Handelwijze bij verkoop panden kost Schiedam veel geld

SCHIEDAM - De gemeente Schiedam heeft een zeer ongelukkige hand gehad bij de verkoop van verschillende panden op het Dirkzwagerterrein. De huizenhandel kost de stad veel geld. 

Die conclusie valt te trekken uit verkoopgegevens van het Kadaster. Een grove inschatting leert dat de gemeente er tenminste 750.000 euro, maar waarschijnlijk eerder het dubbele bedrag, bij inschiet. Als het de portefeuille twee jaar langer had aangehouden, had Schiedam er tenminste het drievoudige voor ontvangen dan het feitelijk kreeg.

Het gaat om enkele panden aan de Schie, te weten de nummers 40A en B, 50 en 52. Deze zijn in december 2021 door de gemeente verkocht aan Van Wijnen, de bouwer die is aangetrokken als partij die het Dirkzwagerterrein kan herontwikkelen met nieuwbouwwoningen. De ontwikkelaar nam panden over uit de failliete boedel van distillateur Dirkzwager en kon daarbij ook genoemde panden in gemeentelijke handen aankopen. Het idee was dat met een groot deel van de gronden en panden in het gebied in dezelfde handen, er snel en effectief werk kon worden gemaakt van herontwikkeling van het gebied en nieuwbouw van woningen.

Van Wijnen betaalde voor de panden 350.970 euro, zo meldt het Kadaster. Bij de koop was ook het pand verderop aan de Schie, op huisnummer 34 betrokken. Dat complex is ondertussen gesloopt. 

Vorig jaar kwam de panden weer te koop te staan. Klaarblijkelijk waren ze toch niet zo zeer van belang bij de ontwikkeling van het gebied. Het pand Schie 40A en B kende een vraagprijs van 475.000 euro. Schie 50 moest 450.000 euro kosten en Schie 52B kon voor 250.000 euro een nieuwe eigenaar krijgen, zo bleek uit de gegevens op Funda. Een snelle rekensom telt op tot 1.175.000 euro als vraagprijs voor drie panden.

Uit gegevens van het Kadaster blijkt dat de drie panden (Schie 40A en B, 50 en 52) zijn overgenomen door Len BV. uit Rotterdam. Die betaalde daarvoor 1,1 miljoen euro, dus iets minder dan de vraagprijs.

Een woordvoerder van de gemeente Schiedam, gevraagd om uitleg, meldt dat het verkoopbedrag van de genoemde panden, toen ze van de stad overgingen in handen van Van Wijnen, ‘aanzienlijk hoger’ ligt dan de ruim 350.000 euro die in het Kadaster wordt genoemd. Hoe hoog de verkoopprijs dan was, kan hij niet zeggen. Evenmin kan hij een verklaring geven voor het feit dat de Kadastergegevens niet de werkelijke verkoopprijs zouden weerspiegelen.

Volgens de woordvoerder heeft er een taxatie plaatsgevonden die de marktwaarde van de panden voor verkoop door de gemeente aan Van Wijnen heeft vastgesteld. Ook over wie dat heeft gedaan en of er toen rekening is gehouden met bijzondere omstandigheden die de waarde van de panden hoger of lager inschaalden, kan hij niets zeggen.