Alex Glijn niet langer Schiedams beste vriend
- Ted Konings
- 16-05-2024
- Nieuws
SCHIEDAM - Een markant politieman neemt afscheid. Alex Glijn zorgde 32 jaar lang voor veiligheid in Schiedam, en voor een glimlach op de gezichten van veel Schiedammers.
Een communicatieman, zou hij nu worden genoemd, maar toen de geboren Schiedammer - tegenwoordig woonachtig in Spijkenisse zijn eerste schreden zette in het politievak, kende men dat begrip nog niet. In plaats van lang delibereren, deed hij het gewoon: het gesprek aangaan met de mensen in de stad. Want je moet als politie ook uitleggen waarom je de dingen doet op de manier waarop je ze doet, zo vindt hij. “Bovendien: zelfs een arrestatie is veel makkelijker als je je pappenheimers kent - en zij jou.”
Glijn was dus altijd onderweg, vaak op straat en ook nogal eens in de lokale media en groeide zo uit tot een BS-er, een bekende Schiedammer. Als hij volgende week gaat beginnen bij de Zeehavenpolitie, neemt hij in ieder geval een nieuwe telefoon aan. “Want half Schiedam heeft dit nummer”, vertelt hij met zijn telefoon in de hand. Overigens: helemaal afsluiten zal hij zijn nummer ook niet.
Het typeert de man, die uitstraalt dat hij dan wel politieman is, en dus eentje van wet en orde, maar ook het leven ziet als een plezierige onderbreking van de eeuwigheid. Denk bijvoorbeeld aan zijn hobby, stijldansen. Even zweven over de gladde vloer, even het lijf in dienst stellen van de schoonheid. En ook een andere karaktereigenschap van Glijn komt in het dansen aan bod: de interesse in de ander, die nodig is als je als duo iets moois op de dansvloer wilt leggen, maar ook als je als politieagent - sorry, brigadier is het ondertussen - effectief wil zijn.
Het zit Glijn nu ook in de weg, merkt hij steeds vaker. Communiceren kost tijd, en er is geen tijd meer. Bij de politie net zo zeer als in de maatschappij. En dat wreekt zich. Dat haalt het plezier uit het werk. “Je bent nooit klaar, krijgt nooit alles af. Ik ga me daar steeds meer aan irriteren.” Dat, en zijn leeftijd maken dat Glijn concludeerde: tijd voor iets anders.
Maar voor het zo ver is, is de politieman bezig met een soort afscheidstournee. “Toen ik op mijn facebook zette dat ik van baan ging veranderen, had ik binnen een dag tientallen berichtjes.” Op Koningsdag ‘ben ik wel tachtig keer op mijn nek gesprongen’. Vandaag nam Alex Glijn in Shop op de Hoogstraat afscheid van ‘zijn’ Centrumwijk. "Fantastisch", vond hij het. Alles en iedereen was er, van gemeentewege, met name natuurlijk de mensen van Toezicht & Handhaving, netwerkpartners en ondernemers, en bewoners. "Met veel presentjes, geweldig." Vanmiddag was er het afscheid 'op de zaak', met veel collega's en een speech van de baas. "Het had niet beter gekund", aldus Glijn.
Schiedam-Centrum kent zo’n vijfduizend bewoners, zo weet Glijn. “Daaronder heb je vier categorieën: de zeikerds, de bellers, de normale mensen en de boeven.” En dan eigenlijk ook nog de zwervers, als vijfde categorie. Ieder vraagt zo zijn aandacht. “Tachtig procent van de tijd is sociaal, twintig procent is boeven vangen.” Alhoewel er ook een flinke groep onder beide noemers te vangen zijn. “De meeste tijd gaat zitten in verwarde mensen.” Mensen met psychische problemen, nogal eens van de drugs. Ook veel mensen die voor het werk naar Nederland kwamen, maar hun werk kwijtraakten, en daarna hun woning, en zich verliezen in de drugs. “Terug willen ze niet, want dat is absoluut gezichtsverlies.” Ze zijn niet verzekerd, weten de weg in de soms ingewikkelde maatschappij niet. De wijkagent probeert deze mensen te leren kennen. Vaak met handen en voeten, want zijn Pools is non-existent. “Dat levert soms leuke gesprekken op, en een andere keer moeten we ze flink aanpakken.” Dan weer legt Glijn contact met Antes, dat in Schiedam de verslaafdenzorg organiseert, of de reclassering en een andere keer is het oppakken en de cel in. “Ook dan is het handig als je de mensen kent.” Ook al zijn het in de meeste gevallen geen misdrijven waarvoor dat gebeurt. “Meestal APV-werk: rondhangen in portieken en flatgangen vooral.” Glijn schat dat er in Schiedam zo’n honderd verslaafden, thuislozen en mensen met psychische problemen zijn die op straat rondhangen.
