Categorieën

Service

DSW-directeur De Groot: het roer moet om in de zorg

DSW-directeur De Groot: het roer moet om in de zorg
Gezond

DSW-directeur De Groot: het roer moet om in de zorg

  • Ted Konings
  • 26-09-2023
  • Gezond
DSW-directeur De Groot: het roer moet om in de zorg

Foto: archief


SCHIEDAM - Aad de Groot is er niet gerust op. Zeg maar gewoon: bezorgd. De zorgkosten in Nederland stijgen en stijgen en de premie die zijn DSW de verzekerden rekent, vertoont onvermijdelijk dezelfde tendens. Dat is nodig, maar niet gewenst. Daarvoor ziet De Groot de gevolgen te pregnant in de samenleving: druk op de solidariteit, steeds meer mensen die zorg mijden om geen kosten te maken en, dus, een groeiende gezondheidskloof.

Zie ook dit nieuwsbericht van vanmorgen.

Ruimte voor relativering laat de DSW-directeur niet. Tuurlijk, de inflatie in Nederland is hoog, maar dat een premiestijging van 8,3 procent in vergelijking met die inflatie dan nog wel meevalt, gaat er bij hem niet in. Evenmin dat het ook een mooi teken is dat zorgpersoneel er dit jaar, eindelijk, financieel flink op vooruit is gegaan, zo’n twaalf, dertien procent in anderhalf jaar. “Het betekent gewoon dat we met elkaar steeds iets meer van ons geld aan gezondheid uitgeven. We hebben niet oneindig veel geld.” Niet als maatschappij en niet in onze particuliere portemonnee. “Deze premie zit aan de grens van wat mensen kunnen betalen.”

Vorig jaar ging de premie bijna negen euro omhoog, nu 11,50 euro; de zorgkosten zijn al jaren enorm gegroeid. “Dat kan niet zo doorgaan.” Als we onze koers toch niet verleggen, dan ‘lopen we een keer tegen een groot probleem aan’. “Het is alsof we aankoersen op het ravijn, met niemand aan het stuur.”

Het is de ochtend voor de dag dat DSW als eerste ziektekostenverzekeraar in het land, traditiegetrouw, zijn premie voor het volgend jaar bekendmaakt. De journalisten hebben al een inkijkje gekregen, om hun verhalen te kunnen maken. Want met die traditie heeft DSW zich ook een rol verworven als wegwijzer in de staat van het land en de gezondheidszorg. Daar willen de grote landelijke media graag over schrijven. Dat DSW in de personen van Chris Oomen en vandaag de dag Aad de Groot markante voormannen heeft die niet om een woordje verlegen zitten, helpt dan mooi mee.

Dus: “We kampen nu al met negen procent zorgmijders en dat kan alleen maar erger worden. Ook wij merken dat we steeds meer betaalregelingen treffen.” En, wie had dat enkele decennia geleden durven voorspellen: verschil in de dikte van de portemonnee zorgt ook voor verschillen in gezondheid. “In Nederland!” We leven toch in een beschaafd en rijk land?!

“Vrijdag kregen we het nieuws dat mensen onder de rook van Tata Steel tweeënhalve maand korter leven”, vertelt De Groot. “Maar mensen uit pakweg de Gorzen leven zeven jaar korter dan de mensen in Hillegersberg. En ze hebben vijftien gezonde jaren minder.” Is dat iets dat we in Nederland moeten accepteren, zo vraagt De Groot zich hardop af.

Daarom moeten we volgens de DSW-directeur als Nederlandse samenleving enkele fundamentele keuzes maken. Bijvoorbeeld dat we ons minder in beslag moeten laten nemen door de problemen van vandaag, en misschien morgen, maar moeten kijken naar die van overmorgen en verder. Als maatschappij, maar zeker ook als zorgsector. “We moeten kijken naar de lange termijn. Dat zijn we nu nog niet zo gewend. We zijn gericht op hoe we mensen beter kunnen maken. Maar we zullen ook moeten gaan kijken: hoe gaan we zorgen dat er een minder groot beroep op zorg en ondersteuning zal worden gedaan?”

