Categorieën

Service

Lantaarnopwinder

Lantaarnopwinder
Wonen

Lantaarnopwinder

  • Han van der Horst
  • 01-10-2023
  • Wonen
Lantaarnopwinder


COLUMN - Dat leek me wel een mooi beroep toen, lantaarnopwinder.

Deze dagen krijgt de Hoogstraat dan eindelijk zijn lang beloofde nepgaslantaarns, die niet op een paal staan maar aan de gevelwanden worden bevestigd. Bovenop prijkt geen schoorsteentje, zoals eigenlijk zou moeten met een echte replica, maar een jeneverglaasje.

Het zou tijd worden.

Daarmee verdwijnt eindelijk de gruwelijke straatverlichting uit de jaren tachtig. Daarvoor werd destijds gekozen omdat feministen de Hoogstraat ´s avonds eng vonden, want te donker. En zo werd de straat ontsierd door armaturen die het historisch karakter zwaar geweld aan deden. Ze bleven in stand ook toen op de Dam en de Lange Haven al lang replica´s van gaslantaarns waren geplaatst. 

In mijn jeugd bungelden boven de straat elektrische lampen aan kabels die van de ene naar de andere gevelwand gespannen waren. Gasverlichting heb ik er nooit gezien. Die vond je wel in de zijstegen en de straatjes achter de Hoogstraat. 

Deze vorm van verlichting kende Schiedam sinds 1857, toen langs de grote straten en pleinen van de stad 350 gaslantaarns voor het eerst werden ontstoken. Eén voor één, door lantaarnopstekers. Het zou tot in de twintigste eeuw duren voor er onder elk armatuur een tijdklokje werd aangebracht, dat op de vastgestelde tijd een waakvlammetje omhoog duwde naar de gloeikousjes. Die gaven dan een gelijkmatig geel licht. Elke week of zo kwam er een man met een ladder langs die alle klokjes bij ons in de straat opwond en op de juiste tijd afstelde. Dat leek me wel een mooi beroep toen, lantaarnopwinder. Gaskousjes zijn overigens pas in de jaren tachtig van de negentiende eeuw uitgevonden als antwoord op de elektrische gloeilamp. Kampeerders die nog een gaslamp gebruiken, weten hoe helder die kousjes de boel verlichten. Het is wel een heel gedoe om ze te vervangen.

In 1956 en 1957 pas is de hele Schiedamse straatverlichting geëlektrificeerd. Sindsdien kent de stad geen echte gaslantaarns meer.

Zaten de Schiedammers voor 1857 dan in het pikkedonker? Nee, de gemeente had een netwerk van olielantaarns in beheer. De lantaarnopstekers moesten die ook bijvullen. In de Schiedamsche Courant vond je nu en dan de mededeling dat de gemeente bij openbare aanbesteding van de goedkoopste aanbieder zeventig vaten patent-olie wilde kopen. 

Elektrische straatverlichting kwam vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw langzaam maar zeker in zwang. Toch stonden er in 1945 nog maar 400 elektrische lantaarns tegen meer dan 2000 gaslantaarns. Je vond ze op de Broersvest die van een soort langgerekt plantsoen voor een deel herschapen was in een doorgaande weg, op het Broersveld, langs de Gerrit Verboonstraat en de Oranjestraat. En boven de Hoogstraat dus. Dat was het zo´n beetje.

En nu dus begint een nieuw tijdperk. Eens kijken de komende weken hoe het oogt en of de Hoogstraat ervan opknapt. Ik wed van wel.