Ozb-tarief stijgt amper, Schiedam rekent toch op meer inkomsten

SCHIEDAM - Het tarief voor de Schiedamse onroerende zaakbelasting (ozb) verandert volgend jaar minimaal. Het wordt voor woningeigenaren 0,0756 procent van de WOZ-waarde. Voor dit jaar is dat tarief 0,0754 procent.

Toch rekent de gemeente erop dat Schiedammers komend jaar 3,1 procent meer ozb betalen. Dat kan omdat de gemiddelde woningwaarde naar verwachting stijgt. Voor 2024 geldt de waarde per 1 januari 2023 als norm. Dit betekent dat, ook al vertonen de prijzen waarvoor woningen in de stad worden verkocht een dalende lijn, de gemeente toch rekent op een stijging van de WOZ-waarde ten opzichte van die van 1 januari 2022 (de grondslag voor de ozb in dit lopende jaar), en wel van 2,8 procent. 

Een Schiedammer gaat gemiddeld € 274,97 belasting voor haar of zijn woning betalen, zo berekent de gemeente. Dit jaar is dat nog € 266,77.

In de nieuwe begroting voor 2024 die het college vandaag presenteert, is een bedrag van 8.355.000 euro aan ozb-inkomsten voor volgend jaar opgenomen. Dit jaar incasseert Schiedam voor deze post 7.870.000. Dat betekent stijgende inkomsten van bijna 6,2 procent, het dubbele van de ingeplande 3,1 procent. Het verschil zit hem onder meer in nieuwbouw van woningen die voor het eerst belast zullen worden en eenmalige boekhoudkundige posten.

Eigenaren van niet-woningen gaan als het aan B&W ligt belasting betalen ter hoogte van 0,3360 procent van de WOZ-waarde (was 0,3240 procent). Voor gebruikers van niet-woningen wordt dat 0,2210 procent (was 0,2130 procent). In totaal moet de ozb voor woningen en niet-woningen voor eigenaren en gebruikers de stad volgend jaar bijna 16,8 miljoen euro belasting in het laatje brengen, tegen 15,7 miljoen dit jaar.

Zie ook dit artikel van een jaar geleden over de ozb 2023.