Categorieën

Service

Eerste gasten/bewoners in de Herbergier gearriveerd

Eerste gasten/bewoners in de Herbergier gearriveerd
Gezond

Eerste gasten/bewoners in de Herbergier gearriveerd

  • Ted Konings
  • 03-01-2025
  • Gezond
Eerste gasten/bewoners in de Herbergier gearriveerd

En tussen de bedrijven door was er op 1 januari ook nog tijd om te proosten... (de andere foto's bij dit verhaal zijn halverwege december gemaakt)

SCHIEDAM - Een beetje een kerstverhaal is het wel - en niet alleen vanwege de naam: De Herbergier is open. In het nieuwe initiatief, hartje Schiedam, wordt maximaal 24 ‘ouden-van-dagen’ - anders dan in het kerstverhaal - een gastvrij thuis bereid. 

De eerste twee bewoners zijn eergisteren gearriveerd. Vandaag volgden twee andere nieuwe 'gasten in de Herbergier'.

Vandaag is er nog een andere gast, ze heet niet Maria, maar Bep. Bep Holmer-Cornelissen komt langs met een vriendin, om de nieuwe eigenaren een vlag te overhandigen. De vlag is kolossaal groot en hing jarenlang op hoogtijdagen aan de gevel. Als het aan Bep ligt binnenkort weer.

Daar kunnen ze wel in meegaan, de Herbergiers. Dat zijn Talitha en Sander Jacobi. Samen met hun twee zoons van vijftien en zeventien, vestigden zij zich aan de Nieuwstraat; het gezin woont letterlijk ‘op de zaak’.

Voor wie het nu duizelt: dit verhaal gaat over De Herbergier, een nieuwe woonvoorziening voor ouderen met dementie, die dezer dagen haar eerste gasten ontvangt in de Nieuwstraat. In de voormalige Teerstoof zijn afgelopen jaar 21 kamers/appartementen gerealiseerd, en het is nog steeds hard werken om alles tip-top klaar te hebben. Achter het eeuwenoude pand is een vleugel aangebouwd, waar de familie Jacobi op de eerste verdieping al zijn intrek heeft genomen. 

Talitha Jacobi is zeer gesteld op de ontmoeting met Bep Holmer. Ze hoort de vele verhalen aan over wat zich in het nog niet eens zo heel verre verleden in het pand heeft afgespeeld graag aan: hoe de voormalige burgemeesterswoning, waarvan al in 1704 sprake is, in de vorige eeuw tot diaconiehuis van de kerk werd, en in de jaren zeventig en tachtig het thuis was van een studentensociëteit: QT. Vanuit de sociëteit kwam een theater voort, waar velen heftige en prettige uurtjes doormaakten - Youp van ’t Hek vertelde er pas voor de camera van Jan Willem de Boer nog over. Oude tijden met dierbare herinneringen. Uit het theater groeide het filmhuis, dat de basis werd voor Wenneker Cinema, toen de verhuizing naar het Wennekerpand werd gemaakt. 

Bep Holmer vindt het ook wel wat, die nieuwe functie voor het pand waar zij als een huismoeder over waakte, met haar nu overleden man. “Schitterend, deze bestemming, oud meets nieuw.” En Talitha Jacobi: “Zoals het theater werd gerund, met gastvrijheid op en top, zo willen wij het ook gaan doen!” Ze zijn het er over eens: mooi dat het pand zo een nieuwe bestemming krijgt. 

Veel elementen uit die tijd van theater en filmhuis zijn bewaard gebleven, of komen terug. De centrale houten trap, de oude tegels in wat nu het washok wordt - en dus in het verre verladen ook al was. Bep Holmer kan van iedere ruimte, soms toch onherkenbaar veranderd met nieuwe indelingen en gipswanden, bij een rondgang nog precies aangeven wat waar zat in het theater: zaal 5 en zaal 7, de artiestenfoyer, de garderobe en de mannen-wc. In het pand zaten nog veel meer functies, zoals de woning van de familie Holmer, maar ook het kantoor van het Groengele Kruis, Pro Juventute en een tentenverkoper op zolder. 


