Schiedammers betalen dit jaar 667 euro aan heffingen aan stad

SCHIEDAM - Schiedam verwacht dit jaar ruim 55 miljoen euro aan gemeentelijke heffingen te ontvangen. Dat is 8,1 procent meer dan afgelopen jaar, toen 50,9 miljoen euro was ingeboekt. Van iedere Schiedammer denkt de stad dit jaar (gemiddeld) 667 euro te ontvangen.

Die toename is vergelijkbaar met die in andere gemeenten. Het Nederlandse gemiddelde ligt op acht procent hogere heffingen. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

Waar de hogere heffingen op onroerend goed nog relatief beperkt zijn, springen vooral de parkeerheffingen en de toeristenbelasting eruit. De inkomsten uit parkeren moeten dit jaar voor Schiedam oplopen van 3,6 miljoen naar 4,5 miljoen euro. Dat is een toename van bijna 24 procent. Voor de pot Toeristenbelasting staat er in 2025 467.000 euro ingeboekt, eenderde meer dan de 350.000 euro vorig jaar. Ook de leges betaald bij de gemeentesecretarie lopen flink op.

De onroerendezaakbelasting (OZB) blijft de belangrijkste onder de heffingen die het gemeentebestuur van Schiedam oplegt. 18,3 miljoen euro moet die dit jaar opbrengen, 8,8 procent meer dan de 16,8 miljoen van vorig jaar, en de 15,7 miljoen die voor 2023 was begroot. Zo’n beetje de helft komt de afgelopen jaren van belasting op woningen, de andere helft van alle andere panden. Zo kan het dat een gemiddelde Schiedammer (dus afgezien van de kleine groep die ander onroerend goed dan zijn of haar woning in bezit heeft) dit jaar naar verwachting 111 euro kwijt is. Dit is flink minder dan aan afvalstoffen en riool.

Reinigingsrechten en afvalstoffenheffing leveren de stad naar verwachting dit jaar 15,3 miljoen euro op. Anders gezegd kost het een Schiedammer gemiddeld 186 euro. Afgelopen jaar kreeg Schiedam uit deze post nog 14,2 miljoen binnen, en 13,9 miljoen in 2023.

Derde in belang tussen de Schiedamse heffingen is de rioolheffing, goed voor 11,1 miljoen aan inkomsten dit jaar voor de stad. Dat staat gelijk aan 135 euro per Schiedammer. Ter vergelijk: voor 2024 was 10,9 miljoen aan rioolheffing ingeboekt, voor 2023 10,6 miljoen.

Parkeren is de vierde post in grootte in het gemeentelijke huishoudboekje, pagina Heffingen. Hier moet volgend jaar zoals gezegd bijna 850.000 euro meer uit binnenkomen. Een gemiddelde Schiedammer is dit jaar naar verwachting 55 euro kwijt aan parkeren. De stijging van 2023 op 2024 was niet meer dan ruim honderdduizend euro.

Aan leges bij bureau Burgerzaken denkt Schiedam dit jaar 1,8 miljoen euro binnen te krijgen, bijna dertien procent meer dan de 1,6 miljoen van 2024. In 2023 werd 1,2 miljoen begroot.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek merkt op dat de begrote opbrengsten uit de gemeentelijke heffingen altijd iets afwijken van hoe het uiteindelijk echt uitpakt. De begrote opbrengsten uit de onroerendezaakbelasting (ozb), de afvalstoffenheffing en de rioolheffing liggen doorgaans wel in lijn met de realisaties. De opbrengsten uit vooral bouwleges en de toeristenbelasting zijn voor gemeenten lastiger te ramen.

Alle Nederlandse gemeenten samen verwachten dit jaar 14,4 miljard euro te ontvangen uit heffingen. Dat is acht procent meer dan voor afgelopen jaar begroot. Deze stijging is iets minder groot dan vorig jaar, toen de begrote heffingsopbrengsten 8,5 procent hoger waren dan in 2023. Dat de stijging minder groot is, komt vooral doordat de begrote opbrengsten uit de secretarieleges (leges voor onder meer reisdocumenten, rijbewijzen en huwelijken) in 2024 uitzonderlijk sterk stegen. 

Voor 2025 hebben de Nederlandse gemeenten 6,0 miljard euro aan ozb-opbrengsten begroot. Dit is 8,6 procent meer dan een jaar eerder. Deze stijging is groter dan in 2024, toen de begrote ozb-opbrengsten 7,5 procent hoger waren dan in 2023. In 2025 is de stijging van de opbrengsten uit de ozb voor niet-woningen 9,0 procent en die voor woningen 8,2 procent. 

De ontwikkeling van de ozb-opbrengsten verschilt in dit jaar fors van gemeente tot gemeente. Van de vier grote steden stijgen de begrote ozb-opbrengsten in Amsterdam verreweg het meest met 32 procent, gevolgd door Utrecht (19 procent). De stijging in Amsterdam komt vooral doordat de tarieven zijn verhoogd; een gemiddelde woningeigenaar betaalt in 2025 ongeveer 400 euro aan ozb, tegen 315 euro in 2024. In Rotterdam (6 procent) en Den Haag (4 procent) is de stijging van de begrote ozb-opbrengsten lager dan gemiddeld in Nederland. Bij de andere gemeenten is de procentuele stijging met 32 procent het grootst in het Gelderse Renkum. Deze gemeente heeft de ozb-tarieven fors verhoogd, onder meer om de afschaffing van de hondenbelasting en de verlaging van de rioolheffing mee te compenseren. Hoogeveen is de gemeente met de grootste daling van de ozb-opbrengsten. In deze Drentse gemeente dalen de begrote opbrengsten met bijna 8 procent, omdat de gemeente een korting heeft verleend naar aanleiding van een positief resultaat over de jaarrekening van 2023.