Joppelaan: leer van meerwaarde die inpassing A4 aan gebied gaf
- Kor Kegel
- 07-02-2024
- Wonen
ACHTERGROND - Er gaan steeds meer stemmen op voor een zorgvuldig ingepaste spoorverbinding Delft-Schiedam, die een plus toevoegt aan het bestaande landschap. Het is een begrijpelijke wens, want de spooromgeving in Kethel is een kwetsbaar cultuurhistorisch landschap. Het is ook een logisch pleidooi. Vlakbij hebben we een schoolvoorbeeld van wat landschappelijke inpassing aan meerwaarde oplevert. De A4 heeft Midden-Delfland niet de schade toegebracht die bij uitvoering van het oorspronkelijke plan aangericht zou zijn. Dankzij een goede landschappelijke inpassing en flankerende maatregelen is de belevingswaarde van Midden-Delfland zelfs toegenomen.
Kan dat langs de spoorlijn Delft-Schiedam ook worden bereikt? Jawel, dat is zeker mogelijk, met niet eens zo veel extra financiële middelen.
De auteur schreef in 2019 het boek ‘Polderen over de A4 in Midden-Delfland’, uitgegeven door de Midden-Delfland Vereniging. Hij toonde daarin aan dat een verantwoorde inpassing in het polderlandschap tezamen met flankerende maatregelen een meerwaarde teweegbracht in de beleving van Midden-Delfland, anders dan wanneer de A4 ooit op een zandlichaam was aangelegd met alle overlast van dien. Hij geeft aan dat zo’n zorgvuldige inpassing ook mogelijk moet zijn in een betrekkelijk klein, bedreigd gebied als de groene omgeving van de Joppelaan in Kethel.
De Dorpskerk van Kethel zat maandag 29 januari helemaal vol. De Midden-Delfland Vereniging had een bijeenkomst belegd over de plannen voor spoorbaanversterking en verdubbeling van twee naar vier spoorbanen tussen Delft en Schiedam met als element daarin de realisatie van station Kethel. “Er moeten belangrijke, moeilijke keuzes worden gemaakt die bepalend zijn voor de toekomst van het gebied, officieel een Bijzonder Provinciaal Landschap. Daarmee past het in één van de door de Midden-Delfland Vereniging gesignaleerde dilemma’s, namelijk: kwaliteit handhaven en ontwikkelingen mogelijk maken.
De toekomst van Midden-Delfland en ook van Kethel vraagt om een kwaliteitsslag. Daar kunnen de gemeente Schiedam en de provincie Zuid-Holland een cruciale rol in spelen. Uit de grote opkomst in de Dorpskerk mag worden afgeleid dat veel betrokken omwonenden gerede twijfels hebben of de gemeente en de provincie zich voldoende bewust zijn hoe ze de bedreigingen van het cultuurhistorische landschap kunnen wegnemen. Het publiek bestond uit betrokken bewoners, vertegenwoordigers van de Historische Vereniging Schiedam, het plaatselijke buurt(burger)initiatief Joppelaan/hoek Kerkweg en de Vrienden van Park Kethel, tezamen 230 aanwezigen.
Gastspreker Eric Luiten had een heldere opvatting. De hoogleraar landschapsarchitectuur van de TU Delft zei hoe je tegen het landschap aan kunt kijken. Als een plaatje dat je wilt koesteren. Of als iets dat in de tijd altijd zal veranderen. Hij pleitte voor een houdbaar systeem: “Je kunt mobiliteit niet ontkennen, maar zorg ervoor dat investeringen zo worden gebruikt dat er een kwaliteitsslag kan worden gemaakt.”
Anneklaar Wijnants van Natuurmonumenten noemde de spoorverdubbeling een noodzakelijk kwaad, maar de ervaringen met de A4 door Midden-Delfland leren dat een verantwoorde inpassing zelfs tot kwaliteitsverbetering van de omgeving kan leiden. “Projecten als Duurzaam Boer Blijven en de inrichting van weidevogelgebieden waren er anders niet geweest”, zei ze.
In de paneldiscussie, waar ze aanschoof, kwam naar voren dat de gemeente Schiedam met een gebiedsvisie moet komen en dat de provincie moet zorgen dat de omgeving-Joppelaan als onderdeel van het Bijzonder Provinciaal Landschap (BPL) wordt beschermd.
Een lichtpunt is het recente voorstel van de Landschapstafel als een reactie op de plannen van ProRail. De Landschapstafel, waar bestuurders uit de wijde omgeving aanzitten, spreekt als ambitie uit “een zorgvuldig ingepaste spoorverbinding, die een plus toevoegt aan dit bijzondere landschap te midden van de grote steden.” De op maandag 15 januari verzonden brief van de Midden-Delfland Vereniging en de Historische Vereniging Schiedam over een alternatief voor de spoorwegovergang Kerkbuurt kan hierbij voor inspiratie zorgen.