Recent had hij te kampen met jongeren op de Baan die voor problemen zorgden. “Drugsdealen.” Hangen, mensen lastig vallen, voor overlast zorgen. “Als wijkagent probeer je contact te houden en op te treden als het nodig is. Maar daar heb je eigenlijk de tijd niet voor. Dan is het fijn als je, zoals we gedaan hebben, er ons project van de maand van maken. Dan ben je het niet meer alleen, maar is het het hele team dat meewerkt en dat iedere dag even langsgaat.” Dat werkt. “Het is nu zeker minder, de overlast.” Voor zolang als het goed gaat. Recent werd zo bijvoorbeeld ook de aanpak van fatbikes en elektrische steps tot maandprioriteit gemaakt.
Glijn zegt in gesprek met centrumbewoners blij te zijn als die zich niet zo herkennen in bovengeschetst beeld, en zeggen dat ze rustig wonen en weinig geconfronteerd worden met agressief of niet-benijdenswaardig volk. “Dat betekent dat wij ons werk goed doen.” Want er zijn echt de nodige mensen die ‘het leven opgegeven hebben en maling aan alles hebben’. Dat gaat dus van drugsgebruik tot vandalisme en vervuiling, tot misdrijven als drugs- en wapenhandel.
“Ik drink koffie met de grootste criminelen. Dat helpt wel, als er iemand binnen gezet moet worden. Je kan dan zeggen ‘we sturen het arrestatieteam erop af’, maar je kan ook zeggen: ‘in plaats van je vrouw en twee kinderen een trauma aan te doen… meld jezelf maandag op het politiebureau’. En dat lijkt dan ineens niet zo’n slecht idee.”
Veel instrumenten anders dan ‘binnen zetten’ heeft de wijkagent niet. “Alhoewel, sinds kort hebben we wijkverboden. Daarmee kunnen we mensen een bepaalde tijd uit een bepaalde buurt weren.” Dat kan helpen om ze uit een groep te krijgen, en bijvoorbeeld contact te laten opnemen met zorgverleners. “Zorg is altijd vrijwillig, dus iemand moet wel willen.” Maar dat de daklozenproblematiek overlast veroorzaakt voor bewoners, is voor hem een uitgemaakte zaak. Al was het maar omdat hij het thuis ook wel eens heeft meegemaakt, een zwerver zowat in de tuin.
Glijn was niet ‘altijd’ de wijkagent van het centrum. Dat is pas sinds vijf jaar het geval. “Daarvoor was ik tien jaar in Kethel en acht jaar in Groenoord. 22 jaar in totaal.” Eerder werkte hij als 'algemeen politieman' in Schiedam. Daarvoor was hij zelfs nog trambestuurder in Den Haag, waar zijn gezin vanuit Schiedam naartoe was verhuisd - het is nog steeds te horen. Hij is nu 56.
Wat is er veranderd in al die jaren dat Glijn in Schiedam probeerde de orde te handhaven? “De maatschappij is verhard. We zijn meer op onszelf gericht. De sociale contacten zijn afgenomen. We letten steeds minder op onze omgeving. Dat heeft grote gevolgen. Je kunt nu een jaar lang dood op een zolderkamer liggen. Hoe dan, vraag je je af. Betalingen gaan automatisch, totdat het een keer stokt en dan vinden we iemand. Maar zo iemand wordt eerder niet gemist. Dat was dertig jaar geleden naar mijn idee amper mogelijk.”
Die verharding merkt een politieagent natuurlijk op straat. “Kijk, mensen hoeven niet op me af te komen: ‘dag meneer agent, ik heb respect voor je’. Maar nu lijkt het soms of er nul respect is.” Glijn is er zich terdege van bewust dat respect wederzijds dient te zijn. “Je moet ervan kunnen uitgaan dat de politie je met respect behandelt.”
“Ik weet niet goed hoe het netjes te zeggen, maar je moet bedenken dat veel van de nieuwkomers hier uit landen komen waar de mensen uitgesproken anti-politie zijn. Waar agenten corrupt zijn, de vijand.” Al met al ligt de tijd van de slogan ‘de politie, je beste vriend’ ver achter ons.
In die jaren heeft hij gezien hoe de politie steeds meer taken te verrichten kreeg. “Alles werd maar over de schutting gegooid.” Ook dat maakt dat de politie onderbezet is en niet meer aan uitvoering van zijn taken toekomt. “Nu is er zo veel meer werk, zo veel andere probleemdossiers.” Daardoor ontbreekt de tijd voor de sociale kant van het werk. “Vroeger waren de mensen gewend om voor alles de politie te bellen.” Nu proberen ze dat nog wel, maar blijkt het onmogelijk voor Glijn om overal op te reageren. “Joh, het kwam wel voor dat mensen met een lekke band stonden en die hielp je dan, ik heb wat banden geplakt. Of je gaf ze wat geld om verder te komen.” En dat kreeg je dan nog terug ook.
Veel complex werk, dat betekent lange dagen maken. Glijn staat over het algemeen om vijf uur op, als hij een dagdienst als wijkagent heeft. Om zes uur is hij ‘op het werk’, dan is het zeventig mailtjes en berichten weggooien, en dertig ‘wegwerken’. De gekste dingen krijgt hij op zijn bordje. “Dat je niet alle problemen van alle mensen op kunt lossen is duidelijk. En soms komen mensen ook voor de twaalfde keer met hetzelfde naar je toe.”
