Omwonenden vliegveld: we willen rustig slapen
- Redactie
- 30-11-2023
- Wonen
SCHIEDAM - De vertegenwoordigers van omwonenden bij regionale luchthavens hebben in een brief minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat opgeroepen om bij het nemen van besluiten over de toekomst van de luchtvaart, rekening te houden met een aantal dringende aanbevelingen. De minister is namelijk van plan om in 2024 te beslissen over de vergunningen (‘luchthavenbesluiten’) van die vliegvelden.
Zo willen de omwonenden dat in het belang van hun gezondheid het ‘recht op rust’ wordt gerespecteerd: een volledig ongestoorde nachtrust van tenminste acht aaneengesloten uren. Iedere regionale luchthaven moet voortaan gesloten zijn van elf uur 's avonds tot zeven uur 's ochtends op werkdagen en tot acht uur op zaterdag en zondag. Tijdens die uren geen starts of landingen. Voor vluchten met een groot maatschappelijk belang (zoals de traumaheli) of vliegtuigen in nood kan een uitzondering gelden, zo schrijft stichting Abrel in naam van de omwonenden van de verschillende regionale luchthavens aan Harbers.
Zij wil extra aandacht voor de twee belangrijkste veroorzakers van hinder: het tijdstip van de vlucht en het aantal passages per tijdseenheid. De meeste hinder wordt ervaren in de vroege ochtend en de late avond, dan worden ook de meeste klachten gemeld. Daarom moet zolang er geen betere regeling is, een maximum aantal vluchten voor die tijdvakken worden vastgelegd. Ook zal de luchtverkeersleiding vliegtuigen bij voorkeur niet meer over woongebieden moeten sturen, zo stellen de omwonenden in de brief.
Ook geven zij aan dat ‘stillere vliegtuigen’ de hinder niet zullen verminderen: deze zijn op papier wel stiller, maar dat verschil is niet hoorbaar. En ten aanzien van de grootste herriemakers (zoals de oudere vliegtuigtypes) moet voorkomen worden dat als de ene luchthaven ze weigert, een andere ze verwelkomt uit economische motieven.
De vertegenwoordigers van de bewoners zien voor zichzelf een belangrijke rol weggelegd in het bevorderen van het leefmilieu rond de regionale vliegvelden (behalve Rotterdam ook Eindhoven, Lelystad, Maastricht en Groningen). Vandaar dat zij zich in 2019 verenigd hebben in de stichting Abrel.