Categorieën

Service

St.-Janskerk haalt alles uit de kast voor warme voeten

St.-Janskerk haalt alles uit de kast voor warme voeten
Nieuws

St.-Janskerk haalt alles uit de kast voor warme voeten

  • Ted Konings
  • 15-02-2025
  • Nieuws
St.-Janskerk haalt alles uit de kast voor warme voeten

SCHIEDAM - Het wordt een spannende race. Maar verliezers zullen er niet zijn; de Grote of St.-Janskerk kan de eerste grote Nederlandse kerk worden die verwarmd wordt door aardwarmte. Of het wordt de tweede, na Zwolle. Maar de kerkgangers en andere gebruikers van Schiedams trots zullen sowieso de ‘winnaars’ zijn. Eerste prijs: warme voeten en een dito hoofd. 

Corné Otterspeer, projectleider van de verduurzamingsslag, ervaart overigens allerminst een concurrentie om ‘de eerste’ te zijn. “Nee, ik ervaar juist dat ieder graag kennis deelt.” Want in den lande zijn er meer grote oude kerken waar gewerkt wordt aan het op een andere manier verwarmen van de gebouwen, zonder de monumentale status ervan geweld aan te doen.

Beter stap voor stap en goed, dan hurrie-hurrie, zo is de overtuiging van Otterspeer. Ook al is hij ook persoonlijk gebaat bij een mooie referentie. “Ik krijg hier energie van.”

Otterspeer is met zijn eenmansbedrijf ‘Energie Anno Nu’ door de stichting die de kerk beheert aangetrokken om de verdere verduurzaming van het gebouw in goede banen te leiden. De verwarming van de Grote of St.-Janskerk met aardwarmte is zijn grootste project sinds hij zijn bedrijf drie jaar geleden begon. Hij is er trots op dit werk in zijn eigen stad te mogen doen; het betekent volgens hem een zeer belangrijke stap in het behoud van de kerk voor de verre toekomst.

Verwarming is immers duur voor een kolossaal gebouw als de grootste en oudste kerk van de stad. Genoeg om op leeg te lopen, als je de Eneco-rekening moet betalen, zoals dat geldt voor de stichting Sint-Janskerk Schiedam. Hoe minder er aan verwarming wordt uitgegeven, hoe beter de exploitatie van het gebouw op lange termijn is vol te houden. 

Afgelopen week zijn er zes diepe maar smalle putten geslagen in de pastorietuin aan het Oude Kerkhof. Die gaan maar liefst tweehonderd meter diep. En een centimeter of vijftien breed. In de putten, aan de bovenkant ingezet door een koker, lopen twee smalle buizen, een gaande en een komende. Ze zijn op hun diepste punt ingeklikt in een soort ‘u’ die de buizen verbindt. 

Gaande de tocht naar de diepte - bedenk, tweehonderd meter is bijna vier keer de hoogte van de kerktoren - wordt het water met wat anti-vries verwarmd. Niet zozeer omdat het op tweehonderd meter al zo veel warmer is, maar vooral vanwege de lengte van de pijp. “Je had hem ook horizontaal kunnen leggen”, stelt Otterspeer. Maar ja, dan zorg je voor veel meer werk en gedoe, zo dwars door de stad. Het is dus vooral de tijd dat de vloeistof door de buizen loopt, die maakt dat deze warm worden.

Nou ja, warm. Twaalf graden Celsius, zo komt de vloeistof boven. Maar met dat voor ons gevoel koude water, kun je een kolossale kerk verwarmen. “Tot een graad of dertien, zo is de bedoeling”, vertelt Otterspeer.

De geboorde pijpen worden verbonden via leidingen in geulen onder de grond, die dezer dagen worden gegraven. Het water dat op diepte is geweest wordt geleid naar een warmtepomp, die het water in de vloerverwarming van de kerk, enkele jaren geleden aangelegd, kan verwarmen. “Dat gebeurt tot zo’n 47 graden; daarmee is de kerk op temperatuur te krijgen.