Ooit een thuis voor de studenten en de jonge garde in de stad, moet de Teerstoof/de Herbergier nu een echt thuis worden voor ouderen. Mensen die door geheugenproblematiek niet meer zelfstandig in hun eigen huis kunnen wonen. Talitha en Sander Jacobi willen het niet hebben over indicaties of diagnoses; in een thuis word je niet afgemeten aan het etiket dat je blijkbaar moet krijgen om in onze maatschappelijke arrangementen opgenomen te kunnen worden. Geen definities, onderscheid en etiketten. Nee: “Het gaat er juist om tot een mix van mensen te komen”, zegt Talitha. Net als in een gezin. 

Eerst even iets over Talitha en Sander. Alle twee al lang werkzaam ‘in de zorg’. Hij als verpleegkundige op de Spoedeisende Hulp en daarna teamleider van verschillende afdelingen in het ziekenhuis, zij ook als verpleegkundige, praktijkopleider en kwaliteitsfunctionaris. De laatste afdeling waar ze als verpleegkundige werkte was de Intensive Care. En ja, ze leerden elkaar via het werk kennen, door een uitwisseling tussen ziekenhuizen. 

Het was ook in een verpleegkundig tijdschrift dat zij de oproep zagen van de organisatie ‘De Drie Notenboomen’, die op zoek was naar ‘zorgondernemers’. Het profiel dat voor de zorgondernemers was opgesteld klopte met het hunne, zeker in hun combinatie: verpleegkundige ervaring, leidinggevende ervaring. Het strookte ook met hun situatie: met decennia werk in de gezondheidszorg waren ze toe aan een nieuwe stap. In hun werk, in hun leven. En ze zagen ondertussen genoeg van de zorg in Nederland om het verlangen te hebben zelf een rol te spelen in de realisatie van iets nieuws, iets moois: het opbouwen van een thuis voor ouderen in hun laatste levensfase. “Het hart wordt niet dement”, stelt Talitha bijvoorbeeld. Om ouderen een goed leven te laten hebben, is meer nodig dan een natje en een droogje en op tijd de medicijnen. 

De geestelijke mens speelt immers ook een rol, een grote. Gevoelens van eenzaamheid of heimwee kunnen, zeker bij opspelende dementie, een vlucht nemen en het levensplezier flink in de weg zitten. 

Ze besloten dus te reageren. Dat was nu een kleine twee jaar geleden. Wederzijds was het info inwinnen en er volgde een intensieve zogenaamde ‘screening’: de expertise en motivatie van de Jacobi’s werden serieus getest. En ze werden geschikt bevonden.

Het afscheid in Gouda viel de Jacobi’s niet makkelijk. “Het is moeilijk afscheid nemen op een plek waar je het naar je zin hebt.” Afgelopen voorjaar kondigden zij hun vertrek aan, in september werkten Talitha en Sander hun laatste dag. Hun jongste zoon  reist sinds dit schooljaar al dagelijks van Gouda naar Schiedam, naar zijn nieuwe school Spieringshoek. “Hij vindt het leuk om te koken voor de bewoners.” De oudste maakt 6 vwo af in Gouda. “Daarna hopelijk naar TU Delft. “ 

Sinds ze de knoop doorhakten is het plannen maken, grote plannen. Onder meer een verhuizing. Het gezin Jacobi woonde in Gouda, maar in de omgeving staan al enkele Herbergiers, in Reeuwijk en Gouderak bijvoorbeeld. “Om te beginnen kun je twee dingen doen: instappen in een pand van een koppel dat er mee stopt. Dat hebben we niet gedaan”, vertelt Sander Jacobi. “We wilden vanaf het begin af aan met iets nieuws starten. De Drie Notenboomen is de franchisegever die in samenwerking met een woningbouwcorporatie mooie panden omtovert tot een woonhuis voor dementerende ouderen. Liefst panden met een verhaal. Denk aan een landhuis, kerk of schoolgebouw.” Al weer aardig wat jaren geleden kocht de organisatie zo ook het Diaconiehuis/de Teerstoof.

De Drie Notenboomen kent, inclusief de Schiedamse, nu 55 Herbergiers. Daarnaast zijn er ook ‘formules’ voor woonvoorzieningen voor mensen met een verstandelijke beperking - de Thomashuizen en ook ‘Thomas op Kamers’- en voor ouderen met een beperkte zorgvraag, de Zorgbutler. Alles bij elkaar noemt het bedrijf zichzelf ‘de grootste franchise-organisatie in de Nederlandse zorg’. 

