Scouting BvH en Franciscus-Lodewijk vieren samengaan

SCHIEDAM - 2025 wordt een belangrijk jaar voor de Schiedamse scoutingverenigingen Franciscus-Lodewijkgroep en Burgemeester van Haarengroep. Ze werken aan een fusie en aan een toekomstbestendig clubhuis in Bijdorp.

Maarten van der Drift zal nauw betrokken zijn bij die ontwikkelingen. Sterker, hij zal ze voor een belangrijk deel in goede banen moeten leiden. Van der Drift is voorzitter van Scouting BvH. Hij vertelt dat hij zich het fusieproces voorstelt als een rijdende trein, die al aardig wat stationnetjes heeft aangedaan, maar nog niet zijn eindpunt bereikt heeft. 

“We zitten nu zo’n beetje bij de zevende stop. De toestemming voor de fusie van onze leden is er, nu moeten we de statuten van de fusievereniging definitief maken bij de notaris.” 

Van der Drift is een oudgediende in de scouting. Van kindsbeen aan deed hij mee, en nu als 31-jarige en 25 jaar later, ligt zijn hart nog steeds bij BvH en de scouting in het algemeen. Een vriendenclub, die ook nog eens uitdaagt tot het leren van nieuwe dingen, het opdoen van nieuwe vaardigheden, zo ziet hij dat. Die zorgt voor een hoop gezelligheid en voor de leden een plek is waar ze leren en groot groeien. 

Vandaar dat hij een absolute fan is van het organiseren van leuke ontmoetingen en evenementen binnen de scouting. Soms met de hele vereniging, dan weer per leeftijdsgroep (in oplopende leeftijd): de Bevers, de Welpen, de Scouts, de Explorers en de Stam. Zeker ook voor de (jong)volwassenen die als vrijwilliger belangrijk bijdragen aan de club. “Je vraagt best wel wat van ze, het hele jaar door.” Acte de présence geven bij de opkomsten, en die voorbereiden zodat de scouts een leuke zaterdag hebben, het is wat hem betreft niet vanzelfsprekend.

Schiedam kende tot voor kort nog vier scoutingverenigingen. Die goed met elkaar omgingen en waarvan de besturen met vaste regelmaat samen overlegden. Overigens waren het in het verleden nog meer clubs dan de vier, zo herinnert Van der Drift zich. “De vier huidige groepen zijn vaak ook weer ontstaan uit een fusie.”

In dat geregelde overleg bleek telkenkere dat ze alle vier, in meer of mindere mate, tegen dezelfde problemen aanlopen. “De huisvesting, en het tekort aan leiding en bestuurders.” Zelf is Van der Drift recent voorzitter geworden, toen hij het stokje overnam van een voorzitter die al vijftien jaar deze rol vervulde.

De vier Schiedamse verenigingen tellen zo’n driehonderd jeugdleden. “Wij zitten net onder de honderd, samen met leiding erbij zitten we als vereniging tussen de 125 en 150 mensen.” Als je zo betrekkelijk klein bent, kun je niet altijd de zaken organiseren zoals je graag zo willen, zegt Van der Drift, die door de week als leraar voor de klas staat.

Zo kwam het dus dat de vier verenigingen zijn gaan praten over het aanhalen van de banden. “We wisten eigenlijk niet zo goed wat we wilden”, aldus Van der Drift. De gesprekspartners werden daarbij ondersteund door Rotterdam Sportsupport, een organisatie voor onderzoek en advies, bekostigd door de Rabobank. “Verschillende ideeën zijn gepasseerd.” Uiteindelijk viel de keus op het twee-aan-twee samengaan van de vier. “Het was niet wenselijk om één vereniging te worden, zelfs als dat met meer locaties zou zijn.” Van der Drift noemt de gesprekken ‘open en verkennend’.

De keus voor de koppels pakte uit in de duo’s Taizé en Tono, en in Franciscus-Lodewijk en BvH. Zie ook dit artikel. 

“Kijk, zelf vind je natuurlijk altijd dat je de leukste vereniging bent. Maar het simpele feit is nu eenmaal dat het geheel het beste draait als alle verenigingen goed draaien.” Het pad van samenwerken en samengaan lijkt daarvoor de beste weg om te gaan, aldus Van der Drift. “Tuurlijk, fuseren is ook spannend. Je levert een deel van je eigenheid in.” 

Een karakteristiek van BvH zijn de waterscouts. Als enige van de vier verenigingen heeft de scoutingvereniging van Bijdorp een tak met jongeren die het spel en de vaardigheden vooral op het water zoeken. 

Specifiek voor BvH is volgens Van der Drift ook de flinke groep volwassenen die zich verbonden voelt met de vereniging, soms al decennialang. “Er is een groep die op donderdag vast aan het klussen is.” Andere gelegenheden waarbij de volwassen leden zich meer dan verdienstelijk kunnen maken zijn bijvoorbeeld als kok op een kamp, als chauffeur naar een activiteit of het spelen van een rol bij een vossenjacht en zo voorts. “Dat we zo’n grote groep - van wel een vijftigtal volwassenen, red - hebben voor dat soort klussen, ja, dat is wel bijzonder.” 

De animo voor de scouting van jongeren in het algemeen is wisselend. De moeilijkste groep blijft toch die van de pubers ‘als scouting ineens niet stoer genoeg meer is’. De groep oudere tieners die overblijft, blijft over het algemeen ook daarna aan de vereniging verbonden, als leiding. 

Dat is overigens ook een voordeel van de fusie, zo vertelt Van der Drift. “Als die oudere leeftijdsgroep wat groter is, kun je ook meer organiseren en is het makkelijker om hen vast te houden.”