Categorieën

Service

Amen

Amen
Politiek

Amen

  • Han van der Horst
  • 02-11-2025
  • Politiek
Amen

COLUMN - Schiedammers blijven de politiek wantrouwen. Ongeveer een derde van de stemgerechtigden bleef afgelopen woensdag thuis. Dertig procent stemde op de antipartijen PVV, FvD of Ja21. Bij elkaar is dat meer dan de helft van onze stadgenoten. 

Dat is geen goed nieuws. Het betekent dat de meerderheid van onze stadgenoten hun eigen plan trekt, vol wantrouwen ten opzichte van de maatschappij. Dat heeft de persoonlijke ervaring hen blijkbaar geleerd. Als je er zo over denkt, is het gevolg wel dat je er alléén voor staat in een vijandige wereld. Althans dat dénk je. Je hoort nog wel eens Schiedammers vol nostalgie zeggen dat het vroeger allemaal zoveel gezelliger was en dat de mensen één waren. 

Ik zelf moet dan denken aan het Nieuwland van de late jaren vijftig en de vroege jaren zestig. Mijn ouders hadden een flatje gekregen op de Van Limburg Stirumstraat, dat al een kwart eeuw geleden is afgebroken. De mensen op de benedenverdieping hadden toen nog geen eigen tuin. Voor en achter ons gebouw lagen grote grasvelden met speeltoestellen en aan de voorkant hadden wij zelfs een zandbak met parkbanken om de kinderen in de gaten te houden. Daar zaten altijd moeders te breien, te handwerken en met elkaar te kletsen. De buren in de flatgebouwen maakten volgens vastgestelde schema’s het trappenhuis schoon. Ik herinner me nog dat mijn moeder zei: “Van de week heb ik de trap én de kelder¨. Dat laatste kwam één keer per zes weken voor. Ze boende dan meteen het gezamenlijke tegelpad naar de stoep. De mannen fietsten elke ochtend naar het werk maar de vrouwen hadden onderling veel contact, waarbij ze elkaar zelden met de voornaam aanspraken. Het bleef bij U en mevrouw.

Wij kinderen konden betrekkelijk weinig flikken want je was zelden ongezien: niet alleen de moeders hielden je in de gaten, maar ook de bakker, de melkboer, de groenteboer en de peterolieboer die met hun karren aan de deur kwamen. In de namiddag verscheen de ijsboer van Jamin op zijn gemotoriseerde bakfiets vol heerlijkheden. “Ma, alle kinderen krijgen een ijsje!” riepen we dan. Meestal tevergeefs. 

Het is een idylle. De herinnering klopt ook niet helemaal , want er bestond wel degelijk veel haat, nijd, jaloezie en roddel. 

Dat zulke herinneringen niet vervagen – en heel wat Schiedmmers vertellen ongetwijfeld dezelfde verhalen over het dorp van hun grootouders, waar iedereeen arm was maar men toch veel voor elkaar over had – dat zulke herinneringen niet vervagen, geeft aan dat er in onze stad nog steeds een groot verlangen bestaat naar gemeenschappelijkheid. Alleen hebben teveel stadgenoten de hoop verloren dat er ooit wat van komt. We hebben daarbij de neiging de schuld bij anderen te zoeken en niet bij onszelf. Zo worden we allemaal zonder uitzondering verliezers. 

Het is net de verkiezingsuitslag. Iedereen heeft verloren. Wie stemmen won, bevindt zich toch in een dwangpositie. 

We moeten de komende jaren proberen elkaar weer te vinden.

Wat een preek! Er is maar een slotwoord mogelijk: amen. Of amin als je dat liever hebt.