Minister deelt zorgen over Schiedams leerlingenvervoer
- Redactie
- 22-10-2023
- Onderwijs
SCHIEDAM - De situatie in het Schiedamse leerlingenvervoer is zorgelijk. Dit stelt demissionair minister Conny Helder voor Volksgezondheid, samen met staatssecretaris Vivianne Heijnen, staatssecretaris voor Infrastructuur en Waterstaat. Maar een oplossing voor de situatie moet komen vanuit Schiedam, zo stellen zij.
Helder roept daarom de gemeente Schiedam op er voor te zorgen dat de uitvoering van het leerlingenvervoer op orde. En wel snel. Daarbij zijn alle onorthodoxe middelen toegestaan, aldus de minister. Het gaat naar verluidt om 193 leerlingen die in Schiedam gebruikmaken van het leerlingenvervoer. Dat wordt in opdracht van de gemeente verzorgt door vervoerder Noot.
Minister Helder reageert op vragen van de kamerleden Fahid Minhas, Schiedammer, en Harry Bevers, beiden van de VVD. Zij stelden vragen in de Tweede Kamer naar aanleiding van perspublicaties over het leerlingenvervoer in Schiedam. Die stelden dat de busjes en taxi’s die de kinderen en jongeren ophalen om ze naar hun scholen in het Speciaal Onderwijs te brengen, praktisch altijd laat, te laat zijn, soms wel twee uur.
In de ogen van Helder is het ‘een zeer onwenselijke situatie voor deze leerlingen en hun ouders’. “Het is belangrijk dat leerlingen op tijd naar school kunnen met een zo kort mogelijke reistijd, zodat ze niet overprikkeld en te laat op school komen. Dit vervoer is heel belangrijk voor hen. Ook is het niet goed als ze hierdoor onderwijstijd missen.”
De vragenstellers hadden de minister gevraagd of zij een oordeel kon vellen over het werk van Noot. Zij stelt in reactie dat ‘in de hele vervoersbranche een tekort is aan chauffeurs’. “De gemeente Schiedam geeft aan dat het ziekteverzuim bij Noot daarnaast hoger is dan dat zij gewend zijn. Er zijn afspraken met Noot gemaakt om de situatie op korte termijn te verbeteren en de afspraken volgens het contract na te komen.” Noot is ertoe overgegaan om extra chauffeurs aan te werven via onderaannemers en uitzendbureaus.
De minister stelt dat ze binnenkort met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in gesprek gaat om te kijken hoe deze organisatie zijn leden, de gemeenten, daarbij kan ondersteunen. “Zelf werk ik aan een aantal maatregelen gericht op informatievoorziening richting gemeenten en samen met Volksgezondheid Welzijn en Sport aan een landelijke aanpak doelgroepenvervoer. “
Eerder werd op verzoek van de Tweede Kamer onderzoek uitgevoerd naar de ervaringen van ouders met leerlingenvervoer. Uit dit onderzoek blijkt dat één op de vijf kinderen volgens de ouders regelmatig tot vrijwel altijd te maken heeft met een chauffeur die niet op de afgesproken tijd aan huis of bij de ophaalplaats komt voor het ophalen. Eén op de acht kinderen komt volgens de ouders regelmatig tot altijd te laat op school door vertraging met het busje of de taxi. Helder: “Ik vind het schrijnend als kwetsbare leerlingen door een structureel afwijkende dienstregeling van het busvervoer in hun ontwikkeling zouden worden geremd.”
“Op 17 november 2022 heeft mijn ambtsvoorganger daarom een brief aan alle gemeenten gestuurd met een oproep om noodoplossingen in te zetten om op korte termijn het leerlingenvervoer te verbeteren. Omdat dit nog niet in alle gemeenten tot verbetering heeft geleid heb ik 17 september een brief aan de VNG gestuurd om de VNG met klem te verzoeken om gemeenten aan te spreken op hun verantwoordelijkheid voor het leerlingenvervoer.”
Mogelijkheden die Helder in haar antwoord op de kamervragen noemt - noodoplossingen! - zijn het inzetten van particuliere taxibedrijven en straattaxi’s, het inzetten van touringcarbussen en belbussen (al dan niet met begeleiding), het volgtijdelijk inzetten van het leerlingenvervoer en andere vormen van het doelgroepenvervoer (zoals wmo-vervoer), zodat er meer chauffeurs tijdens de schoolspitsuren beschikbaar zijn, het verstrekken van een kilometervergoeding als ouders hun kind zelf halen en brengen, het inzetten van contractvervoerders van zorgverzekeraars (zoals het revalidatievervoer) en het overleggen met ouders en scholen of de leerling toe is aan het opbouwen van zelfstandig reizen. “Ik roep gemeenten op om deze oplossingen in te zetten als dat nodig is.“
Zie ook dit artikel.