Nooit meer naar het zwembad
Het Sportfondsenbad tijdens recent opnames voor een documentaire; foto: Ronald Brouwer
COLUMN - Nadat het Sportfondsenband decennia lang als ruïne tussen de gevelrijen van de B.K. Laan en de Julianalaan had gevegeteerd, gaat nu eindelijk de slopershamer erin. Wat er nog staat, wordt herschapen tot appartementen.
Als kind ging ik daar ongeveer wekelijks te water, althans buiten de schoolvakanties. Elke woensdag om een uur of elf was mijn klas aan de beurt voor het schoolzwemmen. Mijn moeder gaf mij een zwembroekje mee gerold in een handdoek. Daaraan kon je zien of Schiedamse kinderen die dag zwemles hadden, want dat was door de gemeente verplicht gesteld. Alleen met een briefje van de dokter kwam je eronderuit.
Ik schrijf dat nog een keer op: in die schrale jaren vijftig had de gemeente zwemles verplicht gesteld. Daar was geld voor. Dat vond men noodzakelijk. Dat was in een waterrijk land als het onze vanzelfsprekend. Nu zit men te zaniken en te zijklijsteren of heel misschien schoolzwemmen een goed idee zou zijn. Nu staat het Zwembad Zuid steeds weer op de nominatie om te worden gesloten. Toen had Schiedam zijn Sportfondsenbad. Tussen Kethel en Tuindorp kwam er het bad Groenoord bij: in de open lucht met grote ligweiden erom heen. Ook dat was vanzelfsprekend. In lente en zomer liep het er storm.
Op woensdag zo rond elf uur moesten wij onze leerboeken netjes in onze kastjes leggen en met die opgerolde handdoek naar het Sportfondsenbad. Je moest je omkleden in vochtige badhokjes met deurtjes die niet op slot konden en de etterbuilen van de klas probeerden die altijd open te stoten als je net in je blote kont stond. Daarna volgde een verplichte koude douche in verband met de hygiëne. Vervolgens werden wij naar het bad zelf gedreven waar wij op lange banken gezeten netjes de badmeester dienden af te wachten. Het was koud. Het stonk hevig naar chloor. Het water van het zwembad, wist je al van de vorige keer, had een bittere smaak van de ontsmettingsmiddelen die er in zaten.
Dan kwam de badmeester. Tegenwoordig haal ik in de kroeg wel eens herinneringen op aan die gasten van weleer en dan maak ik een vaste grap: ¨Ze hadden het vak zonder twijfel bij de SS geleerd¨. Dat was overdreven maar sport werd in die dagen nogal op een militaire manier bedreven en zwemmen was geen uitzondering. De badmeesters commandeerden ons het water in.
Nu maakte ik van het begin af aan een grote fout. Ik liet mijn bril voorzichtigheidshalve in het kleedhokje liggen. Glassterkte: -10. Ik zag geen sodemieter. Het was net of ik door een verkeerd afgestelde verrekijker keek. Dat maakte me bang.
We moesten zwemmen leren met bandjes. Eerst met twee: één voor om je middel en één om met je handen vast te houden. Zo maakten we kennis met de eerste beginselen van de schoolslag: je benen bewegen zoals een kikker dat doet. Toen we dat eenmaal onder de knie hadden, moesten de armen erbij. We hielden nog maar een bandje over om ons middel. De badmeester deed het voor en toen moesten wij. Mijn voeten kwamen van de grond – we kregen onze les uiteraard in het ondiepe – en ik begon armen en benen te bewegen. Meteen ging ik kopje onder. En ik probeerde snel weer op te staan. Dat lukte niet zo gemakkelijk en ik kwam met een neus vol water weer boven. ¨Dit is niets voor mij¨, besloot ik daar en op dat moment. Ik boog mij voorover zodat ik tot mijn nek in het water stond, bewoog mijn armen op de voorgeschreven wijze en liep langzaam naar de andere kant van het bad. Net zo lang tot de badmeester vrij zwemmen gaf. Ik weet niet of hij het ook heeft gemerkt. We zaten toen in klassen met minstens veertig kinderen. Hij kon niet iedereen in de gaten houden ondanks zijn gecommandeer.
Nooit diploma gezwommen uiteraard.
Een haarscherpe herinnering uit de vroege zomer van het jaar 1961. Ik was net twaalf en zat in de zesde klas. De grote vakantie en de middelbare school zaten eraan te komen. Op een woensdagmiddag liep ik met mijn natte zwembroek in een vochtige handdoek gerold over de Van Haarenlaan naar huis. Ineens realiseerde ik mij: ¨Volgende week is de school afgelopen. Dit was de laatste keer. Ik hoef nooit meer naar het zwembad¨.
Het was een gelukkig moment. Nooit meer naar het zwembad!