In de voormalige burgemeesterswoning en Teerstoof zijn 21 kamers gerealiseerd. “We zijn een zogenaamde XL-voorziening, want meestal zijn de Herbergiers wat kleiner.” 24 mensen kunnen er wonen; er zijn enkele kamers/appartementen geschikt gemaakt voor echtparen. 

De Jacobi’s kozen voor het vanaf het begin opbouwen van een nieuwe locatie vanwege het avontuur, maar ook om de mogelijkheid ‘onze eigen visie’ in het pand te stoppen (‘over het behang en de wc-rolhouders’). “Iedere maand sinds februari hadden we bouwoverleg, met onder anderen de aannemer, de uitvoerder en de projectleider vanuit De Drie Notenboomen.” Al met al: “Erg uitdagend.”

Maar vooral belangrijk vinden ze hun eigen hand in het samenstellen van het team. De Jacobi’s zijn blij als een van de eersten te kunnen terugvallen op Fenna, die veel jaren ervaring meebrengt. 

De afgelopen maanden waren dus vol met sollicitatiegesprekken. “Ik denk dat we er zo’n veertig hebben gehad”, aldus Talitha. Zo zijn ze erin geslaagd om ‘een kleine twintig mensen’ aan te nemen, samen goed voor zestien voltijdsbanen. Daarbij keken ze naar diploma's, maar meer nog ‘of mensen het hart op de juiste plek hebben’. Ze trokken mensen aan die tot dusver geen werk hadden, maar ook mensen die elders in de zorg werkten. “Mensen uit andere verpleeghuizen, een verloskundige, mensen die in de thuiszorg werken, maar dus ook iemand uit te bijstand.” Het team is bijna niet compleet, maar gegadigden zijn van harte uitgenodigd zich voor te stellen. 

De kersverse zorgondernemers mikken op een mix in leeftijden, ook van het personeel, jong en ouder. “Het is ook belangrijk mensen met levenservaring in dienst te hebben, mensen die geduld uitstralen.” Iemand ook nog weet heeft hoe zaken dertig of veertig jaar geleden gingen “Je ziet wel duidelijk dat jonge mensen in een andere geest aan het werk zijn.” Werk lijkt in hun leven minder alom aanwezig en overheersend.

Werken bij De Herbergier kent zo zijn voordelen, stellen de twee. Ze merken dat mensen graag bij hen komen werken, 'omdat het bieden van belevingsgerichte zorg bovenaan staat'. Kijken wat iemand nog wel kan in plaats van alles over te nemen is hierbij belangrijk. 

Betere zorg geven, dat is het motief van de Jacobi’s, daarvoor doen ze het. Samenleven. Zorg vanuit het hart. Dat zijn de termen die vallen. “Je kan wel aan iemand rukken om iets gedaan te krijgen, maar dat willen we niet.” Helaas valt er door mens- en tijdgebrek in zorginstellingen nogal eens niet aan te komen om met zachte drang de mensen tot zaken te brengen. "Een huiselijke sfeer neerzetten, dat is belangrijk. Zo eten we bijvoorbeeld met elkaar in plaats van gescheiden pauzes houden in een aparte kantine. We zien onze bewoners niet als werk;  iedereen is onderdeel van dezelfde groep binnen de Herbergier. De lusten en lasten willen we zo eerlijk mogelijk verdelen, iedereen is even belangrijk in ons team."

Dat van scratch af bouwen aan een leuk team, dat spreekt nu al aan. Er is een groepsapp gemaakt en de personeelsleden hebben elkaar beter al leren kennen tijdens een stadswandeling. Ook de buurt kon op ‘open dagen’ al binnenlopen in het ‘nieuwe’ complex.

“We willen zo veel als mogelijk samenleven met de buurt en de stad”, zegt Talitha. Dat is heel anders dan in grote zorginstellingen waar er medewerkers zijn voor de verzorging, en voor het eten, en de toiletgang, en ontspanning en welzijn. “Elders werken mensen in de zorg vooral taakgericht. Dat moet je hier loslaten. We willen wat meer geven aan onze bewoners. Het zorgteam en het welzijnsteam vloeien hier in elkaar over. We koken samen, ook met de bewoners.”  

