Categorieën

Service

Duikbootorder: erop of eronder

Duikbootorder: erop of eronder
Bedrijven nieuws

Duikbootorder: erop of eronder

  • Redactie
  • 12-03-2024
  • Bedrijven nieuws
Duikbootorder: erop of eronder

De Zr.Ms. Zeeleeuw; foto: Defensie


SCHIEDAM - De maritieme industrie, internationaal, maar met name in ons land en zeker in Schiedam, wacht in spanning af welk oordeel het demissionaire kabinet zal vellen over de bouw van vier onderzeeboten. Volgens nogal wat betrokkenen bepaalt de keuze van de regering de toekomst van de maritieme industrie in ons land.

Het zijn in principe allemaal buitenlandse industriële concerns die in de markt zijn voor de bouw van vier schepen in de zogenaamd Walrusklasse. Het gaat om Naval uit Frankrijk, TKMS uit Duitsland en Saab uit Zweden. Maar met name Naval en Saab waren zo slim Nederlandse partijen in hun aanbod op te nemen. Voor Naval is dat IHC uit Kinderdijk, en voor Saab Damen. 

De nieuwe schepen hadden in 2031 moeten varen, maar het aanbestedingstraject en de besluitvorming is uitputtend. Het leidt er volgens kenners toe dat het op zijn vroegst 2034 wordt dat de eerste van de vier schepen in gebruik kan worden genomen. En dat de kostprijs, in eerste instantie ingeschat op 2,5 miljard euro ‘de vier’, waarschijnlijk al is verdubbeld. 

In deze eeuw zijn in Nederland geen duikboten gebouwd. De laatste onderzeeërs van Hollandse makelij waren die van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM), de vier schepen in de Walrusklasse. Zij vormen nog altijd de Nederlandse duikbootvloot, ook al is vorig jaar de Zr.Ms. Walrus uit de vaart genomen. De beperkte actuele kennis van de bouw van duikboten maakt dat de Nederlandse overheid met name buitenlandse concerns vroeg om mee te dingen naar de order. Al met al is er tien jaar gesteggeld om tot dit punt te komen, waarop knopen kunnen worden doorgehakt. De ministeries van Defensie en Economische Zaken hebben hun huiswerk gedaan en een ministeriële commissie, de ministerraad en de Tweede Kamer worden dezer dagen geïnformeerd en gevraagd om een oordeel. Bekend is gemaakt dat het pleit wordt beslecht op basis van drie criteria: kwaliteit, inclusief de levertijd, prijs en bijdrage van de Nederlandse industrie aan het ontwerp en de bouw.

Van de drie gegadigden maakt Naval de grootste kans, zo bericht De Telegraaf. Zij zouden de scherpste offerte hebben neergelegd. Dat heeft mogelijk ook te maken met het feit dat Naval in handen is van de Franse overheid en zo grotere risico’s kan nemen. Ook het feit dat Damen de afgelopen tijd verschillende overheidsopdrachten voor andere schepen kreeg toebedeeld, zou leiden tot de conclusie dat Saab-Damen de opdracht niet krijgt. Overigens ligt het niet in de rede dat de Schiedamse Damenwerf, het vroege Wilton-Fijenoord, het decor wordt voor de bouw van de onderzeeërs; op de werf aan de Admiraal de Ruyterstraat wordt vooral onderhoud en reparatie aan schepen verricht.

Die inschatting dat de duikboten in Frankrijk gebouwd gaan worden zorgt voor veel ‘luidende noodklokken’ vanuit de Nederlandse maritieme industrie. Wouter Kruijt, voormalige TNO-directeur en jarenlang werkzaam bij IHC en de Koninklijke Marine zegt in Het Financieele Dagblad ‘uiterst bezorgd’ te zijn dat Naval de order binnensleept. “Ik zou het verschrikkelijk vinden als het Franse Naval de order wint. We doen dan als Nederland nauwelijks mee. Je zag dat ook al bij de Nederlandse order voor mijnenjagers.” Volgens hem blijft de inbreng van IHC dan beperkt tot de toelevering van systemen.

Kruijt refereert ook aan de gang van zaken in Australië. In 2021 zegde de regering van Australië, na Brits-Amerikaanse inmenging, het contract met Naval Group op voor de bouw van twaalf onderzeeërs.

Ook David Roodenburg, directeur van Huisman, roert zich in het debat. Hij laat in op Linkedin weten: “Inmiddels is bekend dat we concurreren met een Frans staatsbedrijf, dat als doel heeft om maximaal marktaandeel voor Frankrijk te verwerven, ten koste van de bestaande Europese maritieme maakindustrie. Het belang van investeren in maximale Nederlandse content is evident. De overheid ontvangt ongeveer 125 procent rendement op elke besteedde euro in Nederland, en nul op uitgaven in het buitenland. Het NL’se maritieme cluster heeft de faciliteiten en ervaring in het bouwen en onderhouden van onderzeeboten. Dit verlaagt risico’s en initiële kosten. Als Saab deze order krijgt geeft dit een enorme impuls aan de continuïteit van Huisman, Damen Naval (=Damen, red.) en onze lokale leveranciers. Om onze internationale concurrentiepositie te behouden, moet het high-tech werk dus hier uitgevoerd worden. Nederland is wereldmarktleider in offshore wind, baggeren- en andere maritieme disciplines. Er zou geen twijfel mogen bestaan gezien de grootte en de slagkracht van de Nederlandse maritieme industrie, ons ‘Hollands Glorie’. Het is nu aan de Tweede Kamer om de beste boot met de hoogste Nederlandse content te bestellen."

Volgens Kruijt, die vanuit Rietschoten & Houwens, nu RH Marine, ook projectleider was bij de bouw van de Walrus, dreigt in Nederland veel maritieme kennis verloren te gaan. “Wat weggaat, komt niet meer terug. Als Nederland raken we dan het vermogen kwijt om zelf aan de onderzeeboot te sleutelen.” 

Want behalve de opdracht voor de bouw, vormt ook het werk aan het onderhoud van de schepen in de jaren daarna een belangrijke pakket dat veel bedrijven in de sector willen vervullen.