Om de gezondheidskloof te dichten zullen we ons volgens De Groot ook veel meer op de leefomgeving van de mensen moeten gaan richten. “Op zijn woonomstandigheden, zijn netwerken, het sociale domein. We zullen daartoe als verzekeraar een andere rol moeten innemen. Niet alleen kijken naar zorg, maar breder kijken. In samenwerking met bijvoorbeeld gemeenten, woningcorporaties.” Door oog te hebben voor kansengelijkheid, bestaanszekerheid, valt er gezondheidswinst te behalen waarvan ieder profiteert. 

Dat vergt wel een andere werkwijze, een andere inrichting van het zorgsysteem, aldus De Groot. “We zullen veel meer op de regio gericht moeten zijn. Dat vraagt iets van de zorgverzekeraars. Die zullen ook andere verantwoordelijkheden op zich moeten nemen. We zijn nu heel erg gericht op de korte termijn, op de contractering van zorg bijvoorbeeld. Maar in Groningen en Limburg hebben we als DSW maar anderhalf procent marktaandeel. Wat moeten we daar voor zorgafspraken maken?” Opvallend genoeg zijn het volgens de DSW-directeur juist die ziekenhuizen buiten de eigen bedieningsregio waarmee de grote zorgverzekeraars het vaakst rollebollend over straat gaan, als de spanning oploopt.

“Wij zeggen: laten we in iedere regio de twee marktleiders afspraken laten maken. De andere verzekeraars volgen dan. In je eigen regio weet je wat er speelt, ken je de zorgvraag, ken je bijzondere omstandigheden en heb je als verzekeraar ook het vertrouwen. Wij worden vertrouwd in onze regio.” 

Een andere actie die genomen moet worden is het wegnemen van de perverse prikkel van de diagnose behandelcombinaties, de zogenaamde DBC’s waarmee met zorgaanbieders wordt afgerekend. Dat betekent dat wordt afgestapt van het honoreren naar rato van (be)handelingen. “We moeten kijken naar preventie. En ons bijvoorbeeld afvragen hoe lang je doorgaat met behandelen.” De Groot is zich bewust van de gedachten die mensen - en artsen - daarbij kunnen hebben. “Natuurlijk moeten wij als verzekeraar wegblijven bij ons te bemoeien met de individuele zorg. Wat ik wil zeggen is dat er nu geen enkele financiële prikkel is om te kijken naar het in de hand houden van de zorgkosten.”

“Ik wil absoluut niet zeggen: ‘mensen moeten maar begrijpen dat het met wat minder moet’. Nee, we moeten juist de omstandigheden creëeren waarin mensen een minder groot beroep op zorg doen.”

De Groot verwijst naar de discussie over de kraamhulp van de afgelopen weken. Nu is de redenatie: we hebben te weinig mensen die kraamhulp kunnen leveren, dus schroeven we het aantal uren dat jonge moeders aan kraamhulp krijgen, naar beneden. “Het kan immers niet anders, zeggen we dan. Maar hadden we niet beter wat langer vooruit kunnen kijken om de problemen te zien aankomen?”

Verder is het de cultuur van zorgprofessionals om te willen zorgen. “Dat ligt in hun natuur.” Maar mede daarom zijn we wellicht niet zo gewend te praten over de noodzaak en wenselijkheid van zorg. “We praten nu met zorgaanbieders, die zeggen dat ze dit jaar hun productie - zo’n woord zegt al veel natuurlijk - niet halen door personeelsgebrek, maar dat ze volgend jaar (in deze periode in het jaar onderhandelt DSW met zorgaanbieders over de contracten voor volgend jaar -red.) wel voldoende mensen in huis zullen hebben om hun productie te halen. ‘Maar waarom?’, vraag ik dan.” En dan blijft het nogal eens stil.