Daarbij is familieparticipatie belangrijk. "Ook de naasten mogen een onderdeel zijn in de Herbergier." Daar wordt ook gelegenheid voor ingeruimd. "Keuzevrijheid is belangrijk ook voor mensen met dementie." Tot dusver vijf vrijwilligers hebben al aangegeven mee te willen draaien in het huis. 

"In onze zorg is het belangrijk dat men zoveel als mogelijk nog zelf doet wat men kan. We verplegen met de handen op de rug.” Geen broek bij de mensen aantrekken, maar zeggen: ‘trek hem maar aan, die broek’. “We gaan kijken naar de routines van mensen. Hoe is iemand gewend zichzelf te wassen, welke slaaproutines heeft iemand? Wil iemand in de avond of in de ochtend douchen? Lief zijn voor de mensen. Meer begeleiden dan verzorgen soms.”

Het wordt een spannend avontuur of en hoe het gaat werken. “We beginnen klein, met zes bewoners, en breiden dat geleidelijk uit.” Dat biedt ook de mogelijkheid om het team op te bouwen en op elkaar ingespeeld te krijgen.

Gaat het financieel allemaal lukken? Dat blijft de - belangrijkste - vraag, maar de Jacobi’s hebben daar uiteraard de ervaring van De Drie Notenboomen achter zich. “We hebben geen locatiemanager, geen roosteraar, geen hr-manager, dat scheelt”, zegt Sander. Kosten die andere zorginstellingen hebben, zijn hen vreemd.

De financiering komt uit de Wet langdurige zorg, middels Persoongebonden budgetten van bewoners. “De bewoners betalen kamerhuur, en daar zit alles is. De maaltijden, de uitjes en de was wordt gedaan.” De Herbergier kent ook enkele ‘sociale kamers’, voor mensen met bijvoorbeeld alleen AOW. 

De Herbergier mikt voor zijn bewoners op Schiedammers. “We focussen ons op inwoners uit de stad, en ook uit de regio.” Die beslaat dan pakweg Vlaardingen, Delft en Rotterdam-West. “Het is ook wel makkelijk, als bewoners het pand en de buurt al kennen, van vroeger. Ook al zijn ze vergeetachtig, vertrouwde dingen kennen ze vaak wel.” 

Het is nog moeilijk te voorzien hoe groot de animo is. “We willen waar het kan zorgen voor een mix, van inwoners uit verschillende wijken.” Van verschillende achtergronden, leeftijden ook, en met wisselende zorgvraag. Zodat er een uitgebalanceerde bewonersgroep ontstaat, waarin mensen zowel verschillen als overeenkomen met elkaar. Handig om elkaar te kunnen helpen, en elkaar wat te vertellen te hebben. 

Onder de woning van de Jacobi’s, in de nieuwe vleugel, is een grote gemeenschappelijke woonkamer/keuken gerealiseerd. Dat moet de centrale huiskamer worden, waar altijd wat te beleven is voor de bewoners, en bezoekers. Die huiskamer is via het Achtererf bereikbaar, wat hopelijk ook voor wat zoete inloop zorgt die de rust in de rest van het huis niet verstoort. "Er komt een mooi binnenplein waar we een terras realiseren, tussen het oude pand en het nieuwe. Achter een hek, maar dat gaat niet op slot.” 

Tot dusver bevalt het Talitha, Sander en hun zonen erg goed in Schiedam. De omgeving, met de Grote Markt en de Lange Haven nabij, en de inborst van de mensen die ze ontmoetten. “Pas kwamen er twee oude mannen langs die hier als halfwees hebben gewoond.” Voor je het weet ben je dan weer een uurtje in gesprek.

Toch: zo moet het gaan. Een huis voor ouderen met een zorgbehoefte midden in de stad, midden in de samenleving. Een huis dat als een thuis is, voor alle bewoners, dus inclusief de Jacobi’s. Die bijvoorbeeld ook gewoon een keer - ‘nog niet komend jaar hoor’ - op vakantie willen, en dan met een gerust hart De Herbergier overlaten aan hun collega’s/medebewoners. Dat gaat dan ook weer spannend worden… 

PS. Na eerste plaatsing zijn passages in dit artikel gewijzigd.