Maar niet tot een niveau dat comfortabel is voor gebruikers, pakweg twaalf tot veertien graden. Daarvoor is een extra verwarming nodig die zal komen van infraroodpanelen. Die worden in de kerk gehangen op het centrale deel waar bijvoorbeeld de kerkvieringen worden gehouden. Op een flexibele manier, zodat ze hoger en lager kunnen hangen. “We hebben gerekend met zo’n 250 vierkante meter.” 

Want niet de hele ruimte in de kolossale kerk wordt opgewarmd. De kerk verduurzamen zoals dat vandaag de dag met woningen wordt gedaan, is geen haalbare kaart. “Wat denk je dat de mensen van monumentenzorg ervan vinden als we zeggen dat we de glas-in-loodramen willen vervangen door driedubbelglas…?” 

Voor de infraroodverwarming is, net als voor de warmtepomp, elektriciteit nodig. En die zal komen van de zonnepanelen die op de kerk komen. Op twee van de drie beuken van het kerkdak zal dat het geval zijn, uit het zicht van de buren. 

Die buren kunnen wel te maken krijgen met de zonne-energie, mochten zij interesse hebben in medegebruik. “De zonnepanelen wekken ook stroom op wanneer die in de kerk maar beperkt wordt gebruikt. Op een zonnige dinsdagmiddag kan de energie bijvoorbeeld worden gebruikt voor de koeling van de Albert Heijn. We willen daarom ook verkennen of er interesse van de buren van de kerk is om duurzame energie van het kerkdak te gebruiken.” Er komen honderdvijftig panelen op het dak. “In een volgende fase willen we ook kijken of de opslag van energie een haalbare kaart is.” 

Maar eerst moet de stroom opgewekt, de warmte de kerk binnen gebracht. Het grote punt bij de Grote Kerk is de monumentale staat van het gebouw. Een rijksmonument van zeshonderd jaar oud verduurzamen is volgens Otterspeer andere kost dan een warmtepomp in een rijtjeshuis. “De grote vraag is hoe het complex architectonisch in ere te houden. Dus ingrepen te doen zonder het karakter van het gebouw aan te tasten.” Plaatsing van de warmtepomp tegen de gevel van de kerk was vooral daarom geen optie. In plaats daarvan komt die in het ketelhuis van de kerk te staan.

Afgelopen week is het project begonnen met eerst het leggen van een ondergrond om de zware boormachine aan het werk te kunnen zetten, zonder de kerktuin volledig aan gort te rijden. De machine woog dertig ton en kon op bodemplaten aan het werk, maar niet nadat toegang voor het apparaat was gerealiseerd. Daarvoor moest een hekpoer - een van de twee stenen muurtjes waarin het hek van de pastorietuin hangt - worden verwijderd. “We hebben die eerst uitgetand (steen voor steen uitgebikt, red.) en daarna verplaatst. Alleen met de voorbereiding daarvan zijn we al lang bezig geweest. Je moet de instanties echt overtuigen dat het de enige en beste manier is om te doen en dat je zorgvuldig te werk gaat en weet wat je doet.” De hekpoeren, en het lage muurtje dat de kerktuin omzoomd, zijn overigens niet zo oud als ze zich doen aanzien. “Ze zijn uit de jaren vijftig of zestig.” 

Sowieso moesten de initiatiefnemers voor de aardwarmte over een lange adem beschikken. “We zijn anderhalf jaar geleden begonnen.” Er moet heel veel uitgezocht worden, overlegd en overtuigd. “Belangrijk is niet in paniek te raken als dingen niet lukken of goedgekeurd worden.” Omdenken, noemen we dat tegenwoordig. Juist door alles zorgvuldig aan te pakken, open te overleggen en secuur te werk te gaan, is volgens Otterspeer bij alle instanties (gemeente, DCMR, rijksdienst) instemming en steun verkregen om aan het werk te kunnen gaan.

De timing is mooi. “Het is nu een ideale tijd.” Na het graven van de gleuven om de putten te verbinden kan de tuin - nu nog bezaaid met enkele flinke bergen aarde - worden geëgaliseerd. “Dan kunnen we in maart opnieuw gras inzaaien en in de zomer zie je dan niks meer van het werk.” 

Het werk was afgelopen donderdag ook precies op tijd klaar om op vrijdag de markt te kunnen laten doorgaan in de Lange Kerkstraat.