“Daarom is het zo belangrijk dat we op lange termijn de zorg betaalbaar houden: als we nu zo doorgaan, dan komen we op een punt dat de zorg onbetaalbaar wordt. En dan wordt die nog ontoegankelijker. Een tweedeling dreigt. Dan krijgen we een nog grotere gezondheidskloof.”

De zorgverzekeraars zelf hebben daar ook een rol in. DSW wil zich best onderscheiden. De Groot heeft het niet begrepen op de collega’s die zich vooral heel erg inspannen in de periode van twee, drie weken aan het eind van het jaar als de overstapronde plaatsvindt. “Met commerciële trucjes wordt dan alles uit de kast gehaald, en daarna is het weer rustig. Maar wat is de meerwaarde hiervan voor de zorg?”

DSW doet daarom dit jaar geen extra inspanningen om nieuwe klanten, nieuwe verzekerden te werven, belooft De Groot min of meer plechtig. Geen campagne, geen advertenties in huis-aan-huisbladen. Er moet wat hem betreft een eind komen aan de wurggreep waar de verzekeraars elkaar in houden. “Laten we ermee stoppen.”

En het kan. “Wij als DSW hebben ons altijd redelijk bescheiden opgesteld met onze tarieven. We zijn als enige tien jaar lang gegroeid, dus we hebben een buffertje. We kunnen ons dus richten op onze wens een bijdrage te leveren aan de zorg, aan bestaanszekerheid. 

Voor mensen die moeite hebben de premie te betalen zijn de mogelijkheden van DSW beperkt. “De premie moet betaald, dat is wettelijk zo voorgeschreven.” Er zijn betalingsregelingen te treffen. En er zijn minimacontracten, in Schiedam en Vlaardingen. “Voor de minima is er een soort collectieve verzekering, waarbij de gemeente een bijdrage betaalt in de aanvullende verzekering.”

Ook het voorstel om twee maatschappijen de onderhandelingen in iedere regio te laten doen - en de andere verzekeraars de gemaakte afspraken te laten volgen, is zo’n stap om de energie daar in te zetten waar nodig, en niet onnodig te verspillen. “In feite haal je op die manier de marktwerking uit het systeem.” 

En dat is niet zo vergezocht als het op het eerste gezicht mag lijken. “Voor de huisartsenzorg doen we al hetzelfde en dat gaat prima.”

Een voorbeeld van regionaal tot goede afspraken komen is in de ogen van De Groot ook het regionaal integraal gezondheidsakkoord dat in de regio door veertig partijen in de sector gesloten is. “Daarin richten we ons op gezond leven. Met vier speerpunten: ouderen, mensen met een kwetsbare gezondheid, de zorgcoördinatiecentra voor de acute zorg en de levensloopcyclus.” Met dat laatste bedoelt De Groot ‘dat je de vraag stelt wat iemand in de loop van een leven aan zorg nodig heeft’. “Je kent het voorbeeld dat we enkele jaren geleden de ouders van kinderen die niet naar de tandarts gaan hebben aangeschreven, omdat we weten dat wie goed voor zijn tanden zorgt, daar op latere leeftijd profijt van zal hebben. Niet alleen voor wat betreft de mondzorg, maar voor de hele gezondheid. Dat is daar een goed voorbeeld van. Dat kan je in de regio heel makkelijk doen, maar niet op landelijke schaal.”

