere wereld.” Bezemer gaat naar school in de Nassaulaan, waar in die tijd behalve de katholieke kinderen ook de gereformeerde welkom zijn - met eigen juffen en meesters uiteraard. 

Koekjes van bietenpulp bakt vader Bezemer in de Hongerwinter. “Eind januari zijn in Schiedam veel mensen zo wanhopig dat winkels en pakhuizen geplunderd worden en broodbezorgers op straat worden belaagd.” In februari kunnen schepen met Zweeds brood eindelijk over de dichtgevroren rivieren tot onze contreien komen. “In de Nieuwe Maasstraat staan bij melkhandel Amoureus de mensen in een lange rij te wachten op hun beurt: in de meegenomen kussensloop gaat voor elk gezinslid één brood. Dat levert thuis een van de mooiste herinneringsbeelden uit die jaren op.” Een foto van het hele gezin, met ieder een brood voor zich, ‘waarvan ik zelf een boterham af mag snijden’…

En dan na de oorlog naar de Dr. A. Kuyperschool in de Stadhouderslaan, bij de strenge juf Schreuder. Maar meester Aad Soeters is vriendelijk en goedlachs en leest voor uit ‘In de soete suikerbol’. “De status van je ouders telde mee - Je was geen zoontje van de dominee.”

“Aan het eind van het schooljaar gaan we in de bus samen met de zesde klas op schoolreis naar Schiphol. Voorin een grote melkbus met limonade waaruit onze meegenomen beker met een enorme soeplepel af en toe gevuld worden.” Het levert een geweldige foto op voor ‘The Flying Dutchman’, met klas 5 en 6 op de vliegtuigtrap.

Dobbelaar in de Groenelaan, met een ‘leesbibliotheek’. En naast de winkel van Jantje van alles in de Beierlandsestraat is een ‘zaaltje’ waar gelezen wordt in de ‘Gereformeerde Evangelisatiebibliotheek’. Het leverde Bezemer een leesverslaving op. En een vlotte pen.

Bezemer bezoekt zijn ouderlijk huis, Havendijk 218c. “De horizontale hanenbalken - waaraan een schommel hangt - ondersteunen samen met de schuine balken het puntdak. Die schuine balken lopen vlak voor de dakkapel naar boven; zo heb je een hard maar prettig steuntje in de rug als je met je benen naar buiten op de vensterbank zit. Een prachtige plek om een boek te lezen. Met het zicht op de toren van de Heilig Hartkerk weet je ook altijd hoe laat het is, zelfs ’s avonds in het donker als de wijzers verlicht zijn. Ik heb voor even weer de mooiste plek van Havendijk 218c bereikt. Verdwenen? Niet zo lang die plek ‘in mij woont’…

De Plantagekerk, de omgang tussen katholieken en gereformeerden en ook ‘de brug over’, naar de Gusto en de Maasdijk en Eendrachtstraat. Koninginnedag 1948, voor het laatste op 31 augustus. “Hier kon je woon- en werkplek combineren - De werven en de gasfabriek dichtbij - Op elke straathoek: winkel of café - En ’s zondags naar de kerk of SVV.”