Rome als spiegel voor onze tijd
- Ted Konings
- 26-05-2024
- Winkelen
SCHIEDAM - Ook al heeft ze aan de eeuwige stad haar hart verloren, het gaat Sandrine Bokhorst, vooral om het heden. En de toekomst. Het boek Spiegels van Rome dat ze schreef, heeft dan ook de ondertitel: gids in zeven eeuwig actuele thema’s.
Want geschiedenis staat niet op zichzelf, zo vertelt de Schiedamse historica. De link met de actualiteit is onontkoombaar. “De geschiedenis is iedere keer anders als je er naar kijkt. Iedere keer anders als je er een andere vraag bij stelt.” En wie de vragen van vandaag stelt, krijgt ook de antwoorden om de situatie van vandaag te beschrijven, te begrijpen. “De geschiedenis is een onuitputtelijke verzameling van verhalen. Die geven jou metaforen, woorden voor de situatie van nu.”
Dat is niet alleen in theorie of in de boeken zo. Bokhorst is nog altijd actief als gids voor toeristen in de Italiaanse hoofdstad. Dat is ze sinds 2001. Ook al noemt ze zichzelf liever verhalenverteller. “Gooi er een kwartje in…” Sinds 2006 heeft ze haar eigen bedrijf, Persoonlijk Rome. Die ervaring in de praktijk bevestigt haar visie van de geschiedenis als leidraad voor het heden. “Als ik nu een vraag krijg over de gender van Nero…” Dan weet je dat het ‘over het nu gaat’, aldus Bokhorst.
Lang was de geboren Haagse werkzaam als communicatie-adviseur. Bij de gemeente Rotterdam en het ministerie van VROM. Dit na een studie in Rotterdam, waar ze ook haar liefde Johan leerde kennen. In 1996 kwam het stel naar Schiedam. “Ik voel me qua karakter thuis in deze regio. Aanpakken, doen. Dat bleek ook bij de gemeente echt gewoon het geval.“ Ook Rome noemt ze overigens haar thuis; ze heeft er een eigen appartement, nou ja, huurt er een woning.
En dan was er nog die verwantschap met Schiedam, waar Han van der Horst in zijn column afgelopen week ook op duidde: is ze familie van de Bokhorsten die speelgoedwinkels in de stad en de Gorzen hadden? Nee, dat moet verre familie zijn. “Ik weet wel dat na Nijkerk er in Schiedam de meeste mensen met de naam Bokhorst wonen.” Maar die ziet ze dus niet als familie. Desondanks: “Het is dus geen toeval dat het boek gepresenteerd wordt in Schiedam.”
De schrijfster stelt te hechten aan het idee van de ‘genius loci’, het gegeven dat je op een plek de stemmen uit het verleden kunt horen. “Al die mensen en die verhalen bannen zich samen in de geest van de plek. Ik vind dat een mooie gedachte.” Hoe langer je de tijd neemt, hoe meer je ziet.
Op zeker moment realiseerde de ijverige ambtenaar zich dat ze niet langer andermans verhalen wilde vertellen - zoals een communicatie-adviseur dat doet. “Ik wilde zelf contact maken met het publiek, mensen in de ogen kijken.” Zo werd ze reisleidster bij SRC. “In plaats van vijfduizend man bij VROM, in lange gangen over vijf vleugels, werd het met 46 man in een bus.” En dan gaat het over het kussen dat te hard is. Tickets en transfers. En dat was goed, zo leerde ze. Hoort bij dat aanpakken, concreet zijn, in het nu leven. Wat ze ook moest leren: “Dat ambtelijke vocabulaire overboord gooien!” Het is mooi dat er in een ambtelijk stuk ruimte is voor nuance. “Maar op reis willen mensen meer duidelijkheid.”
De interactie met het publiek trekt haar. Dat kwartje, inderdaad, maar ook wat ze terugkrijgt. Heel vormend ook. “Als je het idee hebt dat de aandacht verslapt, zeg je: ‘als u even omkijkt ziet u…’ en dan heb je de mensen weer bij de les, of je weet wie er echt afhaakt. Dan kan Bokhorst gerust zeggen: “Ik heb het idee dat we een beetje moe zijn, zullen we gaan koffiedrinken?” Wat geeft het.
