Categorieën

Service

Dokter Poll had brede culturele belangstelling

Dokter Poll had brede culturele belangstelling
Nieuws

Dokter Poll had brede culturele belangstelling

  • Kor Kegel
  • 21-04-2021
  • Nieuws
Dokter Poll had brede culturele belangstelling

Tuinlaan 92, ook na dokter Poll gekend als dokterspraktijk; foto: Beeldbank Schiedam

SCHIEDAM – Hij was een van de bekendste huisartsen in Schiedam, geliefd bij zijn patiënten. Een bescheiden en beminnelijke dokter, met een natuurlijke glimlach, die alleen verdween als hij een patiënt een heldere boodschap te geven had. Dokter Poll had zijn praktijk aan de Tuinlaan 92.

Eén dag voor hij de leeftijd van 99 zou bereiken, op vrijdag 16 april, is Charles August Poll overleden. Hij was weduwnaar van Jet Schut. Morgen nemen zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen in familiekring afscheid van hem.

Guus Poll werd op maandag 17 april 1922 geboren in Dordrecht en groeide op in Deventer, waar zijn vader directeur van de HBS was. Hier volgde hij de middelbare school, maar zijn examen deed hij aan het West-Fries Lyceum in Hoorn; daar had zijn vader een nieuwe betrekking gekregen. Guus Poll ging Nederlands en geschiedenis studeren in Amsterdam, maar het lag hem niet zo. Een medische studie trok hem meer aan. Daar ging hij inderdaad toe over, nadat hij eerst van 1943 tot eind van de Tweede Wereldoorlog ondergedoken was. Hij slaagde in 1951 voor het artsenexamen en werd daarna een jaar neurologie-assistent in het Elisabethgasthuis in Haarlem.

Na zijn militaire-dienstplicht vervuld te hebben nam hij een jaar waar in een huisartsenpraktijk in Steenwijk. Daar hoorde hij dat in Schiedam een vacature vrijkwam, omdat dokter Jan Ris Dzn. benoemd was tot directeur-geneesheer van het Holy-ziekenhuis in Vlaardingen. In die tijd was het voor jonge huisartsen moeilijk een praktijk over te nemen, maar het zat Poll mee en na twee maanden inwerken vestigde hij zich op maandag 1 februari 1954 in Schiedam.

Naast zijn praktijk was hij maatschappelijk actief. Hij was bestuurslid van de Raad voor het Bejaardenwerk en bestuurslid van het François HaverSchmidthuis, waarvan hij ook geneeskundig adviseur was. Hij was jarenlang penningmeester van de Maatschappij Geneeskunde en was even zo lang actief voor de Nederlandse Vereniging tot Bestrijding der Tuberculose. Hij maakte deel uit van de Prisma-boekbespreking en was lid van de bibliotheekcommissie in Schiedam en lid van de museumcommissie van het Stedelijk Museum Schiedam. Hij was ook lid van de Vereniging Vrienden van het Stedelijk Museum en oefende in 1972 kritiek uit op het veel te zware concertprogramma dat de vereniging in de museumaula neerzette.

In 1976 ging hij zich kritischer opstellen in de museumcommissie. Daar zat hij al twaalf jaar in, maar doordat hij ook zijn oor te luister legde binnen het vormings- en ontwikkelingswerk van de Schiedamse Gemeenschap, waar men vond dat het Schiedamse museum te ver van de gewone Schiedammers af stond, bracht hij een ander denken in de museumcommissie. Hij vond dat bij een tentoonstelling als ‘Het dier’ het veel belangrijker was om de Schiedammers erbij te betrekken dan het Wereld Natuurfonds met prins Bernhard. Hij vond dat een zaal met een fototentoonstelling veel speelser kon worden ingericht dan alleen door foto’s aan de wanden te hangen. En als dat iets meer geld zou kosten, dan koopt het museum gewoon een kunstwerk minder – zo ver ging hij. Poll zal enorm tevreden zijn geweest met de vorige museumdirecteur Deirdre Carasso, die er wonderwel in slaagde heel veel Schiedammers voor het eerst in het museum te krijgen.

In 1977 gaf Poll voor de nog jonge Historische Vereniging Schiedam de lezing ‘Markt en vermaak in Schiedam en elders’, waarin zijn passie voor draaiorgels en carrousels goed naar voren kwam. De patiënten kenden deze fascinatie van hun dokter. In de spreekkamer aan de Tuinlaan stond een replica van een ouderwetse carrousel. Het behoud van dit cultuurhistorisch erfgoed ging hem aan het hart. In 1971 had hij zijn kennis al ingezet voor de tentoonstelling ‘Kermisspul’ in het Stedelijk Museum Schiedam. Hij wist alles van kermissen en ook hoe het kwam dat circussen ontstonden na afscheiding van de traditionele jaarmarkten. Door zijn belangstelling voor de geschiedenis van de gezondheidszorg had hij gemerkt dat kwakzalvers vaak op jaarmarkten hun middeltjes aan de man brachten en zo was hij zich meer in de kermiscultuur gaan verdiepen.

In mei 1978 verscheen een brochure met bijdragen over de geschiedenis van de gezondheidszorg in Schiedam, ‘Het verhaal van een vijftigjarige’. Hieraan had Poll gewerkt samen met stadsarchivaris drs. Guust van der Feijst en schrijver Hans van der Sloot. Een jaar daarna, op donderdag 1 februari 1979, werd hij door een feestcommissie verrast met de viering van zijn huisartsenjubileum in Zaal Irene aan de Nieuwe Haven in Schiedam.

In 1986 verscheen het boek ‘Schiedam, de geschiedenis van onze stad’, samengesteld door Henriëtte Nijhoff-van Alderwerelt. Hiervoor had Poll het hoofdstuk ‘Ziekenhuizen van vroeger’ verzorgd. Hij was teruggegaan tot 1800. Voorts schreef hij de geschiedenis van de R.K. Vereniging tot Ziekenverpleging.