Categorieën

Service

Het geluk bleef Dick van der Lugt ontglippen

Het geluk bleef Dick van der Lugt ontglippen
In memoriam

Het geluk bleef Dick van der Lugt ontglippen

  • Han van der Horst
  • 17-03-2024
  • In memoriam
Het geluk bleef Dick van der Lugt ontglippen


IN MEMORIAM - Dick´s blog staat nog steeds op het internet evenals de aanpalende facebookpagina. De laatste toevoegingen dateren van 18 december 2023. Daaraan konden zijn volgers al zien dat er iets mis was. Op dinsdag 12 maart is Dick van der Lugt volgens een Boeddhistisch ritueel gecremeerd in Bangkok. Dat zal zijn Thaise familie wel hebben verzorgd. 

Op die noodlottige achttiende december maakte Dick een val waarvan hij letterlijk niet meer op zou staan. Men bracht hem naar het ziekenhuis waar hij langzaam uit het leven weggleed. Ik stuurde hem een chatbericht om hem moed in te spreken nadat ik van een wederzijdse kennis over het ongeluk had gehoord. 'Bedankt', schreef Dick terug. 

Het is – realiseer ik mij – vijfenvijftig jaar geleden dat ik Dick van der Lugt voor het eerst tegenkwam. Dat had te maken met de kerk in de jaren zestig. We waren jonge stokebranden, die vonden dat het geloof in God ook het geloof in een betere wereld moest inhouden. Anders was het allemaal niks waard. In concreto kon je dat vorm geven door solidariteit met de ontwikkelingslanden. Toen ik hem tegenkwam, was Dick al aangenomen door de Stichting Nederlandse Vrijwilligers die jonge Nederlanders uitzond naar ontwikkelingslanden. Als jong onderwijzer ging hij scholen helpen in Douala, Kameroen. Zelf was ik toen tweedejaars student. Ik zag huizenhoog tegen hem op. 

Dick had nog tijd mee te doen aan een interconfessioneel initiatief waarvan ik als lid van de Jan van Hoofstam, een katholieke padvindersgroep voor jongvolwassenen, deel uitmaakte. Dick schreef samen met zijn broer Jos lange artikelen om de Hervormde Kerk op ons solidariteitsspoor te zetten. Wij organiseerden in het kader van Pax Christi een vredesmars voor jongeren op kerstavond en een tentoonstelling over ontwikkelingshulp in een gebouw van de hervormde kerk op de Nieuwstraat, waar de jongerensociëteit QT gevestigd was. We stelden onder meer noppenstenen tentoon. Dat was de uitvinding van een missionaris die zich door lego had laten inspireren. Je kon er gemakkelijk bakstenen huisjes en schuren mee bouwen. De vredesmars was succesvol, maar op de tentoonstelling kwam niemand af, ondanks de vele pamfletten die we naar de gewoonte van de tijd hadden uitgereikt. Ik werd daar cynisch van, maar Dick liet van teleurstelling niets blijken.

Hij was een raadselachtige man met een spits gezicht die lang zwijgend aanwezig kon zijn. Een maand of wat na het fiasco van de tentoonstelling vertrok hij naar Kameroen om twee jaar later getrouwd terug te komen. Het huwelijk werd geen succes, ondanks het feit dat hij en zijn Kameroenese vrouw een dochter kregen. Ze verliet hem om danseres te worden. Dick bleef eenzaam achter in de bovenwoning die hij op de Rotterdamsedijk-beneden bewoonde. Hij leek onaangedaan.

Rond die tijd gaf Dick het onderwijs er aan voor de journalistiek, eerst bij de Havenloods, daarna bij Het Vrije Volk. Hij was lange tijd chef van de editie Schiedam. Elke dag maakte hij met twee collega´s dag één pagina Schiedams nieuws. Later ging hij datzelfde doen in Vlaardingen. Dick gaf zijn woning aan de Rotterdamsedijk op voor een klein appartementje aan de Troelstrastraat in Vlaardingen. Het was eerder een nachtverblijf dan een echt huis.

Het leek wel of Dick onder een stolp leefde. Als er iemand van zijn hart een moordkuil maakte, dan was hij het wel. Veel mensen vonden hem dan ook zuur en chagrijnig. Dat was niet zo. Hij hield de luiken dicht. 

Misschien dat Dick daarom de journalistiek in ging. Een journalist heeft een geldige reden andere mensen aan te spreken, want je wilt dingen weten voor een stukje. Je communiceert voor je beroep, niet uit je hart. Zo bouw je tóch een kennissenkring op, wat door je geslotenheid anders veel moeilijker was geweest. 

