Categorieën

Service

Wat Hans van der Wilk mij over de politiek leerde

Wat Hans van der Wilk mij over de politiek leerde
Politiek

Wat Hans van der Wilk mij over de politiek leerde

  • Han van der Horst
  • 14-04-2024
  • Politiek
Wat Hans van der Wilk mij over de politiek leerde

Hans van der Wilk


COLUMN - Iedereen heeft ze in het geheugen: de paar mensen waar je echt wat voor het hele leven van leerde. Bij mij figureert in dat rijtje de begin april overleden Hans van der Wilk. Van 1974 tot 1977 was hij wethouder in Schiedam. Daarna verliet hij de stad om een belangrijke rol te spelen bij de emancipatie van psychiatrische patiënten. Dat heeft met wat hij mij leerde, niets te maken. Het ging om iets heel anders.

Hans van der Wilk was lid van de Politieke Partij Radicalen (PPR), een linkse afsplitsing van de Katholieke Volkspartij, die nooit echt van de grond kwam maar wel meer dan twintig jaar heeft bestaan en tenslotte opging in Groen Links.

De PPR was een ondogmatische partij die vond dat de PvdA te veel vastgebakken zat aan de gevestigde orde. De CPN en de PSP waren in de ogen van de leden te doctrinair. Hun ideeën kwamen vaak uit het christendom al waren de aanhangers meestal niet erg kerkelijk meer. Herman Noordegraaf heeft de PPR een aantal jaren in de gemeenteraad vertegenwoordigd, tot hij toch maar overstapte naar de PvdA. Er werd goed naar hem geluisterd want zijn bijdragen waren altijd doordacht en veel mensen met een bijzondere belangstelling voor de politiek stemden ondanks hun eigen ideologie toch op Herman omdat ze wisten dat hij een van de weinige raadsleden was die de vergaderstukken allemaal las en ook doorgrondde. Eenmaal besprak hij de begroting en de algemene toestand van de gemeente gezien vanaf de ooghoogte van een kind. Het was typisch PPR om zoiets te verzinnen. Hans van der Wilk had de Schiedamse politiek toen al lang verlaten, maar hij had deze originele – en zinnige – visie vast gewaardeerd.

In de jaren 1974 – 1977 kende Schiedam een links programcollege van PvdA, D66, CPN en PPR. Hans van der Wilk kreeg een portefeuille met daarin inspraak, medezeggenschap en communicatie tussen de gemeente en de burgerij. 

Het werd een grote teleurstelling. Van der Wilks werkterrein bestreek alle gemeentelijke diensten, maar hij had geen eigen ambtenarenapparaat. Dat hadden zijn collega´s, die zich bijvoorbeeld met onderwijs, woningbouw of financiën bezig hielden, wél. Zij ervoeren Van der Wilks bemoeienissen als een soort inmenging in hun aangelegenheden. Ze toonden een neiging tot dwarsliggen. Zo kreeg Van der Wilk geen kans iets tot stand te brengen. Teleurgesteld heeft hij de Schiedamse politiek verlaten.

Ik heb daar het volgende van geleerd: ministers zonder portefeuille krijgen zelden veel voor elkaar want ze hebben geen ambtelijk apparaat om op te steunen. Dat kon je tot voor kort zien aan minister Hugo de Jonge, die zonder portefeuille eigenlijk alleen maar praatjes kon maken over volkshuisvesting. We zullen zien of minister Rob Jetten – ook zonder portefeuille en inwonend bij Economische Zaken en Klimaat – nog iets tot stand brengt. 

Wees daarom voorzichtig met het aannemen van opdrachten die het werkterrein van collega´s bestrijken. Je loopt vast als je niet voldoende ondersteuning hebt.

Deze les heeft Hans van der Wilk ongetwijfeld zelf ook geleerd. Hij liep gedurende de rest van zijn indrukwekkende loopbaan nooit meer in deze val.

Zie ook dit in memoriam over Hans van der Wilk.