Dan zou hij het liefst om zeven uur buiten lopen, maar dat lukt maar zelden. “Meestal ben je pas om tien uur klaar op bureau, en ga je de wijk in. Graag ga ik dan het gesprek aan met de winkeliers, want die maken toch wel veel mee.” Bijvoorbeeld de vele diefstallen. “Met vijf man de winkel in, en dan maar klauwen.”
Door het vele werk, hij draait ook avonddiensten en de noodhulp ‘op de bus’, plus zijn extra taken als aanspreekpunt op vele vlakken, is Glijn eigenlijk nog maar een keer of twee in de week echt als wijkagent op straat aanwezig. Terwijl voor hem buiten kijf staat dat een wijkagent een belangrijke rol speelt. Dat is eenvoudig af te meten aan de mensen die hem aanschieten, onderweg. “Mensen komen echt met hun problemen naar je toe.” Werk voor een politieman of niet. Glijn steekt veel tijd in (ouderen)voorlichting en media, is coördinator Verlofhouders (van vuurwapens) voor Schiedam.
Dat niet alles kunnen aanpakken, dat zit hem dus dwars. Dan ga je, zeker op mijn leeftijd, toch denken: wat is er anders nog te doen?” Dat kwartje viel toen Glijn een dagje meeliep met een collega van de Zeehavendienst. Zeer divers werk, dat zich vooral typeert dat er projecten gedraaid worden. Dus meer dingen van begin af aan tot een goed einde brengen, structureler inzet verrichten die zaken de goede kant op moeten helpen. Dat is wat trekt. Niet zo ad hoc aan het werk. ”Tijd om dingen af te maken. Het betekent wel studeren, want je moet milieuwetten kennen, weten hoe drugsuithalers te werk gaan, douaneregels paraat hebben, en de regels op het water, noem maar op.”
En ook: “Je werkt er in ploegen. Als wijkagent doe je veel alleen. Je bent alleen op de auto, hebt dus geen collega’s die je diep leert kennen. In de havendienst heb je vaste roosters, met dezelfde collega’s. Als wijkagent val je in bij de noodhulp en bijvoorbeeld ook de ME en optreden bij voetbalwedstrijden (‘Mogen ze gelijk van me afschaffen, waarom moet wij daar als politie nog bij betrokken zijn?!’). Maar steeds zijn het andere mensen met wie je werkt.” Ook omdat de doorloopsnelheid bij de politie hoog is, aldus Glijn. “Veel stagiaires, die een paar maanden meelopen en dan weer weg zijn.”
Politieman of -vrouw zijn is een moeilijk vak, weet Alex Glijn ondertussen. Denk alleen al aan de reanimaties - ‘twaalf, dertien per jaar in Schiedam’ - en zeker die van baby’s hakker er flink in. Zelfmoordpogingen. “Denk ook aan die keren dat je een vuurwapen op je gericht krijgt.” Het Team Collegiale Opvang, waarin politiemensen na een dergelijk emotioneel incident hun hart kunnen luchten, heeft veel te doen.
Er is nog een andere reden waarom Glijn overstapt. “Het gevoel dat ik niet meer kan bieden wat ik in het verleden kon. Toen was ik bezig met twintig, dertig dingen tegelijk, was ik heel alert, kon ik alles oppakken. Nu heb ik het idee dat ik niet meer kan voldoen aan de hoeveelheid werk die op me afkomt. En dan kan iedereen, uit de wijk, mijn baas, mijn collega’s, wel zeggen dat het allemaal goed gaat en dat ik nog voldoe als eerder, maar ik weet dat ik meer en meer tekort gaat schieten.”
Goed, de ‘Rotterdamse haven’ kent 188 havens, maar het werk van de Zeehavenpolitie zal zeker overzichtelijker zijn, zo verwacht Alex Glijn. Zaterdag al begint hij er. “Morgen mijn laatste ochtenddienst en zaterdag naar de havenpolitie.
Wat hij zal missen aan Schiedam? “Van alles. Het is mijn stad.” Hij zal er ongetwijfeld nog regelmatig zijn neus laten zien. “Ik zal vooral de mensen missen.” Wie in het bijzonder? “Paul Wijngaarden (de koster van de Grote Kerk en duizendpoot, red.): altijd vrolijk en vriendelijk, staat altijd voor iedereen klaar. En ook Robert Maagdenberg (van beveiligingsbedrijf Shelter dat veel werk verricht in Schiedam, red.) die onvermoeibaar is en ook voor ieder klaarstaat.”
Gelukkig kan hij het werk in Schiedam-Centrum overdoen aan Jeroen Cats, die nu nog wijkagent in Sveaparken is. Dat is niet vanzelfsprekend, want ook bij de politie lukt het niet om alle vacatures te vullen. Vooral is het lastig om goeie agenten te krijgen, aldus Glijn. “We krijgen van alles aangeboden, maar capabele mensen hebben, dat kost tijd, geld en ervaringen. Je moet sociaal en stressbestendig zijn. Dat zijn er niet zo veel.” Net zoals er niet veel zijn zoals Alex Glijn.