De twee verenigingen hebben de handen ineengeslagen en de directie van Pro Rail aangeschreven om voor de spoorwegovergang tussen de Kerkweg en de Kandelaarweg een ander alternatief van de plank te halen dan een onderdoorgang 500 meter ten zuiden van de bestaande overweg. Deze tunnel moet bereikbaar worden door een gedeeltelijk verdiepte weg door de ‘Joppepolder’.
De twee verenigingen vinden dat dit voorkeursalternatief van Pro Rail onnodige schade toebrengt aan de waarden van het gebied. Die nieuwe weg biedt ook geen oplossing voor de verkeersdrukte op de Kerkweg ter hoogte van de wijk Sveaparken.
De HVS en de MDV wijzen ProRail op een ander alternatief, dat het landschap en de natuur minder schade toebrengt. Dat alternatief komt ook uit de koker van ProRail. De infrastructuur (spoorlijn, hoogspanningslijn en nieuwe weg) worden hierin optimaal gebundeld en bovendien zal het de Kerkweg ontlasten. Ook kan de fietsroute langs de Poldervaart dan intact blijven.
Is dat nu te veel gevraagd? De ‘Joppepolder’(niet de officiële naam) is een cruciale stad-landverbinding tussen het verstedelijkte Schiedam en het polderlandschap van Midden-Delfland. Bij de stadsuitbreiding van Woudhoek en Spaland heeft het gemeentebestuur ervoor gezorgd dat de oude landkaart ‘leesbaar’ bleef door behoud van rustieke landwegen als de Harreweg en de Kerkweg. Tot op de dag van vandaag draagt die oude infrastructuur bij aan de leefbaarheid van deze woonwijken. Het kwam destijds niet tot bescherming van de Joppepolder, want deze lag buiten het plangebied voor de nieuwe woonwijken, maar er is alles voor te zeggen om alsnog tot die bescherming over te gaan, in die zin dat een nieuwe ontwikkeling kan worden toegestaan als dat maar hand in hand gaat met kwaliteitsverbetering.
Zie eens hoe de A4 er ondanks decennia durend protest aangelegd kon worden dankzij landschappelijke inpassing en flankerende maatregelen. Was er in 1967 sprake van een ver boven het maaiveld aangelegde asfaltweg met onvermijdelijke verstoring van de rust in wat toen nota bene een stiltegebied genoemd werd, uiteindelijk werd dat plan van tafel geveegd en kwam er een opzienbarend plan dat voor heel Nederland als voorbeeld kan dienen. De A4 zou in het polderlandschap verdiept worden aangelegd en zou langs Schiedam en Vlaardingen zelfs in een landtunnel ‘verdwijnen’. Dat was al een geruststelling, maar er kwam een scala aan flankerende maatregelen bij:
* de waarborg van een maximumsnelheid van 100 km/uur
* het gebruik van geluidsarm asfalt
* toepassing van geluidsabsorberende wanden
* een groen dak op de landtunnel
* een eco-aquaduct
* teruggeleiding van lekwater naar de wei
* investeringen in weidevogelgebieden
* sanering van glastuinbouw (gras voor glas)
* een recreatieve routestructuur voor wandelaars, fietsers, mountainbikers, skaters en skeelers, paardensport en pleziervaart
* alternatieve financieringssystemen voor duurzaam boeren en nieuwe samenwerkingsverbanden
* kringloopboeren met aandacht voor natuur
Op het dak van de landtunnel zou later een sportpark worden gepland, waardoor in de bebouwde kom van Schiedam schuifruimte kon worden gevonden.
Het is niet zo vreemd dat dit totaalpakket door bestuurders van Rijk, provincie en gemeenten alsmede maatschappelijke organisaties kon worden omarmd, hoe gevoelig de aanleg van de A4 ook een halve eeuw geweest was.
Voor de Joppepolder is zo’n omvangrijk pakket aan flankerende maatregelen natuurlijk niet nodig en zelfs net haalbaar, maar het voorbeeld met de A4 laat wel zien dat als je ergens een nieuwe (spoor)weg belangrijk vindt, je heel veel kunt doen om te zorgen dat het gebied er in kwaliteit niet op achteruitgaat. Dat is het belang van de brief van de Historische Vereniging Schiedam en de Midden-Delfland Vereniging. In een betrekkelijk klein gebied als de Joppepolder zijn de compenserende maatregelen belangrijk en nog betaalbaar ook.