In de regio Delfland, Westland en Schieland, waarvoor DSW het zorgkantoor is, is al een multidisciplinair team Ouderen actief, dat huisartsen ondersteunt, bijvoorbeeld in de zoektocht naar zorgplekken. Dan komt ook een stokpaardje van De Groot om de hoek kijken: de afschaffing van de ‘bejaardenhuizen’. “Daar hebben we nog steeds heel veel last van. We zijn daarom bezig om in de regio vormen van geclusterd wonen te realiseren. Zelfstandig wonen voor ouderen, maar bij een verpleeghuis, zodat ze als omwonenden makkelijk een beroep kunnen doen op de voorzieningen van het huis, zowel het restaurant als medische zorg.” De DSW-directeur is het daarom niet eens met minister Conny Helder, die stelt dat mensen mensen langer thuis moeten blijven wonen om de verpleegzorg betaalbaar te houden. Ook daar ontbreken immers de mensen die het werk moeten doen, door krapte op de arbeidsmarkt. “Ik denk dat als we mensen die zorg nodig hebben langer thuis laten wonen, we juist meer mensen nodig hebben. Je kunt de mensen dan veel minder doelmatig inzetten. Als ze geclusterd wonen gaat dat veel beter.” De Frankelandgroep en Pieter van Foreest in Delft noemt De Groot als centra voor ouderenzorg die aan de weg timmeren met het realiseren van deze geclusterde woonvormen, ook al heeft Frankeland de geplande nieuwbouw bij de vestiging aan de Liduinastraat moeten stopzetten. 

Wat volgens De Groot nodig is, is ook hier: een visie voor de lange termijn. “We zijn zo geneigd naar de korte termijn te kijken.” En dat heeft consequenties. Zorgkosten maken grofweg een kwart van de uitgaven van de rijksoverheid uit. “En toch zie ik in verkiezingsdebatten of tijdens de algemene beschouwingen dat de zorg nauwelijks aan bod komt. Terwijl we kampen met een groeiende gezondheidskloof. We zijn allerlei zaken naar voren aan het schuiven, maar we willen niet op de lange termijn denken. Dat irriteert mij.” Maar dingen kunnen veranderen, kijk naar de opvattingen over en de rol van roken in onze maatschappij, met alle gezondheidsgevolgen van dien.

De Groot is niet bang dat als DSW op deze manier zijn nek uitsteekt, anderen daar garen bij zullen spinnen, bijvoorbeeld omdat verzekerden van DSW naar een andere maatschappij overstappen. “Het is voor de zeventiende keer, sinds 2006, dat we als eerste de premie bekendmaken en alle andere keren zijn de andere verzekeraars ons min of meer gevolgd met hun tarieven.” Dus, zo denkt hij, zullen ook de andere verzekeraars de komende weken een flinke premiestijging aan hun klanten voor gaan stellen. “Misschien dat alleen de budgetpolissen met commerciële trucs gaan proberen nieuwe verzekerden aan te trekken, met name jonge goedkope verzekerden.” Daar wordt de zorg volgens De Groot niet beter van, niet goedkoper. “Nee, het legt juist een druk op de solidariteit. Dat willen we niet.” Beter is het de nek uit te steken. “Als we allemaal maar blijven doen wat we doen, dan verandert er niets.” 

“Waar we naartoe willen is dat we veel meer samen gaan kijken, bijvoorbeeld met het ziekenhuis. Welke kosten heb je nu? Welke patiënten? Dat we veel meer gezamenlijk een begroting gaan maken. Weg van de DBC’s, maar werkend met een soort aanneemsom. Natuurlijk kan dat te laag of te hoog zijn, moet je flexibel zijn en moet je er met elkaar goed over praten.” Maar het kan, zo blijkt in de praktijk: met Franciscus Gasthuis & Vlietland en het Reinier de Graaf werkt DSW al zo. “Daar blijkt nu dat we door een gebrek aan medewerkers dat bedrag voor dit jaar eigenlijk te hoog hebben vastgesteld. Dan kan je natuurlijk zeggen: dat bedrag halen we weg, maar het ziekenhuis heeft daar wel zijn begroting op vastgesteld. Dus als de mensen daar zeggen ‘we willen volgend jaar naar een hoger niveau’, dan zeggen wij: ‘dat is mooi, maar dan moet je wel je wachtlijsten wegwerken’. In feite betaal je, zeker in een geval als spoedeisende hulp, voor beschikbaarheid. Vergelijk het met de brandweer, daarmee reken je ook niet af naar rato van het aantal branden.”