Dick bedreef de journalistiek met zorgvuldigheid. Hij schreef helder en eerlijk op wat hij zag en hoorde. Hij liet zich niet met een kluitje in het riet sturen. Hij wilde het naadje van de kous weten. Vooral als er naar zijn idee onrecht in het spel was. 

Dankzij de journalistiek kwam Dick onder de mensen. In de kroeg zat hij vaak alleen achter zijn glas. Alleen keerde hij terug naar zijn bed.

Dick was een gelukzoeker. Hij hoopte dat te vinden in een liefdesrelatie met een vrouw. Hij wilde daarmee de droefgeestigheid doorbreken. Thuis zitten was ook zo wat. Daarom was Dick vaak in zijn redactiekantoor en het café te vinden. In Vlaardingen ontwikkelde hij een nieuwe manier om mensen te ontmoeten: hij ging – keurig in smoking gekleed – talkshows presenteren in de Stadsgehoorzaal. Deze voorstellingen werden gelardeerd met muzikale intermezzo´s. Ze waren een beetje gemodelleerd op de toen populaire interviewprogramma´s van Sonja Barend. Op het podium voor een willig publiek bleek Dick een sympathiek maar hardnekkig ondervrager. In zulke settings was van geslotenheid geen sprake. En evenmin tijdens de voorbereidingen, want Dick organiseerde zijn talkshows samen met anderen, vooral zijn collega´s Cornelis Pons en Marianne Ames. 

Zo ging het ook op de School voor de Journalistiek, die Dick in 1990 aantrok als docent. In de collegezaal kon hij zijn show opvoeren en zijn publieke persoonlijkheid zichtbaar maken. Samen met collega Nico Kussendrager schreef hij een basisboek Journalistiek en in zijn eentje een leerboek over interviewtechnieken, dat in heel Nederland op redacties en bij journalisten thuis op de plank staat. 

Hele generaties zijn Dick niet vergeten vanwege zijn unieke aanwezigheid en de kwaliteit van zijn onderwijs, maar in Vlaardingen wachtte nog steeds dat stille appartementje. 

Dick heeft nog een hele tijd columns geschreven voor het Rotterdams Dagblad. Daarin kwam zijn weerzin tegen onrecht opnieuw tot uiting. Dat hing volgens mij samen met het feit dat hij gelukzoeker was. Hij deed dat niet alleen voor zichzelf maar ook voor de samenleving. 

Tenslotte leek de gelukzoeker de leegte in zijn leven toch te hebben gevuld. Hij ontmoette een Thaise die haar intrek nam op de Troelstrastraat. Dick liep met zijn relatie niet te koop. Na zijn pensionering vertrokken ze samen naar Thailand waar zijn broer Jos al eerder naartoe gegaan was, om er in 2008 te overlijden. Dick ging in het dorp van zijn schoonouders wonen. Er ontstond toch een verwijdering en hij vertrok naar Bangkok waar hij net als veel farang (Thaise term voor buitenlanders) zijn intrek nam in een aparthotel. Dan heb je een kamer met kookgelegenheid terwijl je toch beneden je natje en je droogje kunt bestellen. Op het internet begon Dick stukjes te schrijven over zijn wederwaardigheden. Ook vatte hij het Thaise nieuws samen met als bron het Engelstalige dagblad The Bangkok Post. Thai of Lao (de taal van de schoonfamilie) leerde hij nooit. Dat vergt trouwens voor westerlingen een enorme toewijding, want het is minimaal zo lastig als Japans of Chinees. Zo woonde hij dan in een stad waarvan hij de taal niet sprak en het alfabet niet kon lezen. Op de een of andere manier paste dat wel bij hem. En zo´n leven in een aparthotel ook. Eens per jaar kwam Dick een paar weken naar Vlaardingen. Dat had volgens mij niet met heimwee te maken maar met allerlei praktische aangelegenheden. Komst noch vertrek hing Dick dan aan de grote klok. Als ik hem tegenkwam, vertelde hij weinig. En ineens was hij dan weer naar Bangkok teruggevlogen. 

Zo werd hij oud, een voorzichtig schuifelende bejaarde, in de razende miljoenenstad. Hij at er – blijkens zijn blogs – graag buiten de deur. Een enkele keer toonde hij zich op schrift sikkeneurig over het gebrek aan service of de luiheid van het bedienend personeel. Het geluk is hem blijven ontglippen.

Dick van der Lugt is 77 jaar geworden.