Categorieën

Service

Publieke gebouwen vallen ook onder veiligheidsrisicogebied

Publieke gebouwen vallen ook onder veiligheidsrisicogebied
Nieuws

Publieke gebouwen vallen ook onder veiligheidsrisicogebied

  • Kor Kegel
  • 15-02-2024
  • Nieuws
Publieke gebouwen vallen ook onder veiligheidsrisicogebied

Foto: politie


SCHIEDAM – Bovenmatige jeugdoverlast of een hoog aantal woninginbraken zijn onvoldoende redenen voor een burgemeester om een stadsdeel aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied. Er moet sprake zijn van verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens of tenminste ernstige vrees voor het ontstaan van verstoring van de openbare orde door wapengeweld en -bezit.

Naar aanleiding van vragen uit de Schiedamse gemeenteraad heeft waarnemend burgemeester Jules Bijl de procedure tot het vaststellen van een veiligheidsrisicogebied uitgelegd. Zijn voorganger Cor Lamers wees grote delen van de stad Schiedam aan als risicogebieden. In zulke gebieden mag de politie overgaan tot preventief fouilleren. Dat kan ervaren worden als een stevige inbreuk op de privacy en daarom mag de burgemeester niet lichtvaardig overgaan tot de aanwijzing van veiligheidsrisicogebieden.

Opmerkelijk punt is – en dat kwam met de aanwijzingen van oud-burgemeester Lamers nooit goed uit de verf – dat gebouwen met een publieke functie ook onder zo’n risicogebied vallen. In die openbare gebouwen mag er dus ook preventief gefouilleerd worden. De grenzen van elke risicogebied werden telkens duidelijk aangegeven, maar men moet insider zijn om te weten dat het ook voor publieke gebouwen geldt.

Burgemeester Bijl noemt bekendheid met de maatregel belangrijk voor de burgers en ook voor de gemeenteraad en het Openbaar Ministerie. Daarom wordt een besluit tot aanwijzing meteen gemeld aan de gemeenteraad en het OM, dat laatste vanwege het feit dat de Officier van Justitie het bevel kan geven om preventief fouilleren door de politie mogelijk te maken.

Op basis van de Wet wapens en munitie zijn opsporingsambtenaren in de risicogebieden bevoegd om iedereen te fouilleren op aanwezigheid van wapens. Kleding, bagage en voertuigen kunnen worden doorzocht. Van een verdenking hoeft geen sprake te zijn. “Ook personen die zich nietsvermoedend begeven in een veiligheidsrisicogebied kunnen worden onderworpen aan de bevoegdheid tot het preventief fouilleren. Dit kan worden ervaren als een stevige inbreuk op de individuele grondrechten met name die van de persoonlijke levenssfeer. Dit is de reden dat de wetgever de uitvoering van de bevoegdheid door de burgemeester met voorwaarden omkleedt”, licht de burgemeester toe.

Die voorwaarden staan in de Gemeentewet. De wet zegt dat de gemeenteraad de bevoegdheid tot aanwijzing aan de burgemeester kan toekennen. De raad van Schiedam heeft dat gedaan. De neutrale positie van de burgemeester ten opzichte van de (lokale) politiek maakt dat hij een onafhankelijke afweging kan maken. Omdat de burgemeester een zelfstandig bestuursorgaan is, kan hij snel handelen in spoedeisende situaties.

Het instellen van een veiligheidsrisicogebied is een verregaande maatregel die op meerdere fronten bijzonder genoemd kan worden. Het gaat het om maatregelen ter handhaving van de openbare orde. Het doel is het vergroten van de veiligheid en het veiligheidsgevoel in een bepaald gebied. In tegenstelling tot de opsporing en vervolging van strafbare feiten, waarbij de politie en het OM aan zet zijn, staat de burgemeester aan de lat voor de handhaving van de openbare orde. Hij kan alleen bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een duidelijk omgrensd stadsdeel aanwijzen als risicogebied.

De onderbouwing wordt geleverd door een bestuurlijke rapportage van de politie die tot stand komt na overleg met het OM. De burgemeester moet voorafgaand aan zijn besluit overleg hebben gehad in de driehoek (OvJ, politiechef en burgemeester). Gezamenlijk beoordelen zij de situatie en nemen in hun beoordeling ook de vraag mee of er niet een minder ingrijpend middel is, waarmee het beoogde doel (handhaving van de openbare orde) kan worden bereikt. Ook wegen zij af of de mogelijke inbreuk op de persoonlijke levenssfeer in verhouding staat tot het belang van de aanwijzing.

Het besluit kan alleen voor een vooraf bepaalde duur worden genomen. Deze periode mag niet langer zijn dan strikt noodzakelijk voor de handhaving van de openbare orde. Ook mag het gebied niet groter zijn dan strikt noodzakelijk. Deze eis wordt gesteld om burgers vooraf te informeren over het benomen besluit. 

Zie ook dit artikel.