Een volle Hoogstraat
- Han van der Horst
- 24-12-2023
- Winkelen
COLUMN - Op kerstavond moet ik terugdenken aan de drukte op de Hoogstraat van het vorige weekend. Elke Schiedammer komt minstens een keer per veertien dagen zo´n oude mopperkont tegen die zegt: 'Vroeger kon je er over de hoofden lopen'. Het vervelende: dat was ook zo, maar zeker sinds de opening van de vernieuwde Passage is de klad erin gekomen. Voor die tijd zag je trouwens al dat een groeiend aantal mensen liever elders winkelde: in Spaland, op de Loper een stukje over de Vlaardingse grens of zelfs helemaal in Naaldwijk waar gratis parkeren wordt gecombineerd met een prachtig en aantrekkelijk winkelaanbod want die tuinders zijn allemaal schatrijk en hebben wat te verteren. Of men bleef op de Koemarkt in de tram zitten en reed door naar Rotterdam.
Verleden week zaterdag was het op de Hoogstraat weer druk als vanouds. Oudere Schiedammers zoals ik herinneren zich nog hoe ze op zaterdagmiddag aan de hand van papa en mama meegenomen werden naar de stad. De mijne gingen dan eerst langs bij Arcade op de Lange Haven om daar bij de correspondent van de Centrale Volksbank een rijksdaalder of vijf gulden op hun spaarbankboekje te zetten. Daarna bereikten wij via de Appelmarkt de Hoogstraat. Toen we eenmaal in 1956 een flatje toegewezen kregen in Nieuwland, veranderde de route. Wij liepen naar de Dam die met veel winkels een soort opmaat vormde tot de Hoogstraat. Je kwam er slager Van de Water tegen, de gerenommeerde banketbakker Scheffers en de speelgoedzaak van Elshof. Terecht beroemd was ook de fietsenwinkel van Hoppstein. De winkelrij aan de Korte Havenkant werd onderbroken door een paar historische kruidenpakhuizen, die de hele straat een sterke geur gaven. Voor het overige liep je van etalage naar etalage, net als op de hele Hoogstraat. Op de Dam moest je wel op de smalle stoepjes blijven, want het was een doorgaande weg waar zelfs de bus naar Kethel voorbijkwam.
Ooit, voor de oorlog, had de voorloper van de centrummanagers Anton van Duinhoven de leuze verzonnen: 'De Hoogstraat, Uw warenhuis'. En dat klopte wel zo´n beetje. Er waren filialen van grootgrutter De Gruyter. Er waren groenteboeren en slagers (Slieker bijvoorbeeld op de hoek van de Korte Havensteeg). Men vond er dames- en herenmodezaken zoals Smoorenburg of de Broekenkoning. Ik zelf wilde blijven hangen bij de etalages met speelgoed. Dat waren er wel vier: van de Ooievaar (met stoommachines!), van Bram Noordijk, van Prins (elektrische treinen van Trix!) en Bokhorst. Voor foto´s kon je terecht bij Van Vuren en vlak daarbij vond de radio-amateur alle onderdelen die hij nodig had bij Pavoordt. Daar zit nu ´t Spul. Op dat stuk van de Hoogstraat heeft alleen juwelier Verkade zich weten te handhaven. O, en laten we alsjeblieft visboer Fillekes niet vergeten of Waar dat Wiel draait, een ijzerzaak van heb ik jou daar. Wij schuifelden door de menigte langs al die etalages en ik hoopte dat we uiteindelijk zouden uitkomen bij La Venezia voor een ijsje. De Broersvest was net zo goed aan beide kanten een winkelstraat met mooie zaken zoals Bervoets (Voor iets goeds Bervoets), boekhandel Van Leeuwen of Het Silveren Laarsje of banketbakker Van Dijk, die Scheffers naar de kroon stak maar die sloegen wij meestal over. Ik moet net zes geweest zijn toen mijn vader niet afsloeg naar La Venezia maar resoluut de andere kant op ging naar de kant van de Lange Haven. Daar stond een omgebouwde treinwagon. Ik wist eerst niet wat de bedoeling was maar toen kreeg ik het eerste zakje patat van mijn leven.
Mensen wat een mijlpaal!
Je kunt herinneringen ophalen, wat je wilt, de oude tijden komen niet meer terug. Toch blijkt het mogelijk een hele hoop volk naar de Hoogstraat te krijgen. Je moet er alleen iets speciaals voor doen. Verleden week zaterdag waren dat de straatoptredens van het Schiedamse Dickensgezelschap, een paar podia voor koren en bands en de kerstmarkt. Dat gaf net het toefje gezelligheid dat de mensen in de richting van de Hoogstraat trok.
Dit is een belangrijke les: je krijgt de Schiedamse binnenstad vol met laten we zeggen markt-achtige activiteiten. Pasen is de volgende kans en men zou rond pinksteren een zomermarkt kunnen houden met badmodeshows ter voorbereiding van de vakantie. Er moeten dingetjes gebeuren, we hebben extraatjes nodig en die hoeven niet eens zo duur of zo omvangrijk te zijn.
Ik liep over de kerstmarkt, ik kwam een negentiende eeuwse heer en een negentiende eeuwse dame tegen van het Dickensgenootschap.
Ik dacht: er is hoop.