Die vraag kun je ook stellen waar het het toerisme als fenomeen betreft. Vraag maar eens in Venetië, en ook Rome heeft te duchten van de eindeloze stroom mensen van overal en nergens die de stad bezoeken. “Toerisme verandert de stad altijd”, aldus Bokhorst. “We kunnen het niet leuk en mooi vinden, maar het is wat per definitie gebeurt: de stad past zich aan, aan het toerisme.” Een andere kant van het toerisme is volgens haar de mogelijkheden die het biedt. “Het is een kans tot persoonlijkheidsvorming. Dat is een belangrijke pré van Rome: het is niet een pretpark, het heeft wat te bieden dat uniek is. De geschiedenis van de stad die je kunt verbinden met je eigen geschiedenis. Leren wat er allemaal in ontwikkeling was en is, de invloed van de kerk…”
Als die ervaringen dragen ook bij tot Spiegels van Rome. “Het is in feite de weerslag van twintig jaar Rome.” Ze schrijft in het voorwoord: “Soms prijs ik me zo ongelooflijk bevoorrecht. Ik mag met zoveel verschillende mensen de verhalen delen van de mooiste stad van de wereld.”
Nu is het natuurlijk zo dat er ‘bibliotheken vol zijn geschreven, door de meest vooraanstaande academici’ over de eeuwige stad. Bokhorst gebruikt daarom het begrip ‘spiegels’ om duidelijk te maken waarom zij haar boek schreef - overigens beginnend na te zijn benaderd door uitgeverij Sterck & De Vreese in Coronajaar 2020, een soort rampjaar toch wel voor het toerisme, en daarmee ook voor de reisonderneming van de Schiedamse. “Wie in een spiegel kijkt, ziet zichzelf. Als je Rome ziet als de spiegel, reflecteren daarin de thema’s die je zelf belangrijk vindt. Verander je van standpunt, dan krijg je weer een ander perspectief op die thema’s.”
Dat verveelt geen moment, stelt ze. Rome is een onuitputtelijke stad. “Dat is heel prettig. Je ziet voortdurend nieuwe verbanden, ook in dingen die je al eerder gezien hebt.” Heerlijk! “Hoe gaat iets aflopen? Wat heeft daarin een rol gespeeld? Je doet voortdurend nieuwe inzichten op.” Daarom was het schrijven van het boek voor de Schiedamse ook ‘heel interessant’ geweest. “Het ligt dichter bij me dan ik had gedacht: die wens om diepgang te vinden, die verbindingen te zoeken met het heden.”
Daar iets van meegeven, is de manier om geschiedenis relevant te maken voor de hedendaagse toerist. “Maar je hoeft hem niet plat te slaan.” Dus in haar boek ook geen ‘must sees’, geen ‘authentieke-restaurantjes-waar-alleen-Romeinen-komen’. Een gids, maar geen reisgids, aldus de schrijfster. Wel: mooie verhalen. “De funfacts een context geven: waar komt het vandaan, waarom is het bijzonder, wat is de cultuur waaruit het voortkomt?”
Bokhorst komt met zo’n verhaal, over vrouwelijk leiderschap, in de tiende eeuw. “Toen waren er generaties vrouwen die aan de touwtjes trokken. Zij hadden titels, geld, macht en gezag. Ze regelden de zaken in Rome. Dat was nodig ook, om Rome uit handen te houden van de Duitse keizer; ze wilden hun eigen boontjes blijven doppen. Dat verhaal plaats ik in context: wat was er aan de hand, welke leiderschapsmiddelen zetten ze in? Dat gaat verder dan ‘wat leuk, zo’n vrouw met macht’.”
De verhalen, de informatie haalde Bokhorst uit haar ervaring, maar ze leerde ook veel bij tijdens het onderzoek voor het boek. “Ik ben natuurlijk een nerd over Rome, lees alles wat los en vast zit. Voor het boek heb ik veel verhalen tegen het licht gehouden: wat wordt er over gezegd, wat stellen de laatste onderzoeken, wat zijn de laatste inzichten?”
“Zo heb ik Helena, de moeder van Constantijn, met plezier ontdaan van haar ‘heiligheid’. Zo wordt ze voorgesteld, als de zachte moeder van de keizer die Rome christelijk maakte. Ik heb haar de leiderschapsrol teruggeven. Het blijkt een intelligente, zelfstandige vrouw, die op eigen gezag veel deed. Constantijn is in zijn regeerperiode van 25 jaar met twee keer in Rome geweest. Bij zijn afwezigheid was zij de hoogste in rang. In die tijd werd de St. Jan van Lateranen gebouwd. Het was Helena die het hele bouwproces heeft begeleid. Hoe gaat het eruit zien? Mogen bepaalde materialen hergebruikt worden van elders uit de stad, wie betaalt? Het verhaal gaat dat zij naar Jeruzalem reisde op pelgrimage en daar de reliek van het Heilig Kruis vond. Maar in feite was het een ambtsreis, een diplomatieke missie, een konvooi met in haar bagage geld en geschenken om uit te delen aan de mensen die nog niet overtuigd waren van Constantijn, die in Rome de macht had gegrepen. Ze schoof aan bij diners, sprak recht, bezocht de heilige plaatsen, liep tussen gewone mensen om die te groeten. Alles om het imago van haar zoon en het Romeinse gezag te vergroten. Pas honderd jaar later werd ze vervangen (in de beeldvorming, red.) door de Helena die als vroom pelgrim naar het Heilig Land ging. Maar wie was Helena echt, de vrouw die op haar tachtigste dat allemaal voor elkaar wist te krijgen? Ze moet een enorme leercurve hebben doorgemaakt. Ze was niet opgegroeid aan het keizerlijk hof, maar heeft zich staande gehouden, op zo’n leeftijd. Het moet een hele schrandere dame zijn geweest die goed evenwicht kon vinden tussen alle belangen die speelden.” Helena is een van de helden van een van de hoofdstukken van het boek, over leiderschap.
Zo kiest Bokhorst voor een heel andere opbouw dan andere gidsen, die vaak kiezen voor een geografische eenheid, bijvoorbeeld een wijk, of een periode. “Ik kies voor een andere samenhang.” Ze had daarbij veel aan de inzichten van uitgeefster Katrien de Vreese. Zo kwam ze tot thema’s als ‘veerkracht’ of ‘toerisme’ en ‘het einde’. “Leuk geschreven, maar geen lichte kost”, zegt de schrijfster er zelf over. En dan eindigen met ‘het einde’. “Ik wilde er een mooi eind aan breien en kwam in gesprek met mijn schoonzus op het idee precies dat te doen.” Dus gaat het over Het Laatste Oordeel, maar ook over station Termini, over Petrus en zijn Qua Vadis. “Petrus werd gesterkt door het geloof dat er, na die vreselijke passage van ondersteboven gekruisigd worden, een nieuwe en betere fase zou aanbreken. Geldt dat ook op grotere schaal? Moeten wij op onze schreden terugkeren om het einde in de ogen te zien. In onze maatschappij is een onrust voelbaar. Zijn we aan het einde gekomen van onze manier van leven? Van onze democratie? Van consumptie? Reizen? En is er een lonkend perspectief als we door de rabbit hole zijn gekropen?” En wat te doen van de laatste liefde, zoals Tosca in de opera van Giacomo Puccini? Bokhorst eindigt met wat wel het meest ontroerende gebouw van Rome moet zijn: het Pantheon. Freud schreef over het Pantheon, woorden die Bokhorst herhaalt. “Niets wat tot stand gekomen is, gaat verloren. (..) Slechts een verandering van blikrichting of standpunt van de kijker is nodig om een ander aangezicht naar voren te halen.”
Spiegels van Rome wordt vanmiddag vanaf vier uur gepresenteerd in het Wennekerpand. Burgemeester Harald Bergmann neemt het boek in ontvangst. Verder zijn er bijdragen van dr. Luuk Huitink, assistant professor UvA en researcher Anchoring Innovation, Sandra de Haan-Morloch van Vertelschool Rotterdam en Victor Broers, leiderschapsgids en schrijver van Manifest Europe.
PS. Na eerste plaatsing van dit artikel zijn nog enkele dingen gewijzigd, met name waar het de aanwezigheid van keizer Constantijn in Rome betreft en de woonplaatsen van Sandrina Bokhorst.