Categorieën

Service

Recessie? Of adempauze

Recessie? Of adempauze
Nieuws

Recessie? Of adempauze

  • Ted Konings
  • 17-08-2023
  • Nieuws
Recessie? Of adempauze

Nick Humphries/Creative Commons


ACHTERGROND - ‘We zitten in een recessie’, kopten gisteren de nieuwsmedia in Nederland. Twee kwartalen van economische krimp betekent een recessie, zo eenvoudig is het. En na een min van 0,4 procent op de balans van het land tussen januari en maart, resteerde er van april tot en met juni onder de streep een min van 0,3 procent.

Dat klinkt nog bescheiden. Als ik honderd euro in mijn portemonnee te besteden had, zeg op 1 januari, dan is daar nu nog - ongeveer - 99,30 euro van over. Zo moet je het ongeveer zien. Dat lijkt wel overkomelijk.

Het woord recessie doet echter hele andere bellen rinkelen. Het herinnert aan achteruitgang, massale werkloosheid, zorgen om een eigen huis, algehele malaise. In vroeger tijden zelfs: gaarkeukens. 

Hoe zit dat?

Natuurlijk is het zo dat iemand die al niet rond komt, iedere maand, alleen nog maar meer moeite zal hebben als zijn of haar inkomen ook achteruit gaat. Maar voor iemand die iedere maand een flink bedrag overhoudt om te sparen, zal alleen het saldo op haar of zijn spaarrekening iets langzamer stijgen. Dat is nogal een verschil.

Daarbij: bedenk dat het bbp, het bruto binnenlands product, de uitdrukking is van wat alle Nederlanders samen hebben verdiend. Uitgaven van ieder van ons, zijn daar ook onderdeel van. Wat wij betalen, zijn immers voor bedrijven inkomsten. Hetzelfde geldt voor de overheid. Maar wat wij kopen, kan ook uit het buitenland komen, en dan telt het ineens onder het kopje ‘invoer’, en draagt het niet bij aan het bruto binnenlands product. Zo blijkt het belangrijkste onderdeel van de economische krimp in de lentemaanden het gevolg van minder uitvoer van goederen en diensten (0,7 procent tov. het eerste kwartaal), terwijl de invoer ervan steeg (met 0,5 procent). Import en export is een zaak van ondernemingen, bedrijven.

Particulieren, wij allemaal dus, hielden hun hand ook op de knip, zoals dat dan heet. Alles bij elkaar (energierekeningen die hier en daar weer wat dalen, maar boodschappen die steeds duurder lijken te worden, vakanties die duurder worden, maar je kunt ook thuisblijven, of dagjes uit in eigen land) gaven we als Nederlandsers 1,6 procent minder uit van in de wintermaanden. 

Als belangrijke posten als het handelssaldo en de bestedingen van particulieren behoorlijk dalen, moeten er ook posten in het bbp zijn die gestegen zijn, om op een krimp van 0,3 procent uit te komen. Dat zijn de uitgaven van de overheid (plus 0,7 procent) en de investeringen van de bedrijven (plus 1,3 procent). 

Zo’n cijfers, van min 0,3 procent, voelt ook anders omdat we afgelopen tijd anders gewend waren. Na de spannende Coronatijden, die de economie zo op zijn kop gooide maar waar mensen toen vooral andere zorgen hadden, was er sprake van hoogconjunctuur. Een jaar geleden rapporteerde het Centraal Bureau voor de Statistiek een groei van 2,6 procent in het tweede kwartaal van 2022.

En dan is er nog iets anders; inflatie.

Alle genoemde cijfers zijn gecorrigeerd voor inflatie. En die inflatie was fors: dit jaar maandelijks tussen de vier en acht procent ten opzichte van een jaar eerder. 

Hoge inflatie wordt door de beleidsmakers in overheid en (nationale) bankenwereld nog erger verfoeid dan gebrek aan groei. Want let wel: als de inflatie hoog is, worden veel mensen armer. Hun koopkracht neemt af als ze hun inkomen niet weten op te schroeven met een percentage dat tenminste gelijk is aan de inflatie. En dat lukt veel mensen niet, al was het maar omdat het enige tijd duurt eer er opnieuw gesproken wordt over salarissen in cao-onderhandelingen of dat de regering besluit uitkeringen omhoog te doen. Wie moet leven van zijn spaargeld, haar of zijn vermogen, wordt steeds armer, als die beleggingen ook niet veel rendement opleveren. Pensioenen zijn al lang niet gecompenseerd voor inflatie, gingen juist afgelopen jaren weer wat omhoog, maar lang niet zo veel als de inflatie. Als met al zorgt dat voor minder mogelijkheden, minder koopkracht voor veel mensen.

Vandaag maakt het Centraal Planbureau bekend dat als er geen extra beleid komt van de kant van de overheid, meer mensen in armoede geraken. Nu verkeert nog 4,8 procent van de Nederlanders volgens de geldende definities in armoede, maar dat wordt volgend jaar 5,7 procent, aldus de rekenmeester. Je kan zeggen dat de armoede dan 0,9 procentpunt stijgt, je kan ook zeggen dat het aantal mensen in armoede met ruim achttien procent stijgt. Kinderen leven nog vaker in gezinnen in armoede: voor zeven procent van de kinderen zal dat volgend jaar het geval zijn. 

En dan gaat het CPB uit van een economische groei, let wel, groei, van 0,7 procent over dit jaar. Voorlopig hebben we halverwege dus een krimp van 0,7 procent ongeveer.

Maar voor wie het zich kan permitteren iets verder te kijken dan de centen en euro’s, de tienden percentages, is er nog iets anders te beschouwen.

We hebben het met zijn allen zo gewild.

Om de inflatie te beteugelen, zijn de centrale banken in de wereld hun rentes gaan opschroeven. De theorie is dat als geld ‘duurder’ wordt, mensen er minder van zullen ‘aanschaffen’. Dus: minder rood zullen willen staan en dus minder aankopen doen. Minder hypotheek kunnen krijgen omdat een groter deel van hun middelen aan rente opgaat. En voor bedrijven: minder zullen investeren, omdat ze er niet zeker van zijn dat die investeren snel terugverdiend worden - de kosten ervan worden immers hoger, voor wie het geld eerst moet lenen. En voor wie veel geld heeft: je krijgt er tegenwoordig weer rente op, waar je voorheen met het geld misschien eerder een dure aanschaf deed.

Zo is de economie een ingewikkeld spel van berekenende burgers en ondernemers, en ook beleidsmakers en bankiers. Maar omdat we bezorgder worden over het gebruik van grondstoffen en energie die de leefomgeving aantast, omdat we mensen tekort komen in veel landen om alles wat we gedaan willen krijgen aan werk, ook daadwerkelijk te doen, is het misschien beter even tot twee of drie te tellen. Even een adempauze. Even iets minder uitgeven. Zodat mensen zich niet over de kop hoeven te werken, zodat we de olie van Rusland niet nodig hebben.  

En die adempauze, die heet recessie.