Tegen partnergeweld; bewustzijn alleen is niet genoeg
- Ted Konings
- 03-11-2025
- Nieuws
SCHIEDAM - Hümeyra (16), Ingrid (37), Gea (48), Lotte (14), Nadine (20), Nasrin (53), Eva (28), Solaine (33). Lisa. Sanne. Steeds meer mensen weten wie deze vrouwen waren - en hoe ze om het leven zijn gekomen.
Het geweld van vooral mannen tegen vrouwen, van de ene partner in een relatie tegen de andere, krijgt de afgelopen jaren steeds meer aandacht, in stad en land. Maar dat betekent nog niet dat de maatschappij klaar is om met volle aandacht en verstand femicide aan te pakken. De politie is daar geen uitzondering op, zo bleek vanmorgen in Schiedam.
De aanleiding voor de extra aandacht is natuurlijk ontluisterend: de gevallen van vrouwen die door hun (ex-)partner of om hun vrouw-zijn werden gedood zijn er legio, ook recent weer. De mensen die actief knokken tegen die excessen in de maatschappij, kregen en krijgen daarmee ook meer aandacht. Maar de structuren die zorgen voor het geweld, en die tot dusver maken dat het gewelddadig ombrengen van mensen niet kan worden gestopt, zijn krachtig.
Een van de mensen die zich met volle energie inzet tegen het grote probleem is Wim Hertgers. Hij is de vader van Sanne, de 31-jarige vrouw die in oktober 2023 werd vermoord door haar ex-partner. Hertgers nam het initiatief om een vrachtwagen om te bouwen tot bioscoop, waarin de film ‘Het ligt aan mij’ kan worden vertoond. Vanmorgen stond die vrachtwagen in Bijdorp.
In groepjes van een man-vrouw of twintig werd de film bekeken. Hij duurt zeven minuten en portretteert een relatie - getoond in een woning aan de Rotterdamse Gordelweg - die eindigt door het geweld van een jaloerse man. Hij doodt de vrouw. In de film komen de rode vlaggen die op voorhand vaak te zetten zijn bij dergelijke slecht aflopende relaties aan de orde: stalking, bedreiging, gewelddadigheid.
Aanwezig op het Schiedamse politiebureau was Ingrid Coenradie - de ‘andere’ - , die in de Rotterdamse gemeenteraad en als staatssecretaris naam maakte met haar strijd tegen femicide. Ook vanuit eigen ervaringen. Saskia Belleman, rechtbankjournalist van de Telegraaf en veelvuldig als verslaggever aan het woord in de talkshows op tv, was ook naar Bijdorp gekomen om de aanwezigen te bevragen en bewust te maken. Dat publiek bestond voornamelijk uit politiemensen uit het district, alsook enkele externe betrokkenen, zoals mensen uit lokale politiek of bestuur en de ambtenarij. Of er in de film patronen te zien waren die herkenbaar zijn in de dagelijkse praktijk? Nou, die waren er zeker, zie de rode vlaggen. Sommige politiemensen stelden ook dat de film hen opnieuw bewust had gemaakt van de problematiek en het belang om alert te zijn. “Zo belde er gisteren iemand 112 vanwege een ruzie thuis. Maar daarna belde die persoon af, het zou zijn opgelost.” Dat is er bij nader inzien wel eentje om in de gaten te houden, zo was de conclusie. Ook de samenwerking met andere instanties, als scholen en peuterspeelzalen is belangrijk; daar worden nogal eens de eerste signalen van ‘gevaarlijke’ relaties zichtbaar.
Het bewustzijn is zeker gegroeid, zo beaamden de politiemensen. “Als je het eenmaal ziet, is het niet meer niet te zien”, zei iemand. “Maar wie kijkt er bij een melding in eerdere registraties?’, wilden Belleman en Coenradie weten. Dat werd gedaan, maar verder dan vijf jaar terug gaat de registratie niet, liet iemand weten. “Ja, dat kan wel, maar dan moet je daar wel extra handelingen voor doen”, wist een ander. En die doe je niet als je niet een vermoeden hebt dat je iets te weten komt, was de conclusie. In het algemeen lijkt er een tegenstelling tussen de bescherming van de privacy van mensen en de bescherming van mogelijk slachtoffers van geweld in relaties.
Dan is er ook nog de vraag of de melding van gebruikt geweld of agressie leidt tot een aangifte. Naar verluidt wordt er op politiebureau’s nogal eens ontmoedigd om aangifte te doen. “Er moet er wel een strafbaar feit zijn gepleegd”, zei iemand. Maar ja, dan is het wachten tot het misgaat, werd er geconstateerd. Veel meer aandacht moet er dus uitgaan aan preventie, naar de samenwerking met Veilig Thuis en in Schiedam bijvoorbeeld de WOT’s.
En de politie heeft zogenaamde handelingsprotocollen bij de melding van geweld in een relatie. Of dat genoeg is, is de vraag. Het hangt nogal eens af van de persoonlijke inzet van een politievrouw of -man, zo werd geconcludeerd. “Sommige - jongere - collega’s zijn meer van de actie”, was een opmerking, dus minder van het nog eens onderzoeken en nabellen van achtergronden van mensen die in verband worden gebracht met geweld tegen bekenden. Politiemensen die zich bekwaamd hebben in deze problematiek, worden ook geacht hun kennis en kunde door te geven aan collega’s. Maar dat komt er niet altijd van. “Er is nog zo veel meer dat we moeten doen.” Opmerkelijk ook: “Dit is geen vak dat op de politieacademie wordt gegeven”.
Soms gaat het goed, en steeds beter. Banden tussen wijkagenten en WOT’S worden aangehaald, met Veilig Thuis ontstaat ‘een steeds betere samenwerking’. In Rotterdam-Oost, zo leerde Coenradie, is men gaan werken met een ‘dedicated team’ voor partnergeweld. “Daar duurde het eerst dertig dagen eer een dader werd opgepakt, en dat is nu teruggebracht naar acht dagen.” Maar dat de problemen nog altijd groot zijn, viel op te maken uit een opmerking van een agent uit het basisteam Maassluis: “Het aantal gevallen is schrikbarend hoog. Van de week heb ik acht huisverboden gecontroleerd.”
En zo moet de politie er voor waken, ondanks het groeiende bewustzijn van en de zorg om geweld in relaties, dat meldingen niet ‘rondgepompt’ worden, tussen de vele zaken die de politie op haar dak krijgt en de prioriteiten die gesteld moeten worden. Van bureau naar bureau. “Dat een wijkagent om tien uur ’s ochtends belt en de recherche om vier uur ’s middags, en dat ze dat dan niet van elkaar weten.”
Vandaag zag in ieder geval een honderdtal betrokkenen ‘Het ligt aan mij’. En wie de korte film zag kan niet anders dan bewogen, bezorgd en begaan zijn met (het voorkomen van) partnergeweld